Dag van de leraar – How to fail…

Misschien kennen jullie de podcast wel van Elizabeth Day? Het programma How to fail nodigt allerlei gasten uit om hun grootste fouten en mislukkingen te bespreken. Horen dat iedereen met fouten en mislukkingen zit vind ik erg geruststellend in deze part time virtuele wereld waar je leven toch vooral mooi en succesvol moet zijn. En hoe je van mislukkingen op deze manier iets positiefs en menselijks maakt. Hoe kun je leren van je fouten als docent?

Ik voel me vaak onzeker over het lesgeven. Er is namelijk altijd wel iets wat beter had gekund. Er is geen perfectie te bereiken, daarvoor zijn de omstandigheden te variabel. Het succes van mijn les hangt van veel dingen af die buiten mijn macht liggen. Of een leerling er bij is met zijn hoofd, of het smartboard het doet, of het huiswerk is gemaakt, om maar wat te noemen.

Daarnaast zijn er veel dingen die goed werken in onderwijsland en moet je het juiste geneesmiddel uit de kast halen bij elke afzonderlijke kwaal. Er zijn veel hypes: formatief evalueren, activerende didactiek, een accent op conversatie en vaardigheden; ga zo maar door. Op het moment dat je met het ene bezig bent, is er geen tijd voor dat andere. Competenties probeer ik te wisselen in leerlijnen en te spreiden over een cursus maar dat blijft ook lastig. Daarnaast zul je bij elke strategie die je kiest deze moeten herhalen om uberhaupt effectief te kunnen zijn.

Ik maak(te) dus fouten. Dat is niet te voorkomen. Wat zijn mijn errori più grandi che ho fatto? Wat zijn mijn grootste fouten?

Verkeerde focus

Ik heb als docent zes jaar gedacht dat als ik maar veel wist dat ik dan ook wel goed kon lesgeven. Als ik moest lesgeven over een periode in de geschiedenis waar ik niet veel van wist ging ik er meer over lezen. Als ik moest lesgeven over een taalkundig onderwerp waar ik zelf intuitief mee omging ging ik alle uitzonderingen nog eens nalezen en opzoeken. Dat heeft me zeker wel veel opgeleverd, ik heb echt wel vakkennis. Of ik het echter ook kon overdragen is maar de vraag. In 2016 kreeg ik eens de feedback van een leerling: ‘Je bent erg aardig, maar lesgeven kun je niet‘. Dan kun je 20 positieve reviews hebben, maar die ene blijft hangen.

Sinds ik me heb verdiept in didactiek voel ik me echter veel zekerder voor de klas. Ik kan nadenken over hoe mijn boodschap aankomt en doordat ik zie dat dat gebeurt, kan ik ook meer aandacht geven aan de inhoud. De effectiviteit van mijn lessen lijkt evenveel te maken te hebben met didactiek dan met mijn vakkennis, durf ik nu wel te zeggen.

Leren van je fouten: te hoge verwachtingen

Bij het lesgeven had ik te hoge verwachtingen over wat mensen zouden moeten bereiken. Dat werkt niet goed, want ik merkte al snel dat ik mijn frustraties bij de studenten legde, terwijl die echt wel hun best deden. Dan word je een boze juf en toen ik dat bij mezelf merkte dacht ik: dit kan niet de bedoeling zijn. Je moet je werk met plezier doen, dus kennelijk doe je dan iets verkeerd.

Bij volwassenen ging ik te snel door de stof heen. Ik nam mezelf en mijn leerproces bij de universiteit aan als maat. Mijn studenten zijn echter hobbyisten die er, meestal, op een heel andere manier in staan. In 7 maanden op nivo A1 uitkomen leek mij wenselijk. Ik gaf 20 oefeningen in de week op en circa 40 woorden om te leren. Tegenwoordig doe ik dat niet meer en trek ik er 1,5 jaar voor uit. Bij de kinderen op de basisschool heb ik een half uur in de week. De kennismaking met een andere taal en cultuur en het aanleren van studievaardigheden zijn daar belangrijker dan dat ze daadwerkelijk Italiaans kunnen spreken na een jaar. Dat is een illusie dat dat zou kunnen.

Leren van je fouten: studenten in het diepe gooien

Toen ik in 2017 begon me in lichte mate te interesseren voor didactiek was mijn eerste interesse de methode van doeltaal – voertaal. Ik dacht: dat moet ik doen. Ik realiseerde me niet dat er allemaal haken en ogen aan een methode zitten en dat je, juist als je kiest voor één specifieke methode, je er allerlei dingen om heen moet aanpassen. De randvoorwaarden moeten goed zijn en je moet een methode invullen en kleur geven. Langzamer praten, veel woorden vertalen en opschrijven en proberen aan een functionele woordenschat te werken. Ik gebruikte een compleet Italiaanse methode ook voor de beginners waarbij alle instructies in het Italiaans waren. Alleen doeltaal – voertaal is niet genoeg en kan zelfs averechts werken. Daar kwam ik dat jaar achter.

In 2018 had ik me een beetje verdiept in formatief evalueren. Ook dat vond ik wel interessant, maar een onderwijshype is zoveel meer dan alleen een slogan aanhangen. Ik gooide studenten in het diepe, riep dat ze dingen zelf moesten uitzoeken en nam ze niet bij de hand in hun leerproces. Achteraf zag ik dat ook hierdoor leerlingen afhaakten. Ze voelden zich niet competent. Ze zagen een eindresultaat maar wisten niet hoe ze de weg er naar toe konden bewandelen. Die zelfstandigheid van leerlingen en het idee dat ze zelf weten wat ze nodig hebben, daar is heel veel begeleiding bij nodig. Ook hier was het zo dat alleen het aanhangen van een filosofie averechts werkt. Ik verdiepte me onvoldoende in het begeleiden van leerlingen bij hun studievoortgang.

Hoe verder? Leren van je fouten als docent

Het gebeurt me nog steeds af en toe, dat ik niet helder voor ogen heb wat studenten moeten leren, welke stappen ze moeten maken en dat je daardoor te snel gaat. Dit jaar deed ik een Italiaanse cursus didactiek, plus het DITALS examen en heb ik twee goede Nederlandse boeken gelezen met bewezen praktische technieken over effectief onderwijs. Op schouders van reuzen en Wijze lessen – twaalf bouwstenen voor effectieve didactiek. In Rotterdam ga ik een cursus doen tot professioneel taaltrainer. Ik ben in ieder geval afgestapt van het idee dat één filosofie zaligmakend is en dat je er snel mee kunt scoren. Eén methode er koste wat kost door heen te duwen, dat doe ik niet meer. Ik probeer als docent kleine stapjes te maken in concrete didactische vaardigheden.

Wel heb ik weer een nieuw onderwijskundig experimentje opgezet (experimenteren zit ook wel een beetje in mijn aard). Dit jaar werken we met een studentenportaal en de beginnerscursus heeft de mogelijkheid hun oefeningen digitaal te maken. Daarnaast werken de leerlingen aan hun woordenschat door middel van de app Quizlet. Op het moment ben ik dus wel een beetje een Steve Jobs school. We zullen zien hoe dat uitpakt en waar ik volgend jaar weer afstand van ga doen omdat het toch niet veel toevoegt. Vanochtend las ik in het boek ‘Op schouders van reuzen’ dat techniek niet persé tot betere resultaten leidt, het is de manier waarop de leraar de techniek inzet en leerlingen begeleidt dat bepaalt of radio, tv of computer effectief zijn. Daar zal ik dus goed naar moeten kijken.

Ik ben minder onzeker geworden over mijn manier van lesgeven en gun het mezelf meer dat ik ook mag leren. Dat is fijner lesgeven. Dat je 38 moet zijn om daar achter te komen, tja dat is dan kennelijk zo.

Taalspelletjes voor in de Italiaanse les

Taalspelletjes Italiaans

Spelenderwijs leren is iets dat volgens de wetenschap erg goed is om te doen. Mensen zijn met plezier iets aan het doen en vergeten obstakels. Het leren gaat als het ware vanzelf. In dit blog geef ik een overzicht van Italiaanse taalspelletjes, ik hoop dat jij als juf of meester er je voordeel mee kunt doen. Soms heb je tijd over in de les en denk je: hoe ga ik deze tijd effectief vullen? Een spelletje is dan een leuk idee. Andere keren is het leuk om een hele les aan een spel te besteden.

Bestaande italiaanse taalspelletjes

In de les gebruik ik wel eens het kwartet van scalaleukerleren.nl. Dit is een leuk taalkwartet voor beginners of voor mensen die een vakantiecursus doen. Zorg er wel voor dat je mensen niet teveel kaarten geeft, want heel veel ruimte in het hoofd van de student gaat bij dit spel naar de Italiaanse taal in plaats van naar de strategie en het winnen van het spel.

Wat niet echt een spel is, maar wat je wel kunt gebruiken als spel zijn koelkast – poezie magneetjes in het Italiaans. Ik kocht mijn koelkastmagneetjes bij www.magneticpoetry.com. Leerlingen maken dan spelenderwijs kennis met zinsopbouw en grammatica.

Bij Intertaal is een puzzelboek verschenen met taalpuzzels voor studenten Italiaans. Een leuk boekje met puzzels op diverse nivo’s. Je kunt het boek bestellen bij Intertaal.

Ook leuk (voor kinderen en volwassenen) is de spellendoos van Edilingua. Hier zit een boekje in met allerlei spelletjes, twee spelborden, pionnen en heel veel kaartjes waar je ook weer allemaal verschillende spelletjes kunt doen, waarvan memory natuurlijk het meest voor de hand liggende spelletje is.

Tombola: bingo is altijd leuk om de cijfers mee te oefenen. Een leerling vond een keer een spel voor mij bij de kringloopwinkel.

Pim Pam Pet, Boggle, Scrabble: allemaal spellen die je ook in het Italiaans kunt doen.

Italiaanse taalspelletjes op de computer

Op Socrative heb ik een leuke culturele quiz gemaakt. Leerlingen hebben daarvoor de app socrative student nodig op hun telefoon. Je bent hier wel een hele les mee bezig.

Heel leuk is Quizlet. Een app om je woordjes mee te oefenen. Spelenderwijs zijn er diverse manieren om je woorden te oefenen. Je kunt woorden bij elkaar zoeken (Nederlands en Italiaans) of het woord uitgesproken horen en het vervolgens moeten typen. Gebruik de lijsten van deze juf (gebruikersnaam: Dilatua) of maak zelf een lijst aan met de woorden die jij moet leren.

Zoek een liedje dat je kunt karaoken op YouTube. Zorg ervoor dat het een bekend lied is dat iedereen kent en oefen eerst het lied met de papieren tekst erbij. Een liedje wat alle kinderen bijvoorbeeld kennis is het liedje van Anna en Elsa uit Frozen (in ieder geval de meisjes), een lied wat veel volwassenen kennen is ‘strani amori’ van Laura Pausini.

Zet een liedje op op YouTube (zorg dat het een bekende is) en zet YouTube op pauze op een bepaald moment. Het team dat verder kan zingen krijgt een punt.

Spelletjes apps zoals WordOn of Ruzzle. Je moet dan zoveel mogelijk of het best mogelijke Italiaanse woord vinden. Ruzzle lijkt op Boggle, WordOn lijkt op Scrabble. Je krijgt een aantal letters die een aantal punten zijn en je moet daar het best mogelijke woord mee maken. Helaas is Wordfeud nog niet beschikbaar in het Italiaans.

Ik ben met leerlingen een virtuele toeristische kaart aan het maken van Italie. Ze kunnen zelf plekken toevoegen en iets omschrijven. Leerlingen hebben hiervoor wel een google account nodig.

Italiaanse taalspelletjes met pen en papier

Vertel een verhaal in het Italiaans en laat leerlingen het tekenen.

Vat een boek samen in een tweet van 140 tekens. De anderen moeten daarna raden welk boek het is.

Wie, wat, waar, wanneer, waarom. Nummer 1 krijgt een blaadje en schrijft een personage op. Vervolgens vouwt hij het briefje. De volgende schrijft dan op een leeg blad een voorval, weer wordt het papier omgevouwen, de volgende schrijft een plaats etc. Nadat de laatste heeft geschreven vouw je het briefje uit en lees je het verhaal voor. Je krijgt dan bijvoorbeeld: La parucchiere con capelli blu / ha vinto la lotteria / nel centro di Amsterdam / la notte di San Silvestro / perché ama molto i suoi gatti.

Maak een verhaal I. Bij deze versie mag degene die het briefje krijgt het verhaal van de vorige lezen. Ieder voegt steeds twee woorden toe aan het verhaal.

Maak een verhaal II. Iedere student krijgt een briefje. Daarna worden de briefjes één voor één voorgelezen. De studenten moeten er een verhaal mee schrijven. Daarna kun je de verhalen aan elkaar voorlezen.

Vraag en antwoord: om de condizionale en congiuntivo mee te oefenen. De klas wordt in twee groepen gesplitst. De één schrijft briefjes met ‘Cosa faresti se……’, de ander schrijft briefjes met ‘Farei…….. Daarna worden vraag en antwoord bij elkaar gelegd. Dat slaat natuurlijk nergens op, maar zorgt wel voor de nodige hilariteit.

Laat iemand zijn huis beschrijven. De ander moet het tekenen (de plattegrond) op papier.

Wie ben ik? De juf schrijft op een post-it de naam van een bekend personage en plakt deze op het hoofd van één van de leerlingen. Deze moet vervolgens door middel van het stellen van vragen er achter komen wie hij / zij is.

Je kunt online een woordzoeker maken met de woorden van de week.

Impiccato (galgje) om het alfabet te oefenen in het Italiaans.

Het Boek Met Alle antwoorden. Maak een lijst met mogelijke antwoorden op alle levensvragen die je zou kunnen stellen.

Italiaanse taalspelletjes buiten

Als het lekker weer is kun je de groep in twee groepen verdelen. Eerst moeten ze beiden een speurtocht uitzetten die vervolgens aan de andere groep gaan geven die hem gaat lopen. Een derde reflectie moment kan terug in de les waarop je bespreekt wat er eventueel verkeerd ging. Handig voor het oefenen van de imperativo, de gebiedende wijs.

Zet mensen buiten met de rug tegen elkaar en laat ze beschrijven aan elkaar wat ze zien.

Spelen met niks

Woorden rijgen. Iemand zegt een woord, de volgende mag een woord zeggen dat begint met de laatste letter van het vorige woord. Voor het Italiaans kom je na 5 minuten op steeds dezelfde klinkers uit!

Mi fa pensare a…… De leraar noemt een woord. De volgende noemt een woord wat hij/ zij daarmee associeert. De volgende gaat daarmee verder. Waar kom je bij uit?

Non dire sì o no. Éen iemand krijgt de beurt. De rest gaat vragen stellen. De leerling mag niet met ja of nee antwoorden. Kun je dat lang volhouden?

Speeddaten. Je zet mensen tegenover elkaar en laat ze na 2 minuten wisselen van gesprekspartner. Om dit wat af te wisselen kun je ze van te voren ook na laten denken en zelf een compleet nieuw personage te verzinnen. Giuseppe uit Basilicata die houdt van vissen en tango dansen.

Alibi. Je vertelt: er is een inbraak geweest gisteren tussen 20:00 en 21:00 op de Tapuitstraat. Vervolgens moeten de leerlingen in duo’s een alibi met elkaar bespreken. Waar waren zij? Wat deden zij? Vervolgens als iedereen het alibi heeft gemaakt wordt 1 van het duo de klas uit gestuurd. De ander wordt aan de tand gevoeld over zijn alibi. Vervolgens mag zijn maatje terug komen en wordt die ondervraagd. Kloppen de alibi’s met elkaar? Dan hebben zij het niet gedaan. Het duo waarvan de verhalen het meeste uit elkaar liepen is natuurlijk de dader!

Dialogo a catena: Iemand stelt een vraag, de volgende in de kring mag hem beantwoorden en een nieuwe vraag stellen aan zijn buurman. Die moet de vraag beantwoorden en weer een nieuwe vraag stellen aan zijn buurman. Etc.

Zing een lied. Noem twee zinnen uit een liedje. Degene die het liedje raad krijgt een punt. Als degene het ook kan zingen krijg je een punt extra. Degene die het raad krijgt de beurt om zelf twee zinnen uit een liedje op te zoeken.

Tongbreker. Zet er een op het bord en laat de leerlingen ermee oefenen.

Ik zie ik zie wat jij niet ziet…. en het is…..

Ik ga op vakantie en ik neem mee….. Voor de gevorderden ook leuk om de possessivi mee te oefenen. Mijn tandenborstel, jouw koffer, jouw zonnebrandolie etc. Goed voor de woordenschat ook.

Vertel een verhaal en laat de studenten het uitbeelden op een theatrale manier. Goed voor de luistervaardigheid en het taalbegrip.

Pictionary. Iemand krijgt een kaartje waar een woord op staat. Dit gaat hij/ zij op het bord tekenen. Degene die het raad mag daarna aan de beurt om te tekenen.

Doorfluisteren: de juf fluistert een zin in het oor van leerling 1. Deze moet het doorfluisteren aan leerling 2, deze fluistert het door aan leerling 3. Dit gaat zo door. De laatste moet wat hij heeft gehoord hardop zeggen. Je kunt dan hardop met de klas checken of het overeenstemt met de 1e zin die is ingefluisterd door de juf.

Quiz. Bij dit spel heb je een lijst nodig van onregelmatige zelfstandige naamwoorden. Zoals il bar, la mano ecc. vervolgens vraag je aan leerlingen of het enkelvoud of meervoud, mannelijk of vrouwelijk is. Elk goed antwoord levert een punt op.

Spreekwoorden. Je bespreekt met leerlingen 5 Italiaanse spreekwoorden. Daarna moet een leerling een spreekwoord uitbeelden. De anderen moeten raden welk spreekwoord het is.

Uurloon van een freelance taaldocent

Ik begrijp dat u het jammer vindt dat ik niet meer wil werken voor die 5 euro per persoon per uur zoals ik in 2016 deed. Toen begon ik in Schoonhoven en vroeg ik voor 22 lessen 150 euro. Dat jaar werkte ik onder het minimumloon. In 2017 besefte ik me ook al dat dat niet zo kon en ging ik 10 euro per persoon per uur vragen. Dat is de concurrerende prijs die een stichting vraagt die draait op vrijwilligerswerk en subsidie van de gemeente en daarmee ging ik een minimumuurloon verdienen van circa 8 euro per uur. Maar denk niet dat ik dat jaar doorbetaald kreeg bij ziekte of ook maar iets opzij heb kunnen leggen.

De omstandigheden zijn veranderd. Annemart werkt voor mij, ik heb een duurdere locatie en heb mijn DITALS examen lesbevoegdheid gedaan. Er wordt met plezier buiten lestijd gewerkt en ik heb mijn trots terug gevonden. Ik vind niet meer dat ik hoef te concurreren met stichtingen. Ik ben beter. Wij zijn beter.

Voortaan ga ik dus meer vragen. Ik wil namelijk mezelf én Annemart een docenten uurloon kunnen betalen van 40 euro bruto per uur. Wat overigens evenveel is als mijn tegelzetter verdient. Als ik uit ga van circa 6 leerlingen per groep dan betekent dat dat u 13,00 euro betaalt per persoon per uur les. Dat is 3 euro per uur meer per persoon per uur dan u bent gewend. Voor 14 lessen van 1,5 uur betaalt u in plaats van 210, vanaf september 2019 dus 273 euro. 63 euro meer.

Ik ga u uitleggen waarom ik vind dat ik dat mag doen.

Indicatie uurloon

Onlangs was ik bij de Post-HBO opleiding NT2 van de Hogeschool van Utrecht waar er voor aanstaande freelance docenten informatie lag over hun aanstaande vak. Daarbij was er ook een folder die berekende wat zij tenminste zouden moeten vragen voor uurloon. Je moet er rekening mee houden dat je zelf pensioen zou willen afdragen of vakantiegeld zou willen hebben. Je moet je jezelf verzekeren tegen ziekte of arbeidsongeschiktheid, tijd nemen om lessen voor te bereiden en na te kijken of bijvoorbeeld tijd te besteden aan deskundigheidsbevordering. Ze komen dan uit op een bedrag van 49 euro per uur. U ziet op uw loonstrookje toch ook een verschil tussen bruto loon en netto loon? Het is net als met schoonmakers, die kunt u ook zwart betalen. Dat is voor u goedkoper, maar niet eerlijk naar de werknemer.

uurloon taalcursus
Wat mag een freelance taaldocent vragen voor uurloon?

De naam van het beestje

Een ander verschil zit in ‘bedrijven’ die ’taaltrainingen’ geven enerzijds en ‘scholen’ (zoals volksuniversiteiten) die ‘cursussen’ geven. Hoewel ze ogenschijnlijk hetzelfde doen, het geven van les in de Italiaanse taal, zie ik dat taaltrainingen aanmerkelijk duurder zijn dan taalcursussen. Het verschil dat je maakt met een eigen school/ eigen bedrijf versus een vrijwilligersinstituut of stichting gesubsidieerd door de gemeente is dat je je eigen marketing en administratie moet doen en moet doorberekenen aan leerlingen. En ik moet de huur van een locatie doorberekenen in de prijs. Eigenlijk zou dus moeten gelden: 1 uur lesgeven, 2 uur uitbetaald. Op deze manier kom je in de buurt van de prijzen van taalscholen voor bedrijven. 100 euro per uur.

Evenveel als een man

Als het adagium zou gelden: laat je evenveel betalen als een man met een stropdas die jouw werk doet, dan is dat een lastige opgave, want die zijn er bijna niet in mijn sector. In de Facebookgroep ‘Insegnanti italiani in Olanda’ (docenten Italiaans in Nederland) zijn er 4 mannen en 88 vrouwen. Mijn man studeerde Engels en was ook één van de vier mannelijke taalstudenten op een totale studiegroep van circa 100 studenten. Waarmee je dus kunt concluderen dat een taal onderwijzen niet echt is besteed aan mannen. Is het slecht voor hun imago, verdien je er te weinig? Als ik kijk naar de beelden van het Dante Alighieri Instituut, een groot cultureel Italiaans instituut dat kennis en kunde over Italie moet bevorderen, dan zie ik in de directie bijna uitsluitend stropdasmannen. Ook in de filmpjes van het ALMA congres voor docenten Italiaans, zie je dat de lerarenopleiders mannen zijn. Maar de docenten zelf, dat zijn vooral vrouwen. Als mannen financieel niet hoeven te concurreren met gekwalificeerde vrouwen die werken beneden het minimumloon, dan zouden er vast meer mannen in de sector werkzaam zijn. Maar dat terzijde.

Meer lezen over Docent Italiaans worden? Lees dan dit blog!

Docent Italiaans worden

In Nederland mag iedereen zich docent Italiaans noemen. Er is geen beroepsvereniging of keurmerk. Ik werkte dan ook al als docent Italiaans bij volksuniversiteiten toen ik nog op nivo B2 zat en verder geen didactische certificering had, behalve die voor docent geschiedenis. Gewoon, omdat het kon en omdat ik het leuk vond voor erbij, naast mijn baan als geschiedenisdocent op een middelbare school.

Tien jaar geleden ontmoette ik ook nog docenten Italiaans die zelf op een nivo B1 zaten. Twee jaar geleden zag ik een Nederlander met A2 nivo een vakantiecursus geven. Ook hoorde ik van jonge Italianen die wel of niet een didactische cursus hadden gedaan, zelf geen Nederlands spraken en ook voor de klas stonden voor 25 euro per uur. Zie hierover ook mijn blog over het uurloon van een freelance taaldocent.

Dit zijn echter maar incidenten die niet vaak voorkomen. Zelf ben ik ook zo’n incident geweest, onderbetaald en ondergekwalificeerd. Natuurlijk zijn er ook hoogopgeleide Italianisten, maar die kiezen er meestal niet voor om 6 uur in de week les te geven onder die slechte arbeidsvoorwaarden (niet doorbetaald in de vakanties, geen pensioenopbouw, slechts een paar uur kunnen maken in de week). Die gaan werken bij een commercieel bedrijf als accountmanager voor de Italiaanse gebieden of gaan iets heel anders doen.

Taaldidactiek

Volgende week vrijdag heb ik het DITALS I examen. Deze mag je doen als je nivo C1 hebt. Het Ditals I examen is een examen Italiaanse taaldidactiek van 5 studiepunten van de Universiteit van Siena. Het is een technisch en invidualistisch examen. Ik moet er veel begrippen voor leren die ik moet destilleren uit 6 wetenschappelijke handboeken in het Italiaans over syntaxis, taaldidactiek, sociolinguistiek, linguistiek algemeen etc. Ik hoef niet mijn mening te geven en hoef er niet voor samen te kunnen werken. De kennis die ze in Italie belangrijk vinden is formeel, cognitief en technisch. Ik had evengoed een Nederlands examen didactiek kunnen doen bij de LOI ofzo, maar dat is voor mij gewoon minder leuk.

Stel dat…

ik juf zou willen worden in Italie. Dan moet ik, om mee te kunnen doen in de race om een baan, allereerst mijn C2 examen hebben afgelegd en daarin 75 / 100 punten hebben gehaald (en niet de schamele 62 van mij). Daarnaast moet ik een master hebben gedaan in Italiaans als 2e taal óf mijn DITALS 1 en 2 hebben gehaald of een soortgelijk certificaat hebben behaald bij een andere universiteit.

In de praktijk werkt het in Italie dan zo dat je je vaak moet inschrijven voor een bepaalde baan. Laten we zeggen: docent Italiaans aan buitenlanders. Dit is klas A023. Hiervoor moet ik me inschrijven en laten zien dat ik aan de voorwaarden voldoen. Voldoe ik niet helemaal aan de voorwaarden, dan mag ik alleen als tijdelijke kracht ergens werken. Voldoen aan de vereisten is echter ook in Italie niet altijd genoeg voor een baan.

Als er een numerus clausus op de klas zit wordt er ook nog eens gekeken naar mijn cijfers die ik behaalde tijdens mijn studie. Haalde ik zeventjes dan kom ik onder aan de lijst. Want: in Italie is het vrij normaal om met een tien af te studeren (je moet gewoon alles in je kop stampen). Diegene met een tien krijgt dan voorrang. Omdat Italie niet in een economische gunstige situatie zit, is er voor veel overheidsbanen een numerus clausus. Er zijn in Italie meer juffen dan dat er werk voor ze is.

Je kunt in Italie dus geen sollicitatiegesprek hebben met een school van je eigen keuze. Deze school wordt je toegewezen. Het kan dus ook goed zijn dat ik, afgestudeerd letterkundige uit Campania, een tijdelijke baan toegewezen krijg op het platteland in Toscane. Op een school die me niet zint.

Blij toe

Gelukkig ben ik geen Italiaanse dus. Ik kan gewoon mijn vak uitoefenen door zelf een schooltje te starten als ZZP’er. Zelf mijn standaard bepalen voor kwaliteit. Dat die uiteindelijk wordt erkend door scholieren gebeurt ook alleen als je kwaliteit bezit. En daarvoor hoef ik in Nederland dan weer niet voor naar de andere kant van het land gestuurd te worden, mee te doen in een bureaucratische mallemolen en in competitie te zijn met andere docenten die als een bezetene cum laude certificaten binnen halen. Ik heb gelukkig along the way veel ervaring op kunnen doen bij volksuniversiteiten. Nu ben ik één van de docenten Italiaans in Nederland die geen madrelingua is en gewoon is getrouwd met een Nederlander. Ik heb wel mijn best gedaan, maar mijn huwelijkskandidaat kwam ik gewoon tegen bij een verjaardagsfeestje in Utrecht.

Wat kost een cursus Italiaans?

U heeft besloten dat u Italiaans wil leren, maar u wil er een redelijke prijs voor betalen. Natuurlijk is het voor u als klant fijn een goede prijs-kwaliteit verhouding te hebben bij de cursus die u aanschaft. U kijkt immers niet alleen naar de prijs, maar ook naar de kwaliteit. U hoeft niet te kijken naar de referenties of aanbevelingen op de website van een school. Deze zijn doorgaans (voor een groot deel) geselecteerd door de school zelf, hoewel ze die niet zelf kunnen schrijven. Elke school en docent heeft ook leerlingen die niet (geheel) tevreden zijn. Ik geef u dus een paar tips waar u wél op kunt letten voordat u zich inschrijft voor een cursus.

Prijs per uur

Allereerst worden de prijzen sterk bepaald door culturele stichtingen die winst niet als doel hebben (non-profit), zoals volksuniversiteiten. Zij betalen hun docenten een vast tarief. De administratie wordt gedaan door vrijwilligers. Een ondernemer, zoals ikzelf, zal de uren voor administratie, communicatie en boekhouding doorbereken in de cursusprijs. Non-profit scholen hoeven dat niet te doen en zitten soms ook gratis in gebouwen, waardoor zij andere prijzen kunnen rekenen. Dit zegt nog niet zoveel over de kwaliteit.

De taalscholen die leveren aan bedrijven vragen soms wel 100 euro per uur, maar dat is een hele andere tak van sport. Daarvan gaat zo’n 60% van de prijs naar een dure locatie en allerlei facilitaire omstandigheden.

Het beste is de prijs om te rekenen naar de prijs per cursist per klokuur klassikaal les. De ene taalschool heeft namelijk een cursus van 24 lessen van 90 minuten, de ander heeft een cursus van 12 lessen van 2 uur. Als je dat doet, zie je dat de prijzen verschillen, vanaf 6 euro per klokuur tot circa 18 euro per klokuur. De gemiddelde prijs voor een klokuur les in een groepscursus voor particulieren is ongeveer 12 euro.

Daarnaast kunt u kijken in welke tijdspanne een cursus u bijvoorbeeld naar nivo A1 brengt. Is dat 1 cursus van 45 uur of 3 cursussen van 21 uur? Hoeveel zult u thuis zelf moeten doen?

Goed, dan weet u iets over de prijs, maar dan weet u nog niet zoveel over de kwaliteit van een cursus Italiaans. Welke factoren spelen een rol bij de kwaliteit van een taalcursus?

Prijs van een cursus Italiaans
Wat is nou een goede prijs voor een cursus Italiaans? Kijk en vergelijk voor een goede prijs-kwaliteit verhouding

Kwaliteit

De grootte van de groep is van belang. Bij de volksuniversiteiten kunt u les krijgen met 20 anderen en is er dus minder individuele aandacht dan een cursus waar maar 4 anderen in de groep zitten. Ook hier betaalt u voor. Bij de ondernemers zijn de groepen doorgaans niet groter dan 10 leerlingen. Toch is kleiner niet altijd beter, het is ook leerzaam als u van anderen kunt leren. Zelf heb ik liever groepen van 10 dan van 5.

Scholen profileren zich soms met een native speaker, of juist met een docent die ook Nederlands spreekt. Iedere school of eenmanszaak heeft haar eigen methode en voorkeur voor docenten en bepaalt ook op basis daarvan haar prijs.

Qua studie hebben wij docenten diverse achtergronden. Docenten Italiaans met een Nederlandse achtergrond hebben vaak Italiaans gestudeerd aan de Universiteit of de vertaalopleiding gedaan. Aan de naam kun je niet zien of iemand een native speaker is. Best vaak zijn Nederlandse docenten kinderen uit de 2e generatie Italiaanse migranten of Nederlanders die zijn getrouwd met een Italiaan (se). Docenten Italiaans uit Italië hebben dikwijls een hele andere achtergrond en hebben bijvoorbeeld politicologie of kunstgeschiedenis gestudeerd, maar hebben na hun studie een certificaat/ lesbevoegdheid gehaald in Italië. Zoals ook in Nederland de NT2 (docent Nederlands als Tweede Taal) opleiding een post-HBO opleiding is. Een veelvoorkomend certificaat is het DITALS, waar ik op dit moment zelf voor studeer.

Je kunt het profiel van een docent opzoeken in LinkedIn. Daar kun je redelijk zien of iemand een relevante studie heeft afgerond en / of veel ervaring heeft. Misschien bent u wel specifiek op zoek naar een native speaker of juist iemand met heel veel ervaring. Niet alle native speakers spreken Nederlands of hebben zelf ervaring met taalverwerving. Nederlandse docenten hebben nu eenmaal niet de culturele bagage van een Italiaan en ook hun uitspraak benadert slechts het accentloze Italiaans van een voice-over voor een commercial op de Rai Uno.

Alle docenten (native of niet-native) hebben te maken gehad met beide culturen en zijn daardoor cultureel mediator. Een docent is in eerste instantie een persoon en zijn of haar aanpak persoonlijk. We zijn allemaal wel gekwalificeerd, maar wel in meer of mindere mate. Realistisch gezien zijn slechts weinig docenten echt buitengewoon of inspirerend. De meeste docenten, zoals ikzelf, doen gewoon hun best en zijn afhankelijk van uw inzet om de cursussen te laten slagen.