In januari had ik een lezing willen geven bij het Dante Instituut in Utrecht over feit en fictie in de Italiaanse oudheid. Voor DitisItalie en ItalieUitgelicht heb ik de afgelopen jaren veel boeken gelezen over de Italiaanse oudheid. Als ik dan een recensie schreef heb ik dikwijls boeken beoordeeld op hun plek op de lijn in dat spectrum. Terwijl ik nu denk dat dat wellicht ook weer wat kort door de bocht is. In dit blog wil ik vertellen over waarom ik het ene mooier vind dan het ander.
Non-fictie
Aan de ene kant heb je wetenschap die zich laat leiden door harde data en veel mogelijke maar onzekere hypotheses formuleert. Zeggende dat je iets niet met zekerheid kunt zeggen. Mijn voorkeur gaat daarin uit naar de boeken en website van Jona Lendering. Ook zijn er wetenschappelijke werken die toch op een literaire en aantrekkelijke manier kunnen vertellen, zoals het boek van Dennison over Livia of SPQR van Mary Beard. Hoewel deze laatste vanwege haar actuele invalshoeken ook terechte kritiek krijgt.
Historische non-fictie is ook de reconstructies en vertalingen van antieke werken. Fantastisch om te lezen en zeker net zo toegankelijk als sommige moderne literaire non-fictie. Bijvoorbeeld de boeken van Seneca, Sallustius en Suetonius. Mensen zijn vaak bang voor dit soort werken omdat ze denken dat het te ingewikkeld is. Als je echter een interesse hebt voor geschiedenis en best bereid bent om te werken tijdens het lezen, dan heeft dit naar mijn mening de voorkeur. De voorkeur boven het lezen van een triviale historische roman over de oudheid.
Wetenschapscommunicatie
Zelf probeerde ik ook wat aan wetenschapscommunicatie over de Italiaanse oudheid. Een goed verhaal schrijven dat ook wetenschappelijk is verantwoord is nog helemaal niet zo makkelijk. Het lijkt me leuk daar nog eens een cursus in te volgen. Voor Italie Uitgelicht schreef ik bijvoorbeeld over
De mythologische stichting van de stad Rome. De twee gezichten van keizer Marcus Aurelius/ Het Romeins Recht: de basis van onze beschaving. Herkomst van de Etrusken: feit en fictie. Verkiezingscampagne in het Oude Rome. De Zuil van Trajanus in Rome: een Romeins stripverhaal. Hoe het Christendom ontstond als geloofsleer. Deel 1: het Neoplatonisme Deel 2: De gnostiek. Het concept Italie, lang voor de eenwording. Inkomensverschillen in de oudheid. De oudste bewoners van Sicilie.De import van graan, vissaus en gallische wijn in Ostia
Sommige materie is erg ingewikkeld en ook zijn niet alle verhalen voldoende gecontrasteerd met wetenschappelijke research. Ik doe het met de boeken, het internet en mijn gezond verstand dat ik tot mijn beschikking heb (het gros van de tijd). En heb bovendien weinig literair talent. Fictie mag, ik heb geen probleem met fictie, maar waar ik wel een probleem mee heb is met historische literaire verhalen die gepresenteerd en gelezen worden als wetenschappelijke feiten. Dit is bijvoorbeeld het boek van Stijn Vennik dat onlangs uitkwam bij Athenaeum waarbij ongecontrastreerde bronnen worden gepresenteerd in al hun trivialiteit, puur als historische gekkigheid. Of het boek van Willemijn van Dijk over Tiberius waarin de schrijfster geen scherpe keus maakte tussen feit en fictie. Of het boek van Fik Meijer over Petrus, met een eenzijdig oog voor historische bronnen. Mijn eigen verhalen, daar ben ik ook nog kritisch over. Ik weet zelf ook niet precies de grens tussen wetenschapscommunicatie en ‘een mooi verhaal over geschiedenis’.
Zo gaf ik in 2011 ook een lezing bij Dante Utrecht over populisme in de Oudheid. Ik besprak de Gracchen, Drusus, Clodius Pulcher, Caesar en Augustus. Ik citeerde daarbij Tacitus (niet die bekende) uit zijn causes of corrupt eloquence:
‘The style which we hear every day, abounds with colloquial barbarisms, and vulgar phraseology: no knowledge of the laws is heard; our municipal policy is wholly neglected, and even the decrees of the senate are treated with contempt and derision. Moral philosophy is discarded, and the maxims of ancient wisdom are unworthy of their notice. In this manner, eloquence is dethroned; she is banished from her rightful dominions, and obliged to dwell in the cold regions of antithesis, forced conceit and pointed sentences. The consequence is, that she, who was once the sovereign mistress of the sciences, and let them as handmaids in her train, is now deprived of her attendants, reduced, impoverished, and, stripped of her usual honours (I might say of her genius), compelled to exercise a mere plebeian art’.
In de discussie naderhand kwamen destijds ook Wilders, Fortuyn en Berlusconi boven drijven. Die discussie zwengelde ik zelf aan, leek me makkelijk vissen in dat poeltje. Altijd fijn om de geschiedenis actueel te kunnen maken. Dat zou ik nu niet meer doen.
Fictie: historische literaire romans
Aan de andere kant heb je romans die zich historisch zeer goed onderbouwen na een gedegen onderzoek, zoals de historische roman van Nynke Smits. Of zoals Willemijn van Dijk als gedegen oudheidkundige nu ogenschijnlijk heeft gedaan met het boek Het wit en het purper. Historische romans kunnen zeer accuraat zijn en een oog voor narratief detail hebben dat je niet ziet in wetenschappelijke werken. Literaire historische romans zijn zeer populair sinds de komst van het boek van Geert Mak ‘Toen God verdween uit Jorwerd’.
Ik las ook een leuk boekje “Meer dan feiten” dat gaat precies over de rechtvaardiging en het bestaansrecht, het nut en de kwaliteiten van historische romans. Maar zij scheren wel fictie en non-fictie over één kam. Hoewel je met het beschrijven of oproepen van sentimenten in literaire historische romans ongetwijfeld een meerwaarde en bestaansrecht hebt, rechtvaardigt het niet de term “non-fictie”. Het is een spectrum en literaire ‘non-fictie’ zit niet aan het uiteinde van de harde wetenschap.
Waardevol vind ik het dan als een historische roman literaire stijlmiddelen gebruikt om aan te zetten tot denken over morele en politieke dilemma’s. Dus niet alleen de persoonlijke en psychologische dilemma’s belicht over het wel en wee van een historisch personage. Deze morele en politieke dilemma’s komen goed aan bod bij het boek M figlio del Secolo van Scurati. De historische roman is bij uitstek een goede plek voor een politieke invalshoek. Dit kan uiteraard niet in een wetenschappelijk handboek. Ook het boek van Falx & Toner zet aan tot denken en is op haar manier een geslaagd literair-historisch experiment.
Een primaire bron (een document uit de tijd zelf) kun je ook op die manier lezen: als een moreel en politiek handvest. Zeker Cicero en Sallustius zijn in dat opzicht prachtige documenten uit de oudheid. Je mag daarover nadenken en over filosoferen en boeken over schrijven. Dat is ontzettend leuk, zeker met een glas wijn. Maar er kennis uit destilleren, parallellen trekken tussen heden en verleden en daarmee een leken publiek trekken dat meent te komen luisteren naar historisch feiten… Dat vind ik een vorm van zelfbewierooking die bovendien vaak de maatschappelijke discussie nodeloos doet opflikkeren en polariseert. In zo’n geval is het veel beter terug te keren naar de wetenschap die kan nuanceren en relativeren. Dat geeft mij in ieder geval meer vertrouwen en het doet volgens mij ook meer recht aan je politieke tegenstanders.
Dit jaar ging het themaboekje in de Week van de Klassieken over Landverhuizers in de oudheid. Ik schreef er een review over.
Wat is jouw favoriete historische roman eigenlijk?