Af en toe schrijf ik een kort stukje over een Italiaans boek dat ik heb gelezen of een Italiaanse film die ik heb gezien. De Italiaanse boeken en films zijn meestal vrij recent, die nu in de bioscopen uitkomen.
Vorig jaar las ik in de zomer drie boeken van Goliarda Sapienza. Het is een schrijfster die populair is bij een bepaald type lezers. Zo ook bij mijn docent dictie en fonetica, die ook actrice is. Zo kwam ik te weten over haar bestaan en was mijn nieuwsgierigheid gewekt.
Biografie Goliarda Sapienza
Ze werd geboren in 1924 en groeide op in een heel typisch gezin. Een anarchistische vader die ook advocaat was en een feministische moeder met een steekje los. In mijn vorige boekbespreking schreef ik over het anarchisme in Zuid – Italie. Het is iets wat me fascineert. Het kwam ook naar voren in De geschiedenis van Elsa Morante. Op haar 18e circa besluit Sapienza uit huis te gaan en dan gaat ze naar Rome waar ze naar een theaterschool gaat. Ze vertelt over haar jeugd in het boek ‘Lettera aperta’.
Karakter Goliarda Sapienza
Ik vind haar karakter heel bijzonder. Ze is heel open en direct, op on-Italiaanse wijze, maar ook non-conformistisch. Het zijn eigenschappen die ik wel waardeer. In de autobiografie ‘L’università di Rebibbia‘ vertelt ze over haar periode in de gevangenis in Rome, waar ze het zo fijn vond. Het leek dat ze dat ook zelf heeft opgezocht, door in een periode van financiele problemen iets op opzichtige wijze te stelen, alsof ze opgepakt wilde worden. Dat hele leven in de gevangenis is doet wellicht een beetje denken aan ‘orange is the new black’. In Italie is er een project inmiddels gestart voor gedetineerden met literaire ambities, dat naar haar is vernoemd. Het lijkt alsof Sapienza zich in de gevangenis meer thuis voelde dan in de maatschappij, ze schrijft erover alsof daar de relaties ‘echter’ zijn. Authentieker.
Fictie
Ze schreef ook een roman die niet autobiografisch is maar waarin de hoofdpersoon toch ook de kenmerken draagt van het onconventionele karakter van de schrijfster. Er zat een hele lange tijd tussen het schrijven van ‘L’arte della gioia‘ en de publicatie ervan. Ik denk dat veel uitgevers hebben gedacht: Ma, che cosa è questo? Het boek is in het Nederlands vertaald als De kunst van het genot. Maar ik denk dat het niks zou zijn om het in het Nederlands te lezen. Bij sommige boeken is een vertaling prima, maar bij dit boek zou ik het denk ik alleen in het Italiaans kunnen waarderen.
Het gaat over een meisje, Modesta, dat haar eerste levensjaren doorbrengt in een verpauperde plattelandsomgeving en daarna wordt geadopteerd door een religieus weeshuis. Het meisje is van een dubieuze moraal, heel berekenend. Zo papt ze met mensen aan alleen om hen te gebruiken om haar eigen zin door te drijven. Het blijft een beetje in het midden of ze ook mensen uit de weg ruimt. Het boek volgt de hoofdpersoon haar hele leven, tot ze oud is. Het verhaal speelt zich af in Sicilie en heeft helemaal die sfeer, ook door veelvuldig gebruik van de Siciliaanse taal. Daarnaast zitten er allerlei seksuele elementen in het boek. Het ademt amoraliteit, maar ik vond het niet aanstootgevend. Toch houden veel mensen daar niet van denk ik. Maar het juist dat denk ik wat me zo aansprak in haar boeken.
Bij Uitgeverij De Bezige Bij verscheen dit boek dat bijna drie milennia aan geschiedenis van Italie omvat.
De geschiedenis van Italie begint bij het Romeinse Rijk
Dat gedeelte vond ik denk ik het minst interessant omdat het in de behandeling over de Romeinse keizers zich vooral richt op de bizarre persoonlijke anekdotes over de keizers van geschiedschrijvers als Svetonius. Stijn Vennik heeft dat in Nederland ook een keer gedaan voor het Late Keizerrijk. Je zou je hier ook kunnen richten op de vorming van het burgerschap, het ontstaan van het rechtssysteem, de cultuur.
Vroege middeleeuwen
Veel waardevoller vond ik het gedeelte over de Vroege Middeleeuwen. Dat is een chaotische periode en Ross King lukt het daar helder over te schrijven. Ostrogothen, Visigothen en later de Lombarden en Normandiers. Waar kwamen ze vandaan? Hoe kwamen ze in Italie terecht? Wat waren de geografische politieke ontwikkelingen? Bij het vertellen kreeg ik (eindelijk) een soort historische kaart voor ogen. Ook wordt duidelijk hoe de ‘barbaren’ zich verhielden tot de keizer uit Byzantium en de paus in Rome.
De investituurstrijd (1076-1124)
Dit weet King in één zin treffend te karakteriseren. Ik had daar al wel eens over gelezen, maar had er nooit een helder beeld bij waar dat nou precies over ging. Waarom is ‘De gang naar Canossa’ een gezegde geworden? Het had te maken met een geschil tussen paus en keizer over wie de priesters mocht benoemen. (Investire betekent in het Italiaans ‘bekleden’ met bijvoorbeeld een ambt). De keizer probeerde dat buiten de paus om te regelen waarop de paus de keizer excommuniceerde. Dat bleek imagotechnisch zo onhandig voor de keizer dat hij naar het kasteel moest gaan waar de paus verbleef (het kasteel in Canossa). Aldaar zou hij (blootsvoets, op zijn knieeen?) buiten de poort moeten wachten en hopen dat hij weer tot de kerk zou worden toegelaten. Het gezegde slaat dus op de noodzakelijke nederigheid betonen in een meningsverschil.
Het feodale zuiden en het stedelijke noorden
Ook werd mij het verschil duidelijk tussen Frederick van Hohenstaufen (Barbarossa) en Federico II (Stupor Mundi) (1194-1250). Ik heb van die laatste ooit een boek op de kop getikt, maar ik kon hem nooit echt in een politiek-historische context zetten. In het zuiden hebben allerlei heersers elkaar vlot opgevolgd in de vroege middeleeuwen, wat wellicht een reden is voor het ontstaan van wantrouwen naar de macht. Typerend is bijvoorbeeld ook dat de Normandiers de macht grepen nadat ze als huurlingen uit Frankrijk waren gehaald. Ik kan me voorstellen dat dat iets doet met je vertrouwen in het gezag.
King beschrijft dat in deze tijd in Noord-Italie de stadsteden zich ontwikkelden met soms een eigen burgerlijk bestuur (consorterie), soms onder leiding stonden van aristocratische families/ feodale heersers en soms onder het gezag stonden van het Heilige Roomse Rijk. De historicus vertelt over het bouwen van hoge torens (zoals we in Bologna of San Gimignano nog kunnen zien) en het verhaal van de familieruzies in Romeo en Julia van Shakespeare om deze stedelijke fenomenen te illustreren. De Gonzaga’s van Mantova, de Visconti’s van Milaan, d’Estes van Ferrara, de Medici van Florence etc.
Ook schetst King het verhaal van het ontstaan van kritiek op de kerk in Italie. Dit begon met de veroordeling van de Arnaldisti. Wat later werden andere theologische stromingen toch geincorporeerd in de kerk. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de orde van de armoedebroeders der franciscanen.
Renaissance
Super waardevol in dit boek vond ik de aandacht voor vrouwen in de Renaissance en in de verlichting en de aandacht voor bekende Italiaanse culturele fenomenen. Zoals het onstaan van de opera en de commedia dell’arte en de rol van courtisanes daarin. Ook worden dan namen genoemd waarvan je denkt: daar kan ik nog eens over doorlezen. Zoals misschien eens een biografie van Isabella Andreini. Dat is een ander verhaal dan de standaard ‘vrouwenverhalen’ van de rijke dochters uit welgestelde families met een culturele hobby. Het is toch interessant om over een ander soort vrouwen te lezen. Ross King heeft daarmee de tijdsgeest goed te pakken en snapt dat mensen dit soort dingen willen lezen.
Verlichting
Leuk vond ik het verhaal over koffiehuizen en de politieke rol daarvan. Die caffè al banco is natuurlijk een echt Italiaans fenomeen en sommige Italiaanse café’s gaan way back. Ik wist niet van de politieke betekenis van deze koffiehuizen, vond ik toch wel heel veelzeggend over de Italiaanse cultuur. Ook vond ik het verhelderend hoe King vertelde over nieuwe idealen van de Franse Verlichting en hoe die langzaam een weg vonden in de Italiaanse politieke en culturele ontwikkelingen. Figuren als Beccaria (van de Accademia dei Pugni), De Accademia degli Oziosi en Genovesi en de invloed daarvan op de geestelijke en intellectuele ontwikkelingen in Napels. Prachtige namen van deze verenigingen, een pugno is een vuist (stomp), ozioso betekent lui of zinloos. Only in Italy.
Anarchisme
Ook wordt duidelijk dat in Zuid-Italie zo’n verenigingen altijd een grote rol hebben gespeeld. Ik was verrast om te lezen dat de anarchist Bakunin (1814-1876) ook een tijd in Zuid-Italie verbleef. Het anarchisme heeft echt in dat verarmde Zuid-Italie geleefd. Het ontstaan van maffia is ook in die context te bezien als een opstand tegen feodale en aristocratische heerschappij, het begon met de zogenaamde ‘brigantaggio’. Ook daarover zou ik nog wel eens door willen lezen, ik heb onlangs een biografie van Bakunin gekocht in de kringloopwinkel om die reden. Ik houd ook erg van de boeken van Goliarda Sapienza, die zijn ook doordrenkt met dat Zuid-Italiaanse anarchisme. Ook zit het in de figuur van Carlo uit ‘De geschiedenis‘ van Elsa Morante.
Risorgimento
Ondertussen begon in Noord-Italie de Risorgimento. Figuren als Manzoni, Cavour en Garibaldi worden allemaal kleurrijk omschreven. Leuk vond ik ook om te lezen hoe de feuilleton van Collodi (het verhaal van Pinocchio) een rol heeft gespeeld in het taalonderwijs en het uniformeren van het Italiaans. Bij de figuur Garibaldi snapte ik met terugwerkende kracht waarom hij zo charismatisch was en zo’n aantrekkingskracht heeft op veel Italianen. Ik vind het heerlijk als zo’n kwartjes vallen.
Wereldoorlogen
Die periode van de wereldoorlogen was mij bekender. Afgezien van de oorzaken van dat irredentismo, dat wordt ook goed uitgelegd. Het is de aanspraak op gebieden (onder andere in Istrie) door Italie in die tijd vanwege wrok over miskenning door grote mogendheden in eerdere historische periodes.
Ook blijft het futurisme voor mij fascinerend. Laatst was ook Arthur Weststeijn weer op de radio, de Nederlandse expert van de recente Italiaanse geschiedenis. Hij vertelde daarin over Marinetti en Matteotti bij het radioprogramma OVT. Ik heb wel eens stukjes getikt over het futurisme, vroeger voor Italieplein en later voor DitisItalie en werd ooit uitgenodigd door een Amsterdams gezelschap om bij een banket te vertellen over het futurisme. Ik was toen een beetje bang dat ik bij een sinister gezelschap terecht zou komen dus dat heb ik geweigerd. Het futurisme dweepte met geweld om politieke verandering teweeg te brengen.
Ik vond het geniaal hoe d’Annunzio werd getypeerd: D’Annunzio’s mannelijke ideaal, dat hij ook in zijn eigen leven nastreefde, was een merkwaardige combinatie van een drieste actieheld en een delicaat naar orchideeën ruikende aristocratische dandy‘. Voor Italie Uitgelicht schreef ik eens een stukje over d’Annunzio’s boek ‘De schoonheid van de Nacht‘. Mooie woorden als ‘spavalderia’ en ‘smania‘ zijn op figuren als d’Annunzio en Garibaldi van kracht. Driest, zouden we zeggen in het Nederlands.
Ook bij de uitleg over de Republiek van Salò, het marionettenregime van de nazi’s in Italie, geleid door Mussolini op het einde van de Tweede Wereldoorlog, vielen er bij mij dingen op hun plek. De Gustav linie en de Slag om Montecassino spelen ook in ‘De geschiedenis‘ van Elsa Morante een rol.
Naoorlogse tijd
Uitermate verhelderend was ook King zijn typering van de Jaren van Lood (Gli anni di piombo). ‘Leden (van de P2, een geheime vereniging met vooral mensen uit de politiek en geheimde dienst) hadden zich voorgenomen een communistische machtsovername te voorkomen door het in het ongerede brengen van de Italiaanse democratie. Dat diende te gebeuren door op strategische wijze spanningen te veroorzaken en zo nodig een politieke coup te plegen en een autoritair bewind aan de macht te brengen. Die Jaren van Lood waren voor mij tot nu toe een onontwarbare en bloeddorstige kluwen van geruchten, suggesties en complottheorieeen. Ross King weet ook hier helder tot de kern door te dringen.
Verder ook heel belangrijk voor de Italiaanse recente geschiedenis: de politieke ontwikkelingen met het maxiprocesso tegen maffiosi tussen ’86 en ’92. Dit leidde tot de dood van Borsellino en Falcone (waar ik eens een Italiaanse miniserie over heb gezien). Ook leidde dit tot de aanhouding van politici die de zogenaamde ‘appalti’ (overheidsaanbestedingen) bedeelden door steekpenningen aan te nemen. Dat begon in Palermo, maar eindigde in Milaan (Tangentopoli genoemd, ‘Tangente’ betekent ‘smeergeld’).
Als je de hele Italiaanse geschiedenis in ogenschouw neemt kun je ook veel beter begrijpen waarom een figuur als Berlusconi zo groot werd. Het boek eindigt met Giorgia Meloni, die nu enorm populair is.
Minpuntjes van deze ‘kortste’ geschiedenis van Italie
Soms heb je voor diepere historische kennis het eerst nodig om de grote lijnen helder te krijgen. Daar is dit boek uitstekend voor geschikt. King is wellicht soms een beetje selectief in zijn bronnenmateriaal denk ik, maar goed, alle populaire historici zijn mensen die er goed in zijn hun eigen visie op de geschiedenis te vertellen door middel van een mooi verhaal en niet om de wetenschappelijke nuance op tafel te leggen. Soms is het daardoor een beetje zwart – wit gesteld. Zo is een terugkerend thema voor Ross King dat een leider bij aantreden heel goed doorpakt en effectief leiderschap betoond. Terwijl dat dan na enkele jaren weer verslapt. Tja. Dat levert een eenduidige visie op, maar daar word je niet zoveel wijzer van.
Ook beklijft het verhaal daardoor soms niet echt. De personages en de ontwikkelingen. Wil de geschiedenis meer beklijven dan heeft het wellicht toch meer zin historische fictie zoals Elsa Morante’s De geschiedenis te lezen, omdat dit (op mij) meer indruk maakt. Wat ook wel jammer was is dat er weinig historische quotes of getuigenverslagen in zitten. Hierdoor is het boek soms een beetje een opsomming van ‘die heeft ruzie met die’ en ‘die volgt die andere op’. Maar als verhelderende achtergrond bij die romans, bij de levende geschiedenis van historische fictie, is het fantastisch en een absolute must-have voor de boekenkast van de Italofiel.
Voor DitisItalie schreef ik voor wereldvrouwendag een artikel over bekende Italiaanse schrijfsters om je boekenkast mee te feminiseren. Daarin stond Elsa Morante als tip.
Ik ben een veellezer en meestal lees ik niet twee boeken van dezelfde schrijfster, omdat ik nieuwsgierig ben naar de werken van andere schrijfsters. Ik lees voornamelijk vrouwelijke schrijfsters, omdat ik geloof dat die zijn achtergesteld en het verdienen meer gelezen te worden. Je vindt hier overingens al mijn blogjes van boeken en filmreviews.
Er zijn echter enkele schrijfsters die ik zo goed vond dat ik er meer van wilde lezen. Elsa Morante is een voorbeeld. Zij schrijft echt dikke pillen. Maar haar boeken zijn geweldig, er is zo prachtig gedetailleerd geschreven zonder dat het triviaal wordt! Al die details geven het verhaal juist diepte. Psychologisch zijn de romans ijzersterk.
Ik ben vorig jaar begonnen met Leugens en Tovenarij van Elsa Morante
‘Menzogna e sortilegio’ in het Italiaans. De beschrijving op de achterflap:
In deze drie generaties omspannende familieroman doet Elisa, een jonge, Zuid-Italiaanse vrouw, haar afkomst uit de doeken aan de hand van de sprookjes en leugens die haar verwanten zichzelf en elkaar vertelden. Op basis van nagelaten brieven reconstrueert ze hoe haar grootouders elkaar leerden kennen en hoe haar ouders na moeizame amoureuze verwikkelingen uiteindelijk tot elkaar kwamen. Een verhaal van gefnuikte dromen en bedrogen liefdes – van familieliefde en familiehaat.
Leugens en tovenarij (1948), de ambitieuze, met de prestigieuze Premio Viareggio bekroonde eerste roman van Elsa Morante, is een familiekroniek op negentiende-eeuwse leest die alle tradities van de oude liefdesroman op losse schroeven zet. Een verhaal over ambitie en verval, verteld met verve en verfijnde ironie. Over teleurgestelde mensen in een benauwende maatschappij, die de bittere realiteit van hun eigen onvermogen ontvluchten in een zelf opgetrokken bouwsel van waan en fantasie.
Het boek werd gepubliceerd in 1948 en telt 800 bladzijdes, maar geloof me, het is het waard.
Ik schreef een review op Goodreads van Leugens en Tovenarij:
Echt wel heel goed geschreven, deze Italiaanse klassieker. Eigenlijk is het een eigentijdse psychologische thriller. Er wordt de hele tijd gespeeld met de fantasie van mensen, die mettertijd wanen worden. Mensen die arm zijn, die fantaseren over leven in weelde en zich zo gedragen, terwijl de realiteit bitter hard is.
De oorzaken van waanzin
Het is een beetje freudiaans gedacht dat aan waanzin een overdaad aan fantasie schuil ging. Naast middelengebruik of medicatiebijwerkingen zijn trauma en stress denk ik meer gangbaar nu als wetenschappelijk verklaarbare oorzaak. Het boek is daarmee ook wel een kind van zijn tijd, het is geschreven in de jaren ’50. Er wordt de suggestie gewekt van een correlatie tussen fantasie en waanzin. In dat boek is dat progressief uitgelegd: het begint met de grootouders van Elisa, het versterkte bij de ouders van onder invloed van sociaal economische deprivatie, de maatschappelijke factor die bijdraagt aan de ontsporing. Waanzin is een samenspel van psyche en maatschappij, zo laat Elsa Morante ons weten. De waanzin lijkt daarnaast ook nog eens een interpersoonlijk spel van een folie a deux, waarbij waanideeën door verschillende personen worden gedeeld en de jonge Elise het idee geven van ‘Leugens en Tovenarij’.
Ingenieus psychologisch spel
Elisa houdt zich staande en doet als volwassene verslag van wat haar als kind is overkomen. Maar door de perspectiefwisselingen zie je naast de belevenissen van haar voorouders, ook de wereld van haar als kind waarin zij werd geconfronteerd met ingewikkeld gedrag. Daardoor ontstaat een heel bijzonder verhaal dat heel ingenieus in elkaar zit. Het maakte het boek op driekwart van het verhaal wel zwaar om uit te lezen, vanwege de psychologische diepte van het verhaal. De sociaal economische teloorgang van de familie en het verlies van familieleden wordt minder uitgediept in sociale zin, wat dat betekent voor het psychisch welzijn. Doordat gedachten, leed, verlangens en dromen allemaal in eenzaamheid worden beleden, de ouders van Elisa spreken allebei niet over hun verleden in hun huwelijk, wordt de waanzin natuurlijk des te groter en het literaire psychologische effect sterker.
Charme, gekscherendheid, impulsiviteit en berekening
Verder geeft het boek een mooi beeld van de Zuid-Italiaanse armoede en cultuur. Het katholicisme, de mooie sier, de gekscherende drang naar lichtzinnige frivoliteit. Het buitenleven, de luiken om de hitte buiten te houden. De emotionele overgave, je zou het passie kunnen noemen en de kwetsbaarheid die dat met zich meebrengt. Een sleutelfiguur in het verhaal is Edoardo, die mij erg deed denken aan Mozart in de film Amadeus van 1984. Een combinatie van charme, gekscherendheid, impulsiviteit en berekening. Een lichte vorm daarvan hoort bij het Italiaanse dolce vita, waarin je van het leven geniet en waarbij die emoties in kleine hoeveelheden worden aangetroffen. Als het echter een voltreffer is leidt het al snel tot emotionele mishandeling. Maar de personages in deze roman leven hun emoties niet met mate. Zoals jaloezie, toch ook een bekende emotie onder Italiaanse mannen, een tornado die in het verhaal ook een rol speelt. Goed geschreven psychologische roman, met veel diepte en literair ingenieus. Geen makkelijk boek, maar wel één die je uit moet lezen en het einde maakt alles de moeite waard.
Na Leugens en tovenarij las ik L’isola di Arturo van Elsa Morante
(echt prachtig ook, vertaald als Het eiland van Arturo). Ook echt een boek dat je raakt. Zo mooi, het opgroeien van die jongen, zijn vertwijfeling. Ik voel heel veel tederheid voor de personages van Elsa Morante. Het boek kreeg de Premio Strega in 1957, Italie’s belangrijkste literaire prijs. Dit boek op de achterflap:
In een oude villa op het Italiaanse eiland Procida woont een jongen met zijn vader. Arturo gaat niet naar school en brengt zijn dagen door in de wilde, weelderige natuur van het eiland. ’s Avonds leest hij boeken over grote ontdekkingsreizen en het mysterieuze Oosten uit de bibliotheek van zijn vader Gerace. Die is zijn grote voorbeeld: groot, blond, onverschrokken – zoals de helden uit Arturo’s boeken, die geheel hun eigen weg gaan.
De grote afwezige in huis is de moeder van Arturo, die in het kraambed overleed en nu als een heilige wordt vereerd door haar zoon. Er is geen vrouw ter wereld die bij haar in de buurt kan komen en zowel Arturo als zijn vader ontbreekt het aan enige interesse in en respect voor vrouwen.
Maar dan op een dag keert zijn vader terug op het eiland met een jonge vrouw, met wie hij net blijkt te zijn getrouwd. Ze is maar twee jaar ouder dan Arturo en staat als brave gelovige uit de grote stad voor alles wat hij verafschuwt. Langzaam maar zeker wordt de paradijselijke microkosmos waarin Arturo leeft doorgeprikt.
Mijn laatste was La storia, ook van Elsa Morante
vertaald als De geschiedenis, die ook onlangs in het Nederlands is uitgegeven door uitgeverij Wereldbibliotheek. Ook dit is weer een vuistdikke roman. Dit boek gaat over een jonge moeder met twee kinderen, een verhaal dat zich afspeelt tijdens WO II. Op de achterflap:
De geschiedenis werd geschreven bijna dertig jaar nadat Elsa Morante en Alberto Moravia zich een jaar lang verborgen hielden in de afgelegen dorpen in de bergen ten zuiden van Rome. Daar was ze getuige van de impact van de oorlog en vormde zich het idee om een verslag te schrijven over de grote politieke gebeurtenissen, in beweging gezet door mannen van de macht, rijkdom en ambitie – en wat ze de gewone mensen aandoen.
Het centrale personage in deze krachtige en meedogenloze roman is Ida Mancuso, een lerares wiens man is overleden en wiens tienerzoon de oorlog ziet als zijn speeltuin. Een Duitse soldaat op weg naar Noord-Afrika verkracht haar, wordt verliefd op haar, en verlaat haar terwijl ze zwanger is van een jongen wiens overleven Ida’s passie wordt.
Rond deze twee komen en gaan andere personages. We vangen een glimp van bombardementen, straatgeweld, een Italiaanse soldaat die bezwijkt aan bevriezing aan het Russische front, het uithoudingsvermogen van boeren die hun hele leven met niets moeten doen en nu moeten overleven met nog minder.
Ook hier is het beeldend: je ziet dat jonge knulletje tussen de ruines lopen, je vangt af en toe iets op van zijn belevingswereld. Tussen alle beschrijvingen van de grote oorlog door. Het grote verhaal van de oorlog wordt verweven met het kleine verhaal van Ida, de beminnelijke Useppe en Nino. Van het verhaal is onlangs een miniserie gemaakt door de bekende Italiaanse regisseuse Francesca Archibugi, die is uitgezonden op de RaiUno. Ja, er zit veel pathos in, en daar is het verhaal in het verleden op afgerekend (een vrouw die een zielig verhaaltje schrijft over persoonlijke belevenissen), maar de tijd heeft die eerste afkeuring in de kritieken goed gemaakt en het boek erkent als een capolavoro.
Ik schreef een kort stukje op Goodreads:
Ik heb geschiedenis gestudeerd maar dit boek ‘La storia’ zou iedere geschiedenisstudent moeten lezen. Het verenigt het grote verhaal van politieke ontwikkelingen met dat van een individu.
Iduzza is een eenvoudige Italiaanse vrouw. Haar man is op jonge leeftijd overleden en ze leeft met een zoon uit dat eerste huwelijk (Nino) en een bastaard (Useppe) die is geboren uit een verkrachting door een Duitse soldaat op het begin van de eerste wereldoorlog. Daar begint het boek.
Het perspectief wisselt: soms volgen we Iduzza, soms Nino en soms Useppe. Altijd de alwetende verteller die ook pagina’s lang kan uitweiden over bijpersonages. Heel aandoenlijk vind ik dat ook het karakter van dieren uitgebreid wordt besproken. Er zijn opvolgend twee honden (Blitz en Bella) in het huishouden van Iduzza, hun karakter wordt uitgebreid beschreven en hun rol in het gezin is groot. Ook gaat het pagina’s lang over een kat, Rosella, in een schuur waarnaar Iduzza en Useppe zijn uitgeweken als hun huis in Rome is gebombardeerd.
Die gedachtengang van een kleuter is enorm fascinerend en aandoenlijk, zonder ooit sentimenteel te worden. Ook dromen van personages worden uitgebreid beschreven en de kleuren en indrukken van het weer, de dag op onnavolgbare wijze.
Prachtig en indrukwekkend vond ik ook de uitweiding over de belevenissen van Davide in de laatste 100 bladzijden van het boek en de gesprekken die Useppe heeft met zijn hond Bella.
Echt een aanrader! Zoals ook haar andere boeken L’isola di Arturo (Het eiland van Arthur) en Menzogna en Sortilegio (Leugens en Tovenarij)
Ik heb deze gekocht als Italiaans e-book, gewoon bij bol.com. Bol heeft best veel Italiaanse titels ter beschikking als ebook. Daarmee steun je niet de lokale boekhandels, maar die hebben geen Italiaanse boeken en een e-book is weer wat goedkoper dan de papieren versie uit Italie laten komen. Italiaanse boeken lezen kan een vrij dure hobby zijn op die manier. Bovendien heb je met een e-book direct beschikking tot je roman.
Heb jij nog een Italiaanse boekentip voor mij? Laat je tip achter in een reactie.
Ik was wel benieuwd naar de films van Alice Rohrwachter. Een vrouwelijke scenarioschrijfster en regisseur uit Italie. Haar films zijn in het Italiaans en best wel arthouse en sprookjesachtig. Ze zijn niet naar of gewelddadig, wat ik wel een verademing vind, na de kaskraker successen van Matteo Garrone, die echt super heftig zijn en waar ik onlangs Io Capitano niet af kon kijken. Er blijft nog heel veel te zien voor mij op filmgebied. Ik heb in mijn studententijd best wel wat Italiaanse klassiekers gezien, maar er verschijnt best veel, dus om het bij te houden is een opgave.
Alice Rohrwachter is van mijn jaar, 1981 en werkt veel samen met haar zus, de actrice Alba Rohrwachter een actrice die opvalt door een combinatie van een doorschijnendheid a la Tilda Swinton en het realisme van een Frances McDormand. Bijzondere verschijning dus . De twee films die ik zag waren Lazarro Felice en Le meraviglie. Dat zijn echt vertellingen over ja waarover eigenlijk? Dat is natuurlijk altijd de vraag, wat wil de regisseur of scenarioschrijver hiermee zeggen?
Lazarro Felice
In Lazarro Felice gaat het over een eenvoudige goede jongen, Lazarro (een bijbelse naam/figuur, dat ga je dan toch ook even googlen) die met een aantal boeren door een markies voor de gek wordt gehouden dat feodale werkrelaties nog bestaan. In werkelijkheid leven ze in de moderne tijd. Dus die arme mensen werken zich te pletter voor een zelfbenoemde markiezin, met een gecompliceerde puberzoon, Tancredi. Uiteindelijk wordt het bedrog ontmaskert, maar Tancredi en Lazarro hebben dan toch al een vreemde band opgebouwd.
Lazarro lijkt ook in de film een wederopstanding mee te maken, net als zijn bijbelse naamgenoot. Hij komt terecht bij een groep arme oplichters in de periferie van Rome, waar hij uiteindelijk weer Tancredi terugziet, bij toeval. Wat het verhaal wil zeggen? Volgens IMDB gaat het over het verleden dat voortleeft in het heden. Ik vind het hele verhaal nogal cryptisch, maar dat betekent niet dat ik het niet met plezier heb gekeken. Voor mijn gevoel ging de film meer over het thema schuld en onschuld ofzo.
Le meraviglie
Ook dit is een nogal sprookjesachtige raadselachtige film over een arm gezin in de regio Lazio/ Umbrie, een familie van bijenhouders die wordt aangevoerd door vader Wolfgang. De hoofdpersoon van het verhaal is eigenlijk Gelsomina, de oudste dochter. Wolfgang bestuurt het gezin vanuit een dictatoriaal idealisme, maar de familie zit financieel aan de grond. Op een dag hoort Gelsomina over een tv wedstrijd waarbij locals hun ‘authentieke’ producten moeten verkopen in een wedstrijd in de hoop op prijzengeld. Ze schrijft hun familie in en vervolgens gaan ze meedoen aan zo’n reality show. Dat contrasteert nogal met hun leven als arme boeren.
En tja, wat dit verhaal wil zeggen? Dat echte authenticiteit mooi klote is, en die authenticiteit van de tv fake? Ik weet het niet. Vast nog wel iets anders. Ik keek de film met mijn dochter van 9, de film is 6+. Het is mooi verbeeld, de personages zijn interessant, maar dit is net als Lazarro felice een film die niet helemaal te doorgronden is.
Cinemember.nl
Die cinemember is best een interessante streamingsdienst, er staan veel hoogwaardige Italiaanse arthouse films op, die je lekker achter elkaar kunt bingen. Je kunt een proefabonnement nemen van twee weken en daarna kost het 10 euro per maand.
Met deze film geeft de prijswinnende Italiaanse regisseur Matteo Garrone (Gomorra, Dogman) gezichten aan het verhaal van de bootvluchtelingen die in Italie aankomen. En die zo onderdeel zijn van een maar al te bekend politiek debat waarbij we al snel vergeten dat het om mensenlevens gaat. Io capitano Italiaanse film met een boodschap
Migratiedeals
Italie wil dat we samen zorgen voor het tegenhouden van deze groep afrikanen. In Juni 2023, het jaar waarin deze film uitkwam is er een grote deal gesloten tussen Tunesie, de rechtse premier Giorgia Meloni en Mark Rutte over de opvang van de ‘gelukszoekers’. Zij geven de Tunesische dictator geld, veel geld voor het tegenhouden van de Afrikaanse vluchtelingen die naar Europa willen. In de praktijk zien we dat in de omgang met vluchtelingen in Libië en Tunesië de mensenrechten met voeten worden getreden. Deze film vertelt dat verhaal.
Onvoorstelbaar
je weet dat dit gebeurt, maar je denkt niet na over de details, over de mensen, over gezichten. Deze film geeft gezichten aan een situatie van onrecht waar het moeilijk tegen strijden is. Het zijn de levens van Seydou en Moussa, twee Senegalese jongens die Dakar willen verlaten omdat ze dromen van een betere toekomst. Hun tocht door de woestijn, Libische detentiecentra en op de Middellandse Zee. De film is mooi, de beelden prachtig en de personages laten je het verhaal voelen. Io capitano betekent: ik, kapitein. Want Seydou wordt kapitein van het bootje dat de overtocht maakt naar Sicilie.
Io capitano Italiaanse film gaat over de reis naar Europa
Het is geen vrolijk verhaal maar wel een noodzakelijk verhaal. Voor de casting zijn jongens uit Senegal gekozen. Opmerkelijk is dat degene verantwoordelijk voor de casting de toegang tot de ambassade in Marokko werd ontzegd ter gelegenheid van het uitkomen van de film, omdat men bang was dat hij de mogelijkheid zo aangrijpen om zelf vluchteling/migrant te worden, mocht hij eenmaal in de ambassade zijn. De film is voor een groot deel in Marokko opgenomen.
We kunnen niet alle mensen opnemen in Nederland
maar ondertussen halen Europese vissersboten de wateren voor de Senegalese kust leeg en laten ze weinig werk over voor de Senegalese vissers. Iets van dat onrecht zou toch ook mogen doorsijpelen bij de Nederlandse politici. Maar onze politici liegen liever de kiezers voor en wakkeren de angst bij Nederlanders aan voor niet bestaande nareizen, waardoor in Nederland de woningnood verder opgedreven zou worden. Het is verdrietig dat we met zijn allen niet in staat zijn om beter voor deze mensen te zorgen. Dat is ook de politieke boodschap die deze film wil uitdragen.
Verder kijken / lezen:
Wil je meer weten over het vluchtelingendebat in Italie, kijk dan ook de documentaire Fuocoammare uit 2016, over de crisis in Lampedusa. Verdiep je in het radicale pacifisme van Gino Strada, medicus bij conflicten die zich uitsprak tegen de migratiepolitiek van Italie’s rechtse regeringen. Of lees het werk van de nederlandse Italianist Rosetta Steenbeek (boek: Wie is mijn naaste & documentaire serie: Viva l’umanità)
Italianen houden van oude dingen. Waarschijnlijk omdat ze in een oud land wonen met een rijke geschiedenis waar de verhalen overal op de loer liggen. Ze leren op hun scholen dat ze Romeinen waren, vroeger. In Nederland leer je ook over de Romeinen, maar we maken ons de cultuur van de Romeinen maar zelden zo eigen als dat de Italiaan dat kan. De Romeinen zijn dan ook vaak bekend met de Griekse mythologische verhalen, het onderwerp van dit boek van Marcolongo.
De functies van mythologie
Een veelgebruikte, maar achterhaalde functie van mythologie is die van het uitleggen van de oorsprong van dingen. Zoals Stephen Frye het zegt in zijn inleiding van zijn boek ‘mythos’: ‘Early human beings the world over wondered at the sources of power that fuelled volcanoes, thunderstorms, tidal waves and earthquakes. They celebrated and venerated the rhythm of the seasons, the procession of the heavenly bodies in the night sky and the daily miracle of the sunrise’ Op veel plekken in Italie zijn er dan ook plekken in de natuur waar mensen mythologische verhalen bij beschrijven. Het meest bekende voorbeeld is de poort van Gibraltar die in de oudheid bekend stond als ‘de zuilen van Hercules’. Vanaf een afstand lijken de twee bergen die het Europese en Afrikaanse continent met elkaar verbinden net twee zuilen.
Daarna gingen mensen mythologie gebruiken als historische verklaring (toen de geschiedwetenschap nog in de kinderschoenen stond) en om sociale verhoudingen uit te leggen. Die historische functie van mythologie is nog steeds belangrijk, maar er zijn wel heel veel kanttekeningen bij geplaatst. Dit boekje van oud-historicus Lendering maakt dat goed duidelijk. Toch is het gebruik van mythologie als historisch verklaringsmodel nog wijdverbreid, zeker in de populaire cultuur.
Menselijke waarden en psychologische inzichten
Een blauwe maandag studeerde ik cultuurgeschiedenis in Maastricht. Maastricht voelt een beetje als buitenland en daar beschouwden ze de Griekse tragedies vanuit het literaire, filosofische of psychologische oogpunt. Wat zegt mythologie ons over de menselijke conditie? Wat zegt het over mensen? Het eerste vak dat ik daar volgde heette ‘Apollo en Dionysius’. Die titel kwam van Nietzsche’s theorie over het dualisme tussen droom en harmonie (Apollo) enerzijds en de roes en de chaos (Dionysius) anderzijds. Nietzsche was classicus en schreef dit in zijn eerste grote artikel ‘De geboorte van de tragedie’. De tegenstelling van Nietzsche is een filosofische manier om de wereld te zien.
Bij de cursus in Maastricht keken we ook naar het dilemma van Antigone. Haar broer Polyneikes werd door velen gezien als landverrader en na zijn dood gunden sommigen hem geen waardige begrafenis. Haar dilemma was: kies je voor de waarden van de gemeenschap of die van jezelf? Kies je voor goddelijke wetten of menselijke wetten? Dat is een universeel dilemma dat door de tijd heen niet aan actualiteit heeft ingeboet. Als puber koos ik voor goddelijke wetten, maar in mijn volwassenwording ben ik steeds meer gaan kiezen voor menselijke wetten.
De mythologie is vaak tragisch. Een andere functie die de mythologie is toebedeeld is die van katharsis. Door het lezen van literatuur of zien van theater onderga je loutering. Gevoelens van een toeschouwer of lezer worden gezuiverd door het meebeleven in de emoties van een hoofdrolspeler uit een boek of toneelstuk. Zo ging ik een paar jaar geleden naar een uitvoering van de tragedie ‘Medea’ waarin je wordt meegevoerd in de gedachtenwereld van iemand die iets vreselijks begaat. Het kunnen begrijpen van zoiets, zonder het zelf écht te hoeven ondergaan is louterend.
Het gebruik van mythologie voor het verwerven van psychologische inzichten, dat doet ook dit boek van Marcolongo.
Communicatie adviseur
Marcolongo werkte als communicatieadviseur voor bedrijven en politici zoals Matteo Renzi. Zij leren: ‘hoe kan ik een positieve draai geven aan een impopulaire maatregel?’ Zij helpen politici geen boosheid te etaleren, maar alleen een verstandige berekenende strategie om hun doel te bereiken. Over communicatie adviezen zal in de oudheid ook gesproken zijn. Zo zijn monumenten en munten bekeken in het licht van de propaganda en zijn antieke schrijvers bestempeld als ‘panegyrici‘. Dat communicatieadviseurs van politici ook afgestudeerde Griekse letterkundigen kunnen zijn, verbaasde mij niet.
De moed om lief te hebben
De schrijfster vertelt het verhaal van de Argonauten. Een Grieks mythologisch verhaal dat ze verweeft met haar pleidooi voor een écht leven, tegen een risicomijdend bestaan vol appjes en zonder echt contact. Dat vind ik echt typerend voor een zelfhulpboek, deze gedachte dat mensen zoveel in een sleur zitten waar ze uit gehaald dienen te worden om écht te leven of lief te hebben.
Mijn vader zei altijd dat je je talenten moet benutten en iets voor anderen moet betekenen die minder geluk hebben dan jij. Ik vraag me wel af wat dat is, écht leven. Zelf ben ik dol op mijn sleur en houd ik er echt niet van als ik er uit wordt gehaald. In mijn sleur functioneer ik op mijn best. Als ik niet hoef te denken aan allerlei overlevingsmechanismen dan kan ik namelijk denken aan oplossingen voor kleine concrete problemen die ik wél op kan lossen en kan ook ik, als intuïtief en gevoelsmatig mens, mijn pragmatische en rationele kwaliteiten ontwikkelen en daadwerkelijk iets betekenen voor anderen.
Woorden
Wat wel heel waardevol is in dit boek is de manier waarop de schrijfster ons de cultuur van de Grieken laat zien achter de woorden zoals vertrouwen, vergeten, herinnering, lot, gastvrijheid. Woorden hebben zich ontwikkeld in de loop van de tijd en vaak zijn we verwijderd van de betekenis van een woord zoals de Grieken het begrepen. Ik moest daarbij denken aan dit artikel dat ik las van Anna Kaal over hoe de connotatie van woorden uit een vreemde taal een rol zouden kunnen en moeten spelen in het Vreemde Talenonderwijs. Een kennismaking met een nieuw woord is verfrissend en geestverruimend, als je dat kunt overdragen als schrijfster of docent ben je goed bezig.
Het beste van jezelf voor jezelf
Een citaat uit Marcologo’s boek: “het instinct om te veranderen, de kracht om te kiezen, de moed om lief te hebben, de eer om trouw te zijn, bovenal aan zichzelf, het vermogen om over zichzelf te praten: dat zijn de elementen die mensen uit alle tijden in staat stellen en vol en waardig leven te leiden”(p.29).
Niemand bezit natuurlijk al die kwaliteiten. Ik weet in ieder geval van mijn vrienden en van mijzelf dat wij op heel veel momenten denk ‘dit is echt vervelend, maar ik weet niet hoe het komt en hoe ik het op moet lossen maar ik ga maar door’. De succesvolle mensen, onze hedendaagse helden (Ik denk aan de Obama’s, Malala, Greta Thunberg) kunnen echte problemen identificeren en zichtbaar maken, maar voor veel mensen is dat niet weggelegd. Die ploeteren maar in een dagelijks bestaan, worstelen met scheidingen, overlijden van dierbaren, ziektes en pijn. Om het nog maar niet te hebben over fietsen in de regen, te vroeg opstaan, het brood dat op is en dat je moet halen bij de supermarkt en je schoen waar een gat in zit en waardoor je nu natte sokken hebt. Marcolongo zelf is trots dat ze ook haar keuze heeft gemaakt tegen die sleur en ze vertelt over haar keus om te schrijven, het resultaat is dan dit boek zelf. Maar met die keuze zal ze nog steeds appjes moeten sturen (geen écht contact) en sokken moeten wassen.
De onderliggende vraag van dit boek is echter relevant : Hoe wil ik nu en kan ik nu mijn leven inrichten dat ik er optimaal gebruik van maak? Die vraag blijft interessant om te blijven stellen. Zo ben ik zelf al een half jaar aan het twijfelen of ik nu moet starten met een opleiding tot NT2 docent, omdat ik denk dat het kunnen helpen van immigranten bij hun integratie in Nederland me heel waardevol lijkt en omdat ik denk dat ik dat goed zou kunnen. Maar de stap zelf zetten is moeilijk.
‘Gelukkig zijn is dus niet hetzelfde als geen problemen of tegenslagen hebben en leven in een ongestoorde rusttoestand….het is de energie om te handelen, de vreugde om te doen, de zin om te veranderen – om vruchtbaar te zijn, om de bloemen die we zijn te zien uitkomen. En ongelukkig zijn is daar het tegenovergestelde van: het onvermogen om te bewegen, om zware gedachten van je af te schudden, de onmogelijkheid om ook maar een stap verder te zetten’ (blz. 38)
Andrea Marcolongo
De heldenmaat De mythe van de Argonauten en de moed om lief te hebben
The Game is een geschiedenis van de afgelopen 40 jaar. In dit non-fictie boek schetst filosoof Baricco onze maatschappij zoals die wordt gekenmerkt door een parallelle wereld, de digitale die wij zelf hebben geschapen. Hij vertelt in een weergaloos verhaal de opkomst van een nieuwe maatschappij. Dit blog is geen samenvatting/review van het boek, maar een weergave van de impact die het boek op mijn gedachten had. De titel ‘The Game’ verwijst naar de regels die gelden in die parallelle wereld, die zijn ontworpen naar gelijkenis van een computerspel.
De schrijver is een interessant figuur. In 2010 tipte mijn broer het boek ‘De Barbaren’. Dat filosofisch maatschappelijke boek, voorganger van dit boek, ging ik niet lezen. Ik nam het luisterboek/ de roman Oceaan van een zee. Nog hoor ik het ruisen van de zee als ik aan dat luisterboek denk. Baricco is iemand met een maatschappelijke functie in Italie. Zo verscheen in het najaar van 2018 een essay van de filosoof die veel stof deed opwaaien in Italie. Het essay werd vertaald door Anne Branbergen voor De Groene Amsterdammer in januari 2019.
Einde van veel lange termijn projecten?
We zijn anders gaan denken, zo schrijft de filosoof. De digitale revolutie is hiervan het gevolg. Waar we in de 20e eeuw lang en hard moesten werken om een glimp op te vangen van diepere kennis doen we tegenwoordig onze kennis op in een vluchtige digitale ervaring. Ik herken de vluchtigheid van de digitale ervaring ook bij mezelf. Ik lees veel boeken half en vaak lees ik er twee tegelijk terwijl ik ook nog eens een artikel tussendoor doe. Zijn we niet meer gewend om langdurig ergens in te investeren?
Een taalstudie is per definitie geen korte termijn project. Dat kan gewoon niet. Het kost tijd en moeite en alleen als je bereid bent daar plezier in te hebben, zul je op lange termijn de vruchten ervan gaan plukken. Op grond van onderzoek blijkt dat Engelse volwassen native speakers die Frans of Spaans leren, na 240 uur taalverwerving het niveau A2 voor de gespreksvaardigheid bereiken, na 480 uur niveau B1 en na 720 uur niveau B2. Deze gegevens zijn een indicatie, maar geen garantie. Een taalstudie biedt bij uitstek niet de vluchtige digitale succes ervaring die we hebben leren kennen de afgelopen 20 jaar. De meeste mensen haken dan ook af na 1 cursus. Van de mensen die doorgaan, blijven de meesten doorgaan tot ze nivo A2/B1 bereikt hebben.
Ik weet wel dat de inburgeringsscholen in Nederland er drie jaar voor innemen, voor het behalen van nivo A2. A2 is het nivo dat de Nederlandse regering eist aan inburgeraars, als voorwaarde voor het verkrijgen van hun paspoort. Die drie jaar is nodig. Ook omdat het Afghaans, Pools, Chinees of Syrisch veel verder van het Nederlands af ligt, dan dat u van het Italiaans bent verwijderd. Die vluchtelingen en arbeidsmigranten hebben 12 uur in de week Nederlandse les, maar wonen wel in Nederland. Veel Nederlanders zijn ontevreden over de inburgering van deze nieuwkomers. Maar zou u het kunnen, in dit tempo dit taalnivo behalen?
Einde van de tussenpersonen
Inspanning, daar heb ik ook niet altijd zin in. En ik denk ook dat ik veel zelf kan. Informatie over didactiek opzoeken kan ook op het internet. Waar heb ik nog een juf voor nodig? Kennis opdoen kan ook digitaal.
Doordat kennis zo onder handbereik ligt van iedereen, denken mensen wel eens dat ze geen tussenpersoon meer nodig hebben, zo stelt Baricco. Bestellen doe je via internet, een politicus hoeft geen verstand van zaken meer te hebben. Ook de kennis van doktoren wordt ter discussie gesteld: mensen gaan zelf hun ziektebeelden googlen en denken mee over hun behandeling. Docenten zijn linkse betweters die je aan kan geven bij een meldpunt als ze er een mening op na houden.
Uren maken en een vakman worden, dat is naar mijn mening echter toch iets anders. Leren ook door ervaring en uitwisseling met anderen. Daarom weet ik ook dat Hoo Man van Italtaal een goede docent is, die maakt al 10 jaar het driedubbele aantal lesuren dat ik maak. Hij heeft meer ervaring. Door ervaring doe je ook kennis op die je niet kunt leren door een opinie van een interessant artikel achter een hyperlink over te nemen. Zo is niet iedereen met een mening over gezondheid een dokter en niet iedereen met een mening over politiek een politicus.
Visie
In het laatste hoofdstuk vertelt de schrijver over zijn visie. Wat zijn nu de consequenties van deze historische ontwikkeling? Interessant is hoe hij vertelt over snelwaarheden. Door het internet wordt veel ingewikkeld, genuanceerd of wetenschappelijk nieuws gecomprimeerd tot een nieuwtje dat versimpeld is en meer ‘aerodynamisch’ is. Een nieuwtje dat zich sneller verplaatst over het internet. De schrijver noemt een voorbeeld en ik kon er zelf ook meteen een bedenken. Onlangs zag ik een veel gedeeld artikel in het italiaanse taaldocentenland over dat het Italiaans het Frans had ingehaald en de 3e meest bestudeerde taal van de wereld zou zijn. Het nieuws ging viral, maar enkele dagen later zag ik in een tweet van een Italiaanse professor linguistiek van de Universiteit van Utrecht het geverifieerde nieuws: het ging in feite om de derde taal die mensen studeren. Dan was Italiaans de meest bestudeerde taal (dus als eenzelfde persoon ook al Frans en Chinees studeerde. Dat is wel wat anders! Storytelling, een goed verhaal vertellen is tegenwoordig essentieel. En een goed verhaal reist snel, is pakkend en gaat viral en is per definitie niet volledig. Dat is ook het verschil tussen populisten met een pakkende boodschap en de traditionele politiek die een ingewikkelde genuanceerd verhaal heeft dat vervolgens door spindoctoren moet worden opgeleukt.
Dit boek van Giulia Blasi staat al een tijdje in de top 10 in Italie. Blasi is een feministische dertiger die ik alweer een hele tijd terug interviewde voor Italieplein. Destijds deed ik voor een vak interculturele communicatie studie naar de verschillen tussen het Nederlandse en het Italiaanse feminisme. Ik ging toen op zoek op internet, waar de feministes veel duidelijker aanweziger waren dan in de reguliere Italiaanse media, kranten en tv. Tegenwoordig werkt ze als docent bij het Europees Instituut voor Design in Milaan.
Blasi op Twitter
30 oktober kwam haar handboek voor revolutionaire meisjes uit. Op haar veelgevolgde twitteraccount becommentarieert ze het nieuws, vanuit politiek en feministisch perspectief. De afgelopen weken ging het daarbij bijvoorbeeld over een door Salvini geintimideerde tolk die uit haar ambt was gezet omdat ze kritiek had uitgeoefend op de Italiaanse regering. (In Nederland tweeten we dan gewoon op persoonlijke titel, daar doet niemand moeilijk over – tenzij je leraar bent want dan loop je risico bij een meldpunt linkse indoctrinatie aangemeld te worden). Ook ging het over het familiecongres in Verona waar conservatieve rechtse partijen en christelijke fundamentalisten uit de V.S. elkaar vonden in hun poging de traditionele gezinnen te beschermen, die zo merkte zij op, door niemand worden bedreigd. Of het ging over een nagelaten veroordeling van enkele mannen. Ze werden vrijgesproken van verkrachting omdat de vrouw ’te lelijk was om te worden verkracht’. Op NOS was een interessante podcast daarover met Rosanna Colicchia, docente Italiaans in Hilversum en Angelo van Schaijk, Italie correspondent.
Geen Nederland
Veel zaken die in Italie erg belangrijk zijn spelen niet in Nederland. Zo hebben wij veel minder passiemoorden waarbij jaloerse vriendjes hun vriendin om het leven brengen. Blasi vertelt hoe er in Italie mededogen wordt opgebracht voor de daders die gekweld worden door hun jaloezie en verlangens. Terwijl de meisjes het nog wel eens opzoeken of de schuld krijgen hun vriendjes veel eerder verlaten gehad moeten hebben. Ook gaat het over roze speelgoed, poppen en speelgoedstrijkijzers voor meisjes en fietsen voor jongens. Iets wat in Nederland ook veel minder speelt. Hoewel het me wel opvalt dat veel basisschooljongens én meisjes zijn gekleed als de miniatuurversie van een volwassene. En Blasi benoemt de concurrentie tussen Italiaanse vrouwen als een probleem in de gemeenschappelijke strijd. Iets wat ze wil overkomen. Een speerpunt in haar feministische strijd is dat het is voor alle vrouwen. Nerderige tomboys en elegante verschijningen met commerciele ambities verenigt u!
Relevant ook in NL
Hopelijk wordt haar boek vertaald. Omdat andere kwesties die zij aantikt ook hier spelen. Blasi schrijft licht en humoristisch, zonder zure woorden of verwijten. Ze vertelt over haar eigen jeugd waarin ze graag met de jongens optrok en onderdeel mocht zijn van de exclusieve jongensclubs door zichzelf onzichtbaar te maken. Een herkenbaar verhaal voor veel meiden in Nederland denk ik. Haar manier van schrijven is ontwapenend en spoort aan tot saamhorigheid. Toch heeft ze ook wel degelijk een politieke agenda die ook voor ons Nederlanders relevant is.
Feminismo sociale
Bij feminismo sociale gaat het niet over het nadoen van mannelijke modellen of juist daar uit te breken maar om het vormgeven van een leven met elkaar waarin plaats is voor de zwakkeren. Ik moest toen denken aan een quote van Germaine Greer, de Australische schrijfster:
I do think that women could make politics irrelevant; by a kind of spontaneous cooperative action the like of which we have never seen; which is so far from people’s ideas of state structure or viable social structure that it seems to them like total anarchy — when what it really is, is very subtle forms of interrelation that do not follow some heirarchal pattern which is fundamentally patriarchal. The opposite to patriarchy is not matriarchy but fraternity, yet I think it’s women who are going to have to break this spiral of power and find the trick of cooperation.”
Het gaat dan wat Blasi betreft bijvoorbeeld over incapabele mannen (soms van het narcistische type) die maar rond blijven draaien in de baantjestoedeling. Het ene bedrijf bij de achterdeur verlaten en er evengoed ergens anders weer bij de voorkeur weer binnen komen. Het gaat over mannen die een medaille willen omdat ze ook ‘de afwas doen’. Terwijl de statistieken aangeven dat het deel van het huishouden dat aan vrouwen toekomt nog steeds extreem onevenredig is. Het gaat over vrouwen op een voetstuk zetten en zo een goedwillend seksisme in stand houden.
Binnenpretje
Het zet me ook aan het denken over mijn eigen werk. Hoe komt het dat in de onderbetaalde sector waarin ik werk: freelance taaldocenten, er voor 95% vrouwen werken? En dat als ik een foto zie van het bestuur van het Dante Alighieri Instituut in Italie, het bestuur dat mijn sector vertegenwoordigd op bestuurlijk en politiek nivo, ik een foto zie van bijna uitsluitend oude mannen in pak met stropdassen?
Ik denk nu aan Blasi elke keer als ik een foto zie van 10 mannen in een pak met stropdas bij willekeurig welk event waarbij je altijd kunt becommentarieren: waren de vrouwen op? Hoe komt het dat in deze formele of professionele situatie er geen enkele vrouw aanwezig is?
Blasi heeft een frisse blik op de actualiteit en geeft deze met flair door aan mensen die haar boek lezen en haar activiteiten volgen. De ondertitel is dan ook: ‘waarom het feminisme ons gelukkig maakt’.
Zelf lezen? Ik pleit voor vertaling van haar boek. Speriamo bene!
Giulia Blasi
Manuale per ragazze revoluzionarie Perché il femminismo ci rende felici
Rizzoli libri 2018
18 euro
Meer lezen over Italiaanse non-fictie? Lees dan ook mijn review over M figlio del secolo (over Mussolini) of mijn review van The Game van Alessandro Baricco of mijn review van Het meisje met de Leica van Helena Janeczek.
Meer lezen over onvertaalde Italiaanse boeken? Lees dan dit blog uit 2009. Sommige boeken hoeven namelijk ook niet vertaald te worden.
In november was mijn vader erg ziek. We hadden het vermoeden dat hij binnenkort zou overlijden, maar je weet niet wanneer dat precies is. Ik stopte met werken en zag tijd voor me opdoemen. Kostbare tijd met hem en tijd voor mezelf thuis. E-boeken zijn een goede manier om tijd voor jezelf waardevol te maken. Zeker als je zelf je boeken kiest en je niet laat leiden door wat Nederlandse uitgevers laten vertalen, nam ik mezelf voor voor 2019.
Op de nominatie voor de Premio Strega 2019
Éen van die boeken die ik kocht en downloadde (schrijf ik dat goed?) was M Figlio del secolo (letterlijk: zoon van de eeuw). Van de Italiaanse schrijver Antonio Scurati. Ik kwam er gisteren achter dat dit boek ook op de shortlist staat voor de Premio Strega van 2019. De Premio Strega is Italie’s meest bekende literaire prijs. Onwaarschijnlijk dat deze hem toe zal vallen, want het boek is een duidelijke aanklacht tegen het fascisme. Om enige vergelijking met het heden te suggereren zou echt ongepast én onwetenschappelijk zijn en van het verkiezen van het boek tot winnaar een politiek gemotiveerde beslissing maken.
Waarom is het boek een aanklacht?
De M in de titel verwijst naar Mussolini. Mooi dat hij wordt geanonimiseerd, zoals onlangs de premier uit Nieuw Zeeland die een terrorist zijn naam geen publieke bekendheid gunde. De naam is zoveel gaan betekenen en de schrijver wil los weken daarvan en een menselijk beeld neerzetten van Mussolini. Kind van zijn tijd. Het boek gaat over de periode 1919-1924. De tijd van de mars op Rome, de vestiging van het fascisme in de zetel van de macht.
Het hele verhaal van de aantrekkingskracht van het fascisme, dat wordt door Scurati verteld. De volgelingen waren mensen in hun tijd. Echte mensen die zelf beslissingen moesten maken over goed en fout en daarbij met de wetenschap van nu, verkeerd hebben gekozen. Maar wat zullen wij zelf doen als wij in hun schoenen staan? Dat is de vraag die het boek oproept. Het wil geen vergelijking maken tussen Mussolini en politieke leiders van nu (Godwin!), maar wel zet het aan tot denken over een ‘clima mentale‘.
Het verhaal als podcast
Het boek heb ik nog niet gelezen, maar wel heb ik het beluisterd. Het verhaal is gesproken gepubliceerd als podcast in La Repubblica online en ook beschikbaar op Spotify. Ik was op zoek naar een leuke podcast. Op die manier kan ik mijn luistervaardigheid bijhouden en tegelijkertijd letten op een correcte uitspraak in het Italiaans. Maar deze taaltip terzijde.
Italiaans fascisme
Arthur Weststeijn en Pepijn Corduwener betogen in hun boek ‘Proeftuin Italie‘ dat twee jaar geleden uitkwam dat Italie met Mussolini de eerste was die experimenteerde met het fascisme en zo een trend zette die in andere plekken van de wereld navolging zou krijgen. Hoe dit fascisme kon ontstaan, de periode waarin Mussolini de macht grijpt en wat het onderwerp is van Scurati’s boek, beschrijven zij als volgt (Proeftuin Italie, blz. 52)
‘Soldaten die aan het front tot het uiterste getergd waren door hun superieuren, keerden shellshocked terug naar huis, vol wrok jegens het establishment en met de wapens nog op zak. De vakbonden riepen op tot massale acties en stakingen. Het geweld van de oorlog zette zich moeiteloos voort in vredestijd, terend op de lange traditie van verzet en de gewelddadige onderdrukking daarvan die Italië al zo lang parten speelde, met een nieuwe opwelling van brigantaggio in het zuiden, anarchistisch geïnspireerde rellen in het noorden, en rechtse en linkse vergeldingsacties over en weer. In Rome wist de oude elite van liberalen zich geen raad meer met de ontstane situatie. De macht ontglipte haar….
De volgelingen die Mussolini om zich heen verzamelde zocht hij vooral in de kringen van radicale nationalisten, gefrustreerde veteranen en futuristische oproerkraaiers. In eerste instantie werd hij nog overschaduwd door de ster van D’Annunzio, en behaalde zijn beweging nauwelijks stemmen bij de verkiezingen van 1919. Toen in het jaar daarop de massale arbeidersprotesten steeds groter werden, bleek die neerwaartse spiraal richting anarchie echter koren op Mussolini’s molen. Staking volgde op staking, Italië leek stuurloos af te stevenen op wetteloosheid, en in september 1920 kwam het biennio rosso tot een climax met een massale bezettingsactie van fabrieksarbeiders. De eerste fabriek die bezet werd was die van Alfa Romeo in Milaan, en vandaar verspreidde het protest zich over Turijn en Genua, het hart van de Italiaanse industrie. Honderdduizenden arbeiders namen deel aan de acties en lieten met de geweren in de aanslag de hamer en sikkel wapperen, tot schrik van de gegoede klassen. Nu zag Mussolini zijn kans’.
Italian style
Het verhaal van Scurati is Italiaans. Een roman? Meeslepend wordt er verteld over de poetische en kleurrijke figuren die die periode kende. De periode nét voor het fascisme is erg interessant vanwege het futurisme. Een artistiek literaire beweging die, zoals je ook hierboven kunt lezen, toch niet los is te zien van het fascistische opkomst. Ik schreef er een artikel over voor Italieplein (wat overigens inmiddels een pizza website is geworden met historische artikelen). Het futurisme was een beweging die het gevaar prees. Moed en rebellie werden tot deugd verheven.
Het stond tegenover de behoefte aan harmonie en decadentie van schrijvers zoals d’Annunzio. De literaire dandy van de esthetica en van levenskunst ook een politieke daad maakten. d’Annunzio heeft een grote rol in de eerste hoofdstukken van M figlio del secolo. Je leest over de massa die luisterde naar zijn redevoeringen en la vittoria mutulata (de gemankeerde overwinning), de afkeer van plutocrati angloamericani, banchieri.
De manier waarop Scurati vertelt is me bij gebleven. Je leest over de levenswijze van d’Annunzio en Mussolini. Hun vrouwen, hun vakanties. Het verhaal van de grote mannen die het échte leven leiden en voordoen, poetisch en met een trefzeker gevoel voor stijl en grandeur. En hoe dat indruk maakt. De hele Italiaanse cultuur getuigt van een nauwe verbondenheid van esthetiek en politiek. Nederlanders zien wel dat Italianen er mooi uit zien en dat het leuk is om te flaneren op Italiaanse boulevards. Al die esthetiek (zoals met het futurisme en d’Annunzio) heeft echter ook een keerzijde.
Zou Italie een politieke avant garde kunnen zijn, doordat de esthetiek zo’n prominente plek heeft in de Italiaanse maatschappij?
Loser
De volgers van Mussolini waren losers. Loser zijn, dat is mooi klote want dan is er van je leven buiten jouw zeggenschap om een wedstrijd gemaakt die jij hebt verloren. Dat verloren leven zul je terug willen claimen en het gekrenkte zelfbeeld willen herstellen. De vernedering door die bankiers en plutocratische wereldmachten en sterkere figuren ongedaan maken. En dat wordt door Scurati mooi verteld én historisch uitgelegd.
De Italianen deden dit op een manier zoals Pinokkio. Ze gaan onbedoeld de fout in door met de verkeerde mensen mee te gaan. Grootse figuren die een meeslepend leven voordeden, dat is wel iets waar Italianen van houden. Pinokkio ging mee met Stromboli of met de ezeltjes naar het Eiland van Plezier. Later kreeg hij er spijt van. De fascistische aanhangers gingen mee met de futuristen, d’Annunzio en Mussolini en belanden uiteindelijk in een bloedige strijd. Velen moeten zich op hun sterfbed zich toch hebben afgevraagd hoe het zo fout had kunnen gaan.
Tip voor Nederlandse uitgevers
M figlio del secolo vertelt een menselijk verhaal. Zonder het historische verhaal over maatschappelijke oorzaken en gevolgen uit het oog te verliezen. Verweven. En hoewel ik wel eens zeur, hier en daar, over een literaire insteek bij historische romans, vind ik het bij dit Italiaanse boek zeer geslaagd. Misschien omdat Nederlanders vooral van eufemismes en understatements houden. Scurati kiest voor een menselijke benadering met morele en psychologische dilemma’s in een stijl vol crescendo en pathos, met veel politiek geladen repetitio. Die overigens ook heel mooi is in de voorgelezen versie met de warme stem van Marco Paolini, die accellereert en verheft, intiem fluistert en verstilt.
Ik hoop dus dat een Nederlandse uitgever het boek oppakt en laat vertalen. Én dat ze daarbij kiezen voor de vertaling van de titel als: M Zoon van de eeuw. Dat maakt het persoonlijk en menselijk, kenmerkend voor het verhaal van Scurati. Een kind van zijn tijd is iedereen. Maar niet iedereen is M.
Antonio Scurati
M figlio del secolo
Uitgeverij Bompiani 2018
Meer lezen over vertalen van het Italiaans naar het Nederlands? Lees dan dit artikel over Google Translate
Liever een film kijken dan een boek lezen? Lees dan dit blog over de film ‘A casa tutti bene’.
Bij uitgeverij De Bezige Bij verschijnt vandaag de roman Het meisje met de Leica. Een boek van Helena Janeczek. Janeczek werd in 1964 geboren in Duitsland en verhuisde als tiener naar Italie. Ik vind het altijd inspirerend als iemand die een taal niet met de paplepel ingegoten heeft gekregen, later dan een boek in die taal gaan schrijven. Kader Abdolah in het Nederlands bijvoorbeeld. Janeczek is redacteur van het literaire tijdschrift Nuovi Argomenti en dook voor dit boek in het levensverhaal van de historische figuur Gerda Taro. Hoewel een historisch figuur, gaat het de schrijfster om het vertellen van een mooi verhaal, het is geen biografische geschiedenis geworden. Daarbij bleken de herinneringen van dierbaren een mooie insteek.
Gerda was een twintiger in de tijd dat WOII uitbrak. Het boek bestaat uit vijf delen, waarin in drie delen drie kennissen het leven van Gerda vertellen. In 1933 verliet Gerda haar moederland Duitsland en ging naar Frankrijk. Het boek gaat over de periode van haar leven waarbij ze als oorlogsfotografe werkte. Een tijd van opkomend fascisme en nazisme, in Parijs. Ze werd ook bekend als de geliefde Andre Friedmann. Ook een joodse fotograaf zoals zijzelf met wie ze samen Robert Capa bedacht om zo hun foto’s te kunnen slijten bij de grote dagbladen in Europa. Gerda was een onafhankelijke en geemancipeerde vrouw voor haar tijd en overleed op jonge leeftijd in Spanje, waar ze werkte als oorlogsfotografe. .
Deel 1 en 2
Het eerste deel bestaat uit foto’s van Gerda waarbij Janeczek een context schrijft. Ze schrijft het verhaal achter die foto’s. Mooi gedaan, pakkend meteen vanaf het begin. Een menselijke context bij een beeld. Beelden die we tegenwoordig vaak registreren maar niet meer zien.
Het tweede deel is het begin van de roman. Het verhaal van Gerda wordt verteld door een oude liefde, Willy Chardack. Éen van de vele want Gerda had een hele schare mannelijke volgers. De fotografe wordt door Chardack voortdurend beschreven in haar elegantie. Ik begrijp Chardack wel, het is best een goedige loebas, kwetsbaar voor vrouwelijk schoon. Maar ik vat geen sympathie voor hem op. Kennelijk blijft hij toch in een bepaalde stereotypering hangen.
Zijspoor
Italianen hebben er nogal een hand van om iemand helemaal op te hemelen als ze elegant is. Zo heb ik ook een Italiaanse docent gehad die een leerling voortrok vanwege haar esthetische opvattingen en voorkomen. U kunt ook vast iemand bedenken. Sommige Nederlanders hebben het namelijk ook. Mensen die zich totaal niet bewust zijn van het feit dat hun mening over vrouwelijke esthetiek politiek incorrect en kleinerend is. Of misschien interesseert het ze gewoon niet. Zo heb je ook bestuurders die meisjes met een politieke mening kunnen uitleggen hoe het echt zit.
Het zal wel jaloezie van me zijn op Gerda. Ik bots tegen dingen aan, heb geen natuurlijke charme behalve mijn bijtende spot, ben tien kilo te zwaar en draag nooit hakken. Elegantie is een gegeven, een aangeboren conditie. Elegantie kun je een beetje verwerven: je kunt mooie kleren aandoen maar al draagt een aap een gouden ring…..Het is een gegeven dat sommige vrouwen elegant zijn, meerdere Italiaanse vrouwen zijn het dan Nederlandse. Maar hen mythische eigenschappen toeschrijven, dat dwepen, het is onhebbelijk.
Het is wellicht nogal amateuristisch om als boekreviewer kritiek op het boek te hebben omdat een personage (Chardack) me niet ligt. In een interview met de schrijfster gaat het over il desiderio di verderla. Het verlangen om Gerda te zien. Ik word daar een beetje moe van. Het is goed geschreven hoor, ik zag onder de woorden van Janeczek ook echt wel een charismatische dame verschijnen, vooral ook vanwege haar maatschappelijke bijdrage als oorlogsfotografe. Als ik alleen vanuit moreel oogpunt naar het karakter van een personage kijk, zou ik sowieso heel veel romans moeten afschrijven. Raskolnikov, van ‘Schuld en boete’ van de schrijver Dostojevski bijvoorbeeld. Terwijl dat toch ook mateloos interessant is. En dat maakt van mij blik op Chardack maar een onbelangrijke mening die er niet toe doet voor de waardering van het boek.
Een wetenschappelijke analyse is wel interessant om te lezen. Literatuurwetenschapper Manetti schrijft in dat artikel onder de link dat hoe Gerda in het geheugen van anderen vorm heeft gekregen bepalend is voor de roman. Dat is een interessant gegeven. Je bent iemand anders in het hoofd van iemand anders dan in je eigen hoofd.
Perspectief van vriendin Ruth Cerf
In deel 3 wordt Gerda beschreven door haar vriendin Ruth. Er komt dan iets meer naar voren over de geschiedenis en haar persoonlijke verhaal en keuzes omdat deze vriendin niet de gierende hormonen heeft van Willy. Je ziet dan dezelfde elegantie door de ogen van haar vriendin meer als nonchalance en eerlijkheid. De optimistische fotografe wordt dan een stuk interessanter en makkelijker om van te houden. Het wordt iets meer een mens, je ziet ook haar tekortkomingen en twijfels. Ook blijkt dat Gerda gewoon lichtzinnig en onbezorgd is en dat ze daardoor bepaalde keuzes maakt die, met de wetenschap van nu of van anderen, onbezonnen waren. Ze blijft tegelijkertijd, door de bril van Ruth ook een verheven persoon, door het gemak en nonchalance waarmee ze goede morele keuzes lijkt te maken.
Janeczek zegt dat deze eigenschap, een zekere onbezonnenheid, kenmerkend is voor de jongeren die geboren werden tijdens WOI en zorgeloos opgroeiden. Die gelaagdheid van verschillende perspectieven geeft wel een meerwaarde aan het boek en het verhaal van Gerda. Mijn cynische stereotypering (avonturier, lekker wijf, doener) verdwijnt niet helemaal, maar wordt wel genuanceerd.
Die vanzelfsprekendheid in morele keuzes is iets waar ik zelf moeite mee heb: vaak geef ik mensen gelijk in een gesprek en begrijp hun standpunt en denk ik achteraf het tegenovergestelde. Of neem ik zelf een bepaald standpunt in, waar in dan later, door meer informatie, op terug moet komen. Mijn realiteit lijkt weerbarstiger van die van Gerda, maar Gerda zien we dan ook alleen door de ogen van anderen. Dat is wellicht ook de aantrekkingskracht van het hele verhaal en de charme van dit boek.
Tot slot
De laatste kennis is Georg Kuritzkes, ook een oude liefde. Het boek wordt afgesloten met een vijfde deel waarin de schrijfster Janeczek het woord weer neemt, zoals in het eerste deel. Het boek won trouwens belangrijke Italiaanse literaire prijzen, waaronder de Premio Strega van 2018. Ik hoor graag wat jij er van vindt en of mijn verhaal herkenbaar is. Lees het boek en laat een reactie achter.