Wat kost een cursus Italiaans?

U heeft besloten dat u Italiaans wil leren, maar u wil er een redelijke prijs voor betalen. Natuurlijk is het voor u als klant fijn een goede prijs-kwaliteit verhouding te hebben bij de cursus die u aanschaft. U kijkt immers niet alleen naar de prijs, maar ook naar de kwaliteit. U hoeft niet te kijken naar de referenties of aanbevelingen op de website van een school. Deze zijn doorgaans (voor een groot deel) geselecteerd door de school zelf, hoewel ze die niet zelf kunnen schrijven. Elke school en docent heeft ook leerlingen die niet (geheel) tevreden zijn. Ik geef u dus een paar tips waar u wél op kunt letten voordat u zich inschrijft voor een cursus.

Prijs per uur

Allereerst worden de prijzen sterk bepaald door culturele stichtingen die winst niet als doel hebben (non-profit), zoals volksuniversiteiten. Zij betalen hun docenten een vast tarief. De administratie wordt gedaan door vrijwilligers. Een ondernemer, zoals ikzelf, zal de uren voor administratie, communicatie en boekhouding doorbereken in de cursusprijs. Non-profit scholen hoeven dat niet te doen en zitten soms ook gratis in gebouwen, waardoor zij andere prijzen kunnen rekenen. Dit zegt nog niet zoveel over de kwaliteit.

De taalscholen die leveren aan bedrijven vragen soms wel 100 euro per uur, maar dat is een hele andere tak van sport. Daarvan gaat zo’n 60% van de prijs naar een dure locatie en allerlei facilitaire omstandigheden.

Het beste is de prijs om te rekenen naar de prijs per cursist per klokuur klassikaal les. De ene taalschool heeft namelijk een cursus van 24 lessen van 90 minuten, de ander heeft een cursus van 12 lessen van 2 uur. Als je dat doet, zie je dat de prijzen verschillen, vanaf 6 euro per klokuur tot circa 18 euro per klokuur. De gemiddelde prijs voor een klokuur les in een groepscursus voor particulieren is ongeveer 12 euro.

Daarnaast kunt u kijken in welke tijdspanne een cursus u bijvoorbeeld naar nivo A1 brengt. Is dat 1 cursus van 45 uur of 3 cursussen van 21 uur? Hoeveel zult u thuis zelf moeten doen?

Goed, dan weet u iets over de prijs, maar dan weet u nog niet zoveel over de kwaliteit van een cursus Italiaans. Welke factoren spelen een rol bij de kwaliteit van een taalcursus?

Prijs van een cursus Italiaans
Wat is nou een goede prijs voor een cursus Italiaans? Kijk en vergelijk voor een goede prijs-kwaliteit verhouding

Kwaliteit

De grootte van de groep is van belang. Bij de volksuniversiteiten kunt u les krijgen met 20 anderen en is er dus minder individuele aandacht dan een cursus waar maar 4 anderen in de groep zitten. Ook hier betaalt u voor. Bij de ondernemers zijn de groepen doorgaans niet groter dan 10 leerlingen. Toch is kleiner niet altijd beter, het is ook leerzaam als u van anderen kunt leren. Zelf heb ik liever groepen van 10 dan van 5.

Scholen profileren zich soms met een native speaker, of juist met een docent die ook Nederlands spreekt. Iedere school of eenmanszaak heeft haar eigen methode en voorkeur voor docenten en bepaalt ook op basis daarvan haar prijs.

Qua studie hebben wij docenten diverse achtergronden. Docenten Italiaans met een Nederlandse achtergrond hebben vaak Italiaans gestudeerd aan de Universiteit of de vertaalopleiding gedaan. Aan de naam kun je niet zien of iemand een native speaker is. Best vaak zijn Nederlandse docenten kinderen uit de 2e generatie Italiaanse migranten of Nederlanders die zijn getrouwd met een Italiaan (se). Docenten Italiaans uit Italië hebben dikwijls een hele andere achtergrond en hebben bijvoorbeeld politicologie of kunstgeschiedenis gestudeerd, maar hebben na hun studie een certificaat/ lesbevoegdheid gehaald in Italië. Zoals ook in Nederland de NT2 (docent Nederlands als Tweede Taal) opleiding een post-HBO opleiding is. Een veelvoorkomend certificaat is het DITALS, waar ik op dit moment zelf voor studeer.

Je kunt het profiel van een docent opzoeken in LinkedIn. Daar kun je redelijk zien of iemand een relevante studie heeft afgerond en / of veel ervaring heeft. Misschien bent u wel specifiek op zoek naar een native speaker of juist iemand met heel veel ervaring. Niet alle native speakers spreken Nederlands of hebben zelf ervaring met taalverwerving. Nederlandse docenten hebben nu eenmaal niet de culturele bagage van een Italiaan en ook hun uitspraak benadert slechts het accentloze Italiaans van een voice-over voor een commercial op de Rai Uno.

Alle docenten (native of niet-native) hebben te maken gehad met beide culturen en zijn daardoor cultureel mediator. Een docent is in eerste instantie een persoon en zijn of haar aanpak persoonlijk. We zijn allemaal wel gekwalificeerd, maar wel in meer of mindere mate. Realistisch gezien zijn slechts weinig docenten echt buitengewoon of inspirerend. De meeste docenten, zoals ikzelf, doen gewoon hun best en zijn afhankelijk van uw inzet om de cursussen te laten slagen.

Italiaans in Nieuwpoort

Italiaans in Nieuwpoort

Oefenen met Italiaans autorijden in Zuid-Holland

In Italie wordt anders gereden. Laten we het assertief noemen. Veel verkeersregels zijn Europees en in Italië niet zo anders dan in Nederland. Waar moet je op letten als je je Italiaanse autorijvaardigheden wilt oefenen en je, lichamelijk en psychisch wilt voorbereiden op een autoreis in Italie? Ik neem je bij de hand.

Voorbereidingen

Allereerst. Je neemt je auto en je laad je kinderen in. De eisen voor kinderstoeltjes zijn in Italie dezelfde als die in Nederland, dus daar is niks aan de hand. Voordat je vertrekt moet je wel nog even je gebarentaal oefenen en een cursus assertiviteit volgen. Als je een auto hebt gehuurd moet je een creditcard hebben in Italie, anders krijg je de auto niet mee. Pak nu dus ook je creditcard, je bent immers aan het oefenen.

Autostrada

De autostrada is vergelijkbaar met de Nederlandse snelweg : de borden zijn echter groen. Ook zijn velen van de snelwegen tolwegen in Italie. Daar kun je niet altijd betalen met je pinpas. Creditcard en contant kan wel altijd. Je mag hier doorgaans 130 km per uur rijden. Komt u uit Amsterdam, en wilt u uw Italiaanse rijden gaan oefenen in Nieuwpoort, neem dan eerst de A2 richting Utrecht en rijdt u 130 waar dat mag. Hier kunt u uw vaardigheden oefenen die u nodig heeft op de autostrada tussen Milaan en Bologna.

Strada statale

De strada statale regionale volgt blauwe borden en is vergelijkbaar met de Nederlandse autoweg die door een provincie gaat. Je mag hier doorgaans zo’n 90 /110 km uur. Je kunt dit oefenen op de ringweg rondom Utrecht, waar de maximale snelheid op veel plaatsen 100 km per uur is. Een Italiaanse ringweg heet circonvallazione. Op de Italiaanse ringwegen mag je doorgaans maximaal 70 km per uur. Met een beetje geluk treft u langzaam rijdend verkeer en kunt u ook deze Italiaanse ringwegsnelheden oefenen.

Vervolgens neem je een strada statale provinciale, vergelijkbaar met de Nederlandse provinciale N-wegen. In Nederland mag je max. 80 km per uur, in Italie max 90 km per uur. Komt u bij een rood stoplicht, trekt u zich dan niets aan van de Italiaan met haast die achter u zit en door middel van zijn claxon u aanspoort om door rood te rijden. Oefent u nu uw gebaren. Gebruik daarbij niet het ‘hoorn’ gebaar, u riskeert daarmee uitlokking van opzettelijk wangedrag.

Centro storico

Dan, je bent in Nieuwpoort. Je gaat naar het centrum (centro storico) en wil daar parkeren.

In Italie heb je wel eens een ‘zona a traffico limitato’. Dat betekent dat je met de auto de binnenstad niet mag betreden, dit is niet het geval in Nieuwpoort. Let op dat er in de Italiaanse binnensteden veel wegen eenrichtingsverkeer zijn. Dat heb je dan weer wel in het Zuid-Hollandse stadje, dus dat kun je weer wel oefenen. Gewoon rechtdoor blijven rijden. Je kunt het!

Een parkeerverbod heet in het Italiaans: ‘divieto di sosta’. Het bord ervoor is hetzelfde als in Nederland. Rond, blauw met een rode streep en rode rand. Soms mag je ook niet stoppen, dan is het een ‘divieto di fermata’ en is er een kruis door een blauwe circel. Op de website van woneninmolenwaard.nl lezen we dat je in het ‘woonleefhart’ van Nieuwpoort niet mag parkeren. Dat heb je in Italie ook wel eens! Voor de supermarkt Spar van de Kieboom is parkeren alleen toegestaan in de vakken. Hier is een blauwe zone ingevoerd (blauwe streep om de parkeerplaatsen) met een maximale parkeertijd van 1 uur. Blauwe schijven zijn verkrijgbaar bij de Spar. In Italie moet je dan naar een tabaccheria en vragen naar een ‘disco orario’, als je er geen in je auto hebt liggen.

Moet je betaald parkeren, dan kan dat in Italie soms niet bij een parkeermeter, laat staan met een chipkaart of met een app. Betaald parkeren is in het Italiaans een blauw bord met een P, met daaronder een wit bord met de woorden ‘a pagamento’ of een plaatje van een parkeermeter. Als je in Italie geen parkeermeter ziet, moet je hiervoor een kaartje halen bij de tabaccheria.

Italiaanse parkeer onregelmatigheden

In sommige plekken in Italie wordt de vraag gesteld: mag je een parkeerplek vrijhouden voor een vriend? De rijdende rechter zou ook in Italie goed bekeken worden. In de link hierboven geeft een Italiaans advocatenburo antwoord op de vraag.

Veel Italianen parkeren parallel aan een bezette parkeerplaats. Het fenomeen van de ‘doppio parcheggio’. Het kan zo gebeuren dat je auto ingesloten komt tussen andere parkeerders. De gebruikelijk tactiek om dit op te lossen is door langdurig te claxonneren (in de volksmond ’toeteren’ genoemd) totdat de eigenaar van de dubbelgeparkeerde auto komt opdagen en zijn auto verplaatst.

Ook heb je in sommige steden het fenomeen van de ‘parcheggiatore abusivo‘. Dat is doorgaans een werkloze klaploper die banden met de maffia/ camorra heeft en die op drukbezochte plekken waar de vrije en gratis parkeerplekken schaars zijn geld vraagt voor een parkeerplaats. Ze beschouwen zichzelf ter goeder trouw en vragen soms ook je autosleutels zodat ze je auto kunnen verplaatsen, indien nodig als jij zelf weg bent. Het fenomeen is strafbaar en er staat een boete op van meer dan 700 euro.

Boetes

Heb je toch een fout gemaakt, te hard gereden of verkeerd geparkeerd en heb je een boete zitten onder de ruitenwisser? Dan heb je mooi pech. Je zult dan namelijk naar “Le Poste” moeten op de plek waar je je boete hebt gekregen. Ben je op dat moment een dagje uit in Florence op 100 km van je camping, dan zul je de halve dag moeten besteden aan de wachtrij van Le Poste” in Florence. Je kunt namelijk in het dorpje van je camping niet die boete betalen. Dat kan alleen in de betreffende gemeente.

Handige woordenlijst voor Italiaans autorijden in Nieuwpoort

  • a pagamento = betaald
  • zona a traffico limitato = afgesloten voor auto’s
  • divieto di fermata = stopverbod
  • divieto di sosta = parkeerverbod
  • disco orario = parkeerschijf
  • circonvallazione = rondweg
  • strada statale = autoweg/ provinciale weg
  • autostrada = autoweg
  • doppio parcheggio = dubbel parkeren
  • parcheggiatore abusivo = crimineel persoon die geld van u vraagt voor een parkeerplek

Disclaimer: dit bericht is voor u geen excuus om Nederlandse boetes te pakken en deze bij mij te declareren. U weet heel goed wat de Nederlandse regels zijn.

Vind je dit maar een achterlijk bericht en denk je dat Italiaanse humor veel beter is? Lees dan dit blog over Italiaanse humor.

Italiaans in Bergambacht: wegwijs in de supermarkt

Italiaans in Bergambacht

In Bergambacht zijn twee supermarkten. De Plus en de Lidl. Wat kun je daar voor Italiaanse producten kopen?. En als er ‘Italiaanse’ dingen zijn, hoe Italiaans zijn die dan eigenlijk? De Nederlandse supermarkt onder de loep. Ik bespreek in dit blog verschillende producten van de PLUS: pasta, tomatensaus en olijfolie. Daarnaast kijk ik naar de Italiaanse producten van de Lidl. Om ten slotte te eindigen met een proef op de som. Proef ik de verschillen zelf?

De Plus: Pasta.

Allereerst het belangrijkste ingrediënt onder de loep dat Nederlanders het meeste eten. Bij de Plus hebben ze verschillende merken pasta. Daarbij blijkt dat de Plus zich richt op de Nederlandse markt en niet zo haar best doen om Italiaanse kwaliteit naar Nederland te brengen. Grand’Italia is volgens mij geen Italiaans merk. Het is een Nederlandse fabrikant die haar merk een Italiaanse naam heeft gegeven om zich zo te associëren met Italiaanse kwaliteit. Ik ga nu een beetje op de Keuringsdienst van Waarde – toer.

Bij de Plus hebben ze dus wel veel soorten volkorenpasta (niet te eten, maar wel gezond) in verschillende merken. Dat is ook een soort consument die ze daarmee aan willen spreken. Ook hebben ze glutenvrije pasta. Ook in Italië zijn er steeds meer mensen die volkorenpasta en glutenvrije pasta eten. Je moet daarvan houden, ik vind dan dat je er echt iets voor over moet hebben om gezond te eten. Volkorenpasta smaakt trouwens erg naar de meelwormenpasta die ik ooit maakte. Als je écht iets over wilt hebben voor je gezondheid en milieu welzijn. Go all the way en omarm die proteinen.

De Plus: tomatensaus

Van de tomatensaus hetzelfde laken een pak. Weer is Grand’Italia veel aanwezig. Sugocasa, bolognese saus, piccante saus, basilico saus. Ik vertrouw ze niet. Er zit veel suiker en zout in. Wat ik in Italie heb geleerd: probeer een puur product te nemen. Zonder toegevoegde suikers en zouten en dergelijke. Een beetje conserveringsmiddel/citroenzuur zul je niet aan kunnen ontkomen, maar wantrouw de smaakmakers. Daar zitten commerciële bedrijven achter die azen op het allerslechtste versie van jezelf, voor je craving naar zout en zoet. Maar je kunt beter! Hetzelfde geld voor de Bertolli sauzen. Wel Italiaans, maar ook commercieel en veel suiker en zout. Ook zijn er pastasauzen van het huismerk Oké en de Italiaanse CIRIO sauzen. Als je een goede tomatensaus wil raad ik goedkoop een blik naturel tomaten aan. Zonder smaakjes. Ik denk overigens dat het een kwestie van tijd is voordat die grote pastasaus fabrieken ook minder zout en suiker in hun producten gaan gebruiken. Het is toch een trend om je voor te laten staan op gezonde producten.

De Plus: olijfolie

Ik organiseerde vorig jaar een olijfolieproeverij, gegeven door expert Gregor Christiaans. Die liet weten dat olijfolie een beetje bitter en fruitig mag smaken en lekker mag ruiken. Je kunt zeggen: vakgebied voor snobs, want het is inderdaad vaak zo dat je betaald voor kwaliteit maar sommige merken worden duur verkocht en dan heb je nog geen kwaliteit. Christiaans vergeleek veel supermarkt olie met lampolie. Het is aan te bevelen een keer een workshop bij hem te volgen, dan leer je de verschillende smaken proeven. Eerlijkheid gebied mij te zeggen dat ik ook niet voor 10 euro de liter een olijfolie koop. Dat is niet haalbaar als je ook een hypotheek hebt die je ooit af wilt betalen. Laat je echter niet verleiden door Italiaanse namen van olijfolie of door het opschrift ‘made in italy’ of ‘extra vierge’. Zegt vaak niks. Bij de Plus hebben ze olie van huismerk Oké en Plus olijfolie plus Italiaanse merken Bertolli, Caparelli en Monini

Wil je nu naar de plus rennen?

De Lidl: Italiaanse weken

Wat leuk is bij de Lidl is dat ze soms Italiaanse weken hebben. Ze hebben dan allemaal producten van het merk ‘Italiamo’ die je normaal niet gesproken niet kunt vinden in de Nederlandse supermarkten. Zoals amarenen kersen, Italiaanse nougat, grissini, pistache ijs of cantuccini. Ooit las ik eens een recensie over champagnes van een gerenommeerde kenner (volgens mij was het Hamersma) die vond dat een bepaalde spumante of wijn van de Lidl zo goed was. Hier zou je je moeten bekwamen in het proeven van champagne of spumante. Je hebt de supermarktwijngids die je kunt gebruiken voor het aanschaffen van een goede kwaliteitswijn. Wat wel jammer is, is dat ik er niet achter kan komen wanneer de Italiaanse weken zijn. Je moet er toevallig op stuiten.

Twee producten links van het merk ‘Italiamo’ van de Lidl.

De proef op de som:

Terwijl ik dit artikel schreef kwam ik er achter dat het nog niet zo makkelijk is kwaliteit te beoordelen. Als zoveel merken discutabel zijn door hun strategieën van Italiaanse namen, toevoegen van beproefde smaakmakers, of ‘made in Italy’ labels proef ik, docent Italiaans het verschil tussen een Lidl gerecht, een Nederlands A merk, een Nederlands B merk en een écht Italiaans merk dan zelf eigenlijk wel wat kwaliteit is? Lidl heeft een geheel eigen lijn van producten die niet zo gericht zijn op de Nederlandse markt en de Nederlandse consument. Dat schijnt ook uit te maken, heb ik ooit eens gehoord bij de Keuringsdienst van Waarde.

Ik kocht daarom bij de Plus drie soorten tomaten in blik/pak en drie soorten spaghetti. En ik kocht spaghetti en tomatensaus bij de Lidl. Ik maakte vier borden. De meningen waren verdeeld over welke het lekkerste was, maar de pasta met de saus van de Lidl kwam er als beste uit. (samen een euro voor het pak 500 gram spaghetti & blik pomodori pelati). De saus van Grand’Italia vond ik vrij zout, de saus van Cirio vrij zoet. De pasta van de PLUS was slap en futloos en niet al dente te krijgen en de tomatensaus waterig.

Welke pastamerk en welke tomatensaus gebruik jij eigenlijk?

Wil je Italiaan worden? Lees dan dit blog! Denk je dat Italiaans in Nieuwpoort beter is? Lees dan dit blog!

Review: Rosita Steenbeek ‘Wie is mijn naaste?’

Steenbeek, Lampedusa

Rosita woont al jarenlang in Italië en schreef daar boeken over haar leven daar. Ook verschenen er andere romans van haar hand, zoals ‘Intensive care’ en ‘Rose Een familie in oorlogstijd’. Ze is geen historicus of journalist, maar als schrijfster belicht ze wel historische en journalistieke thema’s. Dit doet ze op haar eigen anekdotische manier die niet wars is van pathos, ze bespeelt de emoties van haar lezer. Dat mag, ook bij non-fictie. In haar nieuwste boek beschrijft ze over haar bezoeken aan vluchtelingenkampen op Lampedusa, in Sicilië en Libanon.

Er zijn meer initiatieven om Nederlanders kennis te laten maken met échte vluchtelingenverhalen. De verhalen van mensen die schuilgaan achter het geruzie om de verdeling van de opvang van de boten die in Europa aankomen. Zo was er in 2016 het tv programma ‘Rot op naar je eigen land’ waarin Nederlanders met vooroordelen over vluchtelingen de routes gingen afleggen die vluchtelingen hadden afgelegd. Kennismaking en confrontatie leidden tot verandering van mening.

Maargoed, dan moet je het boek wel willen lezen.

Vertellen over mensen

Steenbeek kreeg een beurs van het Nederlands Letterenfonds om haar verhaal op te tekenen over de bezoeken aan vluchtelingenkampen in Italië en Libanon.

De schrijfster pleit voor een humane behandeling van vluchtelingen. Ze eet en slaapt bij ze en is niet te beroerd om te overnachten met ze in gebieden die wellicht niet zo veilig zijn. We maken kennis met mensen en lezen nog eens de getallen die horen bij de feiten. Getallen die in het nieuws doorgaans overschaduwd worden door berichten over de dikte van het ijs in Haaksbergen, om maar eens wat te noemen. Haar kennis en contacten met vluchtelingen doet ze op via Italiaanse kennissen en contacten die zich inzetten voor een humane opvang en behandeling van vluchtelingen.

In haar woorden worden de vluchtelingen mensen en dat is een kunst die politici en journalisten wel eens vergeten. Dat is wellicht meer besteed aan een schrijfster en daarvoor mogen we het fonds en de schrijfster dus dankbaar zijn. Wie is mijn naaste? die titel refereert ook precies daaraan.

Onmenselijke politiek

Steenbeek is kritisch op de Italiaanse politici, die te weinig doen voor de vluchtelingen. En ondertussen wel met een mediagenieke en marketingtechnische handige manier met ze op de foto willen. De politicus geregisseerd door de reclamewereld wordt genadeloos neergezet.

De problemen op Lampedusa en Sicilie zijn niet gering. De opvang van vluchtelingen zou beter geregeld moeten worden want die mensen doorstaan niet voor niks al die ontberingen die ze op hun reis naar Europa tegenkomen. Europa is deels verantwoordelijk voor die ontberingen maar neemt te weinig verantwoordelijkheid, beperkt als ze is door politieke verdeeldheid.

Tegen de onverschilligheid

Veel Europese burgers denken er niet bij na dat ook zij zelf slachtoffer kunnen worden van oorlog. Gelukkig en onwetend dat zij in een welvarend en stabiel en rijk land zijn geboren. We gaan de grens achteloos over, zoals de achterflap terecht opmerkt. We doen mee aan die uitholling van emoties die toerisme heet. Waarin ‘authentieke’ ervaringen worden geadverteerd en die worden georganiseerd door geldzucht. Maar we vergeten dat er ook heel veel authentieke ervaringen naast ons wonen in Nederland. Mensen die een lange reis hebben ondergaan en van wiens bestaan we maar nauwelijks iets weten, maar waarover we wel een oordeel hebben. Steenbeek schrijft tegen die onverschilligheid en onwetendheid.

De schrijfster zet haar pleidooi voor een grotere betrokkenheid van de politiek kracht bij door de lijdensweg en de ontberingen van de getroffenen te beschrijven. Dat zijn kleine details die het écht maken. De inrichting van een vluchtelingentent waar een familie woont, de schoenenverzameling van een hulpverlener, de striemen en littekens op het lichaam van mensen, het anarchistische en moedige karakter van de hulpverleners.

Vluchtelingen krijgen een naam en een verhaal terwijl het in de politiek gaat over angst en geld. U kunt zelf kiezen welk verhaal u meer aanspreekt. Dat van mededogen met uw naaste of het verhaal van angst of onverschilligheid.

Rosita Steenbeek

Wie is mijn naaste? Mijn verhaal over de vluchtelingenopvang

Uitgeverij Prometheus 2018

20,99 euro

Liever Italiaanse fictie lezen in het Nederlands? Lees dan het boek van Faggiani, een aanrader

Italiaans boek: ‘Tussen twee werelden’ van Franco Faggiani

Franco Faggiani - Tussen twee werelden

Boeken over het leven in de bergen zijn populair. Hoe kan het leven in de natuur troost bieden? Schrijvers lijken het er over eens te zijn dat er geluk ligt in de natuur. Mensen lopen hard in de polder, beklimmen bergen om hun lichaam te voelen en sussen onrust door zintuigelijke ervaringen te midden van bergen, zee, bossen en ravijnen. In november kreeg ik ‘Tussen twee werelden’ opgestuurd van uitgeverij Signatuur, vertaald door Saskia Peterzon-Kotte. En ik vond troost in dit boek.

In dit nieuwe boek over een leven in de bergen (nee, het gaat niet over ‘De acht bergen’ van Paolo Cognetti) wordt het leven van de vijftigjarige Leo beschreven. Weduwnaar en pleegouder van Martino, een autistische jongen die hem opgezadeld is door zijn succesvolle dochter Nina. Woonde Leo eerst met Martino en zijn dochter in een appartementje in Turijn, het boek gaat over zijn verplaatsing naar en acclimatisering in een klein dorpje in de bergen. Waar hij langzamerhand het verdriet om de dood van zijn vrouw achter hem laat en een nieuw mooi leven vorm krijgt.

Een troostrijk en hoopvol verhaal

Afgelopen december stierf mijn vader. In november keek ik met hem nog naar de serie ‘Joris zoekt troost’ over rouwcultuur in Nederland. Want ik besefte me dat ik ook verlangde naar een positief verhaal dat troost biedt. Vele verhalen las ik ook in 2018 over verdriet en ongeluk. Goed geschreven verhalen, pageturners die voldoen aan de eisen om een kaskraker te worden.  Verdriet, zo schreef ik al eens, is een onuitputtelijke bron voor schrijvers. Iets waarmee je pakkende verhalen kan schrijven, zoals het nieuwe boek uit 2018 van Paolo Giordano, of het boek van Silvia Avallone. Maar wat heb je er aan als het geen troost of oplossingen biedt? Als personages ongelukkig blijven en het einde van een boek verdrietig is. Als de personages wel ontwikkelen maar niet op een positieve manier?

Tijd, natuur en samenzijn

Leo ondergaat zijn keuzes en laat het zich maar overkomen. Eenmaal in de bergen maken hij en Martino lange zwijgzame wandelingen door de bossen, zitten samen voor het haardvuur te wachten tot er dieren af komen op voedsel dat bij hen ligt. Ze maken kennis met andere zwijgzame figuren uit het dorp die ook mettertijd pas vrienden blijken te zijn geworden. Leo’s relatie met Martino, die hem in eerste instantie maar overkomt, maar hem met de tijd veel troost gaat bieden geeft volgens mij inzicht in een andere fundamentele geluksbrenger. Het leven met anderen, iets voor iemand anders kunnen betekenen, ook dat biedt troost.

Dat vertrouwen in de ander, vertrouwen in de tijd en in de natuur geeft rust op termijn en blijkt een verstandige levenshouding. Het leven nemen zoals het is. Geluk en verdriet te aanvaarden als momenten en zo de tijd te laten verstrijken en wonden te laten helen. Hoewel iedereen in het leven te maken zal blíjven krijgen met tegenslag en ongeluk, zijn er mensen die altijd zoeken naar iets anders, altijd nieuwe en tijdelijke oplossingen vinden voor dezelfde problemen en daardoor ongelukkig blijven.

De factor tijd als geluksbrenger wordt in het boek van Faggiani goed belicht. Het boek bestrijkt een aantal jaren. Tijd, natuur en samenzijn, het zijn geen dingen die er bovenop liggen als expliciete keuzes, maar het zijn intuitieve beslissingen die goed uitpakken. Ik vind er een wijze raad in die mijn vader me had kunnen geven.

‘Tussen twee werelden’ is een boek met een positieve boodschap dat zich zeker onderscheid.

 

Franco Faggiani

Tussen twee werelden

Vertaling: Saskia Peterzon-Kotte

Januari 2019

Uitgeverij Signatuur

19,99 euro

 

Italiaans boek: ‘De hemel verslinden’ van Paolo Giordano

Boekreview Giordano

Op de Universiteit bij het departement Italiaanse taal en cultuur werd hij in in jaren ‘2000 veel gelezen. Paolo Giordano. Goed leesbaar Italiaans, toegankelijk woordgebruik, interessante personages. Het boek ‘De eenzaamheid van de priemgetallen’ werd een grote hit en werd zelfs verfilmd. Terwijl het een verdrietig boek is over twee personen die elkaar niet echt kennen, niet echt kunnen bereiken. Datzelfde verdrietige thema speelt een rol in zijn vuistdikke nieuwe roman: ‘De hemel verslinden’ die onlangs verscheen bij De Bezige Bij en dat werd aangeraden door het boekenpanel van DWDD. De onwetendheid van hoofdpersoon Theresa speelt een rol bij alle dingen die ze samen onderneemt met haar grote liefde Bern. Ze kent hem niet echt. Slechts gaandeweg in het boek wordt het hele verhaal rondom de geschiedenis van haar grote liefde Bern ontrafelt. Zoals ook in ‘De eenzaamheid van de priemgetallen’.

Het leven van Teresa en Bern is niet open. En hier laat Giordano zich kennen als een meester in de suspense. Door de geheimen van Bern worden hun andere ideeën in het leven rechtlijnig en onverzettelijk. Hun motieven zijn niet duidelijk, ze richten zich op andere problemen om het grotere eigenlijke probleem maar niet onder ogen te hoeven zien. Dat wil niet zeggen overigens dat het kleine problemen zijn, die andere problemen in de roman. De onvervulde kinderwens en het ecologische idealisme.

Secundair probleem: onvervulde kinderwens in Italië

Vorig jaar las ik voor DitisItalie.nl het boek van Silvia Avallone dat ging over een onvervulde kinderwens en hoe iemand helemaal verstrikt en geobsedeerd kan raken door die wens. Ook in dit boek speelt deze wens van Teresa en Bern zo’n 100 pagina’s een grote rol. Een belangrijk thema in de Italiaanse cultuur. Waar men anders tegen de jeugd, levensgenieten en tegen kinderen aankijkt. Italie heeft een van de laagste geboortecijfers van Europa en stellen beginnen pas op hoge leeftijd aan kinderen en stoppen meestal na 1 kind. Men wil er maar niet aan beginnen. Maar als ze het dan toch willen, wordt alles eromheen heel groot. Kinderen zijn niet ‘gewoon’. Ik heb de indruk dat veel van die enige kinderen (in de zin van 1 kind) het weerbarstige levensproject zijn van hun ouders.

Secundair probleem: Ecologisch fundamentalisme: het nieuwe geloof

Puglia, dat tot 50 jaar terug nog een sterk religieus karakter had wordt nu met de globalisering overspoeld door toerisme. Op Instagram zijn er tientallen accounts die de toerist naar de regio moeten trekken met gephotoshopte ondergaande zonnen, plaatjes van elke keer opnieuw hetzelfde strandje bij Polignano al Mare en authentieke arme vissers die octopussen doodslaan op de rand van de kade om het vlees zo malser te maken. Puglia is enorm in opmars bij de Nederlandse toerist, ik ga er zelf ook naar toe in het voorjaar met mijn gezin. Omdat het niet zo druk is als Napels of Rome, kleinschaliger en landelijker. Toegankelijker.

Toen God verdween uit Puglia, had dit boek kunnen heten. Wereldverbeteraars die vroeger in Nederland naar Flevoland gingen, in Italie gaan ze naar Puglia lijkt het. Om de rust te zoeken van de natuur, een leven in eenvoud te leiden dat geromantiseerd wordt. Bij de volwassenwording van Bern en zijn halfbroers speelt het geloof een belangrijke rol. De indoctrinatie van Berns stiefvader Cesare wordt op de weg naar volwassenheid ingeruild voor de ecologische theorieeen van Danco. Het ene fundamentalisme (het bijbelse van zijn stiefvader) wordt vervangen door een ander fundamentalisme. Ze richten samen een gemeenschap op die vrij is genetische manipulatie, bestrijdingsmiddelen en ook voeren ze aktie met een k tegen mensen die dit wel voorstaan. In feite zijn het ontwortelde jongeren met wilde ideeën.

Onderliggend probleem : Incest of geweld

Al na zo’n 50 bladzijden moest ik het boek even wegleggen. Ik had het gevoel dat er achter het verhaal van een streng religieuze familie met geadopteerde zoons een verhaal van incest of geweld schuil ging. Het wordt niet gezegd, maar het speelt in het hele verhaal wat mij betreft de hoofdrol.

Ik zag op tv eens een interview met rechtbankmedewerkers die alle verhalen en details van de incest moesten horen rondom de zaak van die jongen die bij kinderdagverblijven in Amsterdam allemaal peuters had misbruikt. Een verschrikkelijke baan.

Zelf heb ik al moeite met een boek dat dit impliceert. Hoofdpersoon Teresa is eigenlijk een best gewoon pubermeisje dat op vakantie in Puglia doldwaas verliefd wordt op Bern. Éen van de geadopteerde zoons. En die verliefdheid zal haar lot beslechten. Ze wordt helemaal opgezogen door die familie, die leeft op sektarische wijze. En door Bern, een sterke persoonlijkheid gevormd door zijn aangetaste jeugd.

Nu ben ik bij blz. 350 en is het nog steeds niet onthuld of er sprake was van geweld of incest bij het pleeggezin van Bern. Er zijn steeds impliciete verwijzingen, maar hoofdpersoon Teresa en de lezer worden maar langzaam ingewijd in alle details. Ik weet niet of ik het boek nog uit wil lezen. Die voortdurende onderhuidse spanning en suggestie van misbruik of geweld vind ik moeilijk te verdragen. Een ongelukkige jeugd schijnt een onuitputtelijke bron te zijn voor schrijvers en de verhalen die zij maken. Ook zijn er boeken vol geschreven over incest, manipulatie, geweld etc. Zo ook bij het boek ‘Strikken’ van Domenico Starnone afgelopen jaar, waarin de manipulatie in een mislukt huwelijk centraal staat. Perché? vraag ik me dan af. Wat kunnen we leren van al dit ongeluk?

Is dit een mens?

Na de verschrikkingen van WOII vroeg Primo Levi zich af: Is dit een mens? En dan had hij het over de totale ontreddering, ontgoocheling, het ontnemen van alle perspectief, alle hoop en liefde bij het leven in een concentratiekamp. Een holocaustvergelijking is altijd ongepast. Mijn oma zei altijd (en mijn moeder zegt nu): “Wat is erg als iets anders nog erger is”? Ik vraag me af wat menselijk is. Wat is mooi, waar ligt schoonheid, wat is een mooie vervoering?

Wijs ik alle boeken af met een indringend verhaal? Mooier vond ik dit jaar ‘Doem’ van Beppe Fenoglio of ‘Het hoogste goed’ van Andrea Bajani. Deze boeken zijn poëtischer en troostrijker in hun beschouwing van ellende. Leg die dus maar onder de kerstboom. ‘De hemel verslinden’ is meeslepend en knap geschreven, maar ook een stortbak aan fictieve ellende.

Paolo Giordano

De hemel verslinden

De Bezige Bij 2018

Vertalers: Mieke Geuzebroek en Pietha de Voogd

Euro: 24,99

496 pagina’s

Het besproken boek van Giordano ligt in de Bruna Schoonhoven in de schappen. De andere genoemde titels kunnen ze daar voor je bestellen.

Italiaans in IJsselstein: Kaasie Kaasie

Italiaans in IJsselstein

Nu ik in februari start met het geven van Italiaanse lessen in IJsselstein was het wel zaak om alles Italiaans in IJsselstein even te bekijken. Zo was ik al bij Prego en bij Piccolo Italia. Twee weken terug bezocht ik de delicatessenwinkel Kaasie Kaasie in IJsselstein. Een aanrader voor Mathilde, studente Italiaans en grote kaasliefhebber! Ik werd aangenaam verrast. Het bleek een enorme winkel met een veelheid aan echte originele kazen en vele andere interessante delicatessen. De winkel is van Bert (rechts), ik werd geholpen door Jochen (links op de foto). Enthousiast vertelden ze me over de verschillende producten die ze in de winkel verkochten. Ik vertrok 25 euro lichter, maar heb er erg veel van genoten om de producten thuis in de koelkast te hebben liggen.

Italiaanse kaas IJsselstein

Blu ’61

De kaas die ze me aanbevolen en die ik echt het aller allerlekkerste vond was de Blu ’61 (spreek uit: sessantuno). Kaas van Antonio Carpenedo uit Italie en zijn winkel “La casearia Capenedo”. De kaas won een prijs in Italie en de jury sprak vol lof “il prodotto si presenta perfettamente equilibrato nel sapore e nella struttura, piuttosto dolce sebbene erborinato. Le note vinose dovute alla presenza delle vinacce, mai invasive, si sposano mirabilmente con i sentori di latte e con l’erborinatura”. Het product is perfect in evenwicht in smaak en structuur, zacht doch gekruid. De smaak van wijn door de moer is niet overheersend en is in mooi evenwicht met de melk en de kruiden. (vrije vertaling) Bovenop de kaas zaten cranberries, wat het erg lekker maakte.

Assortiment

Natuurlijk hadden ze daarnaast parmigiano, pecorino, gorgonzola, mozzarella, ricotta, provolone en mascarpone. Maar ook hadden ze interessante Italiaanse delicatessen zoals de savoiardi (om tiramisù te maken), geconfijt fruit (om cassata van te maken, het Italiaanse taart dessert), balsamico azijn, Italiaanse koekjes en natuurlijk Italiaanse wijn. Als je iemand wil verrassen hebben ze ook een leuke combinatie in een Italiaans kado-pakket. Je kunt Kaasie Kaasie ook volgen op Facebook.

Terug

Ik wil een keer terug, om nog een keer die Blu ’61 te halen en om nog de Piave Vecchio en de truffelkaas (Moliterno al tartufo) te proberen thuis. Die ken ik niet en ik ben altijd nieuwsgierig naar iets nieuws 🙂 Ik vind het prachtig om zo veel kennis en vakmanschap in die winkel te zien, dus mijn complimenten aan Bert die er zo’n mooie zaak van heeft gemaakt. Wel hoop ik er nog erg op dat ze ook de stracchino (ook wel bekend als crescenza) gaan importeren. Dat was mijn favoriete kaas die ik at toen ik in Bologna woonde. Een crème achtige kaas uit Lombardije. Een kort gerijpte koeienmelk kaas, die ook in fabrieksconfectie wordt gemaakt onder het merk “stracchino della nonna”. Heerlijk voor op de piadine die ik dikwijls maak.

Piave Italiaanse kaas

Italiaanse truffel kaas

Kaasie Kaasie

Benschopperweg 27

3401 DG IJsselstein

Italiaanse film: A casa tutti bene

A casa tutti bene

Afgelopen donderdag ging ik met een aantal leerlingen naar het Filmhuis in Gouda voor de film “A casa tutti bene”. Een feelgoodmovie volgens de omschrijving. Een écht familiedrama, hoewel het ook wel weer behapbare drama’s waren. Het ging niet over uitbuiting, prostitutie, manipulatie, geweld, incest, armoede, discriminatie of echte zware thema’s. Vóór de film werd een trailer geshowd van de nieuwe film van Matteo Garrone, “Dogmen”, ongetwijfeld een veel heftiger verhaal met veel geweld. Deze komt ook binnenkort in de bioscoop. Het is overigens niet beter om psychologische extremen op te zoeken, maar het zijn wel verschillende types films. Vind maar eens een goede film in de middenmoot: wel psychologische diepgang, geen shockerende film. Die vind ik dun gezaaid.

Verschillende draadjes

Er liepen binnen “A casa tutti bene”verschillende draadjes binnen het verhaallijn die de verschillende familieleden volgde in hun dagelijkse sores. Een stel dat niks te makken had en eigenlijk hoopte hun familieleden wat financiele steun te kunnen ontlokken, twee verliefde pubers, de relatie van een zestig plus stel waarvan één er met dementie te maken had en natuurlijk als laatste: overspel (fare le corne in het Italiaans). Al met al toch nog behoorlijk wat drama dus, het moet natuurlijk wel een film opleveren. Ik moet zeggen, ik was wel de buis gekluisterd hoor. Ik was vooral ontroerd door die dementerende geliefde en de ontluikende verliefdheid van de pubers en kon me het meest herkennen in Elettra, de enige die het allemaal maar een beetje onderging, dat hele feest 🙂

Thuis is alles goed
Afbeelding: Arti film

Sempre queste corne!

Met overspel heb ik dan wat minder, ik word daar altijd een beetje moe van als ik naar die Italianen in films kijk die heel druk en bezitterig doen, moeilijkheden creëren en er een sport van maken om hun leven zo ingewikkeld mogelijk te maken. Italiaanse filmmakers (In dit geval Gabriele Muccino) hebben daar, nóg meer dan Nederlandse regisseurs, een handje van. Maar goed, ik kom uit een dorp, het zal wel iets van de grote stad zijn. In ieder geval kan iedereen wat herkennen met al die kleine verhaallijnen, naar gelang (de fase van) je leven waar je zelf in zit.

Review Italiaanse film
Afbeelding: Arti-film

 Volgen van een script

Er was dus wel een slim scenario, maar af en toe kreeg ik ook het gevoel dat het script van “hoe schrijf ik een succesvol verhaal” wel erg strak werd gevolgd. De verhalen zijn pakkend, maar niet shockerend, drama en geluk wisselden elkaar voortdurend af, die afwisseling werd een beetje eentonig. De personages kregen niet echt diepgang. Het waren typeringen van de problemen van gewone mensen. Ze waren duidelijk op zoek naar de trefwoorden “Feelgood movie” en “familiedrama”.Dat er dan op het einde van de film nog iets quasi-filofisch over tijd werd gezegd vond ik ook een beetje jammer. Diepgang moeten mensen zelf in een film kunnen vinden, maar ga dat niet opdringen.  Een leuke film wel als je niet iets heftigs wil, maar gewoon kleine emoties wil ervaren en niet hoeft na te denken bij een film.

Leuk voor je Italiaans

De leerlingen herkenden wel wat Italiaans af en toe. Zinnetjes zoals “Cos’è successo?” “Va bene” en ook enkele populaire scheldwoorden passeerden de revue. In de dialogen van een film wordt vaak heel rap gepraat, dat is wel lastig als student. Toch is het leuk te luisteren en je over te geven aan de Italiaanse klanken. Die gewenning is natuurlijk ook prima en ook de ontspanning die je ervaart als bioscoop kijker is heel goed voor het leren van je Italiaans. En anders dan een luisteroefening in de les.

De film draait voorlopig nog in filmhuizen.

Voor DitisItalie recenseerde ik ook de Italiaanse films Indivisibile, Call me by your name, Amori fragili,  Il colore nascosto delle cose, A ciambra , Perfetti sconosciuti, Un bacio , Mia Madre  en Le cose che restano. 

Liever lezen over Italie? Rosita Steenbeek schreef een boek over vluchtelingen op oa Lampedusa,

Italiaans in Moerkapelle: Restaurant Buon Gusto

Italiaans in Moerkapelle

Het is even zoeken als je er niet vandaan komt. Moerkapelle. Een klein gehucht tussen Gouda en Zoetermeer. De weg was smal, ik moest kleine bruggetjes en drempels over, de straatverlichting op de weg ernaar toe was schaars en toen ineens stond ik in het bruisende *eufemistisch* hart van Moerkapelle, waar op steenworp afstand van de dorpskern (de parkeerplaats voor de kerk) het Italiaanse restaurant ligt. Trattoria Buon Gusto, ligt dan ook in de Dorpsstraat. Ons Dorp, ik moest denken aan Monopoly, het bordspel, toen ik de naam van de straat las.

Of all places….

Hoe kwam ik hier terecht? Een leerling woonde in dit dorp en was bevriend met de eigenaar Tonio, die zich Tony noemt. Hij kon beter Tonio aanhouden, bij Tony is mijn associatie toch met Tony Montana, de engerd uit de thriller Scarface, maar dat terzijde. Deze Tony lijkt er helemaal niet op, het is een vriendelijke grijze man die geen vlieg kwaad doet. Tony heeft een leuk Italiaans restaurant met kwaliteitseten waar hij trots op mag zijn. Dat is hij ook, je merkt aan alles dat de zaak zijn leven is. Hij vertelt met liefde over zijn thuisland Sardinie en over het eten dat daar vandaan komt. Zoals de Sardijnse gevulde pasta “culurgiones’. Die zie je hier overigens niet op de afbeelding.

Italiaans dessert van Buon Gusto in Moerkapelle

Amore

Bij hem in dienst is een Italiaans verliefd stel: hij staat in de keuken, chef Franceso Troiano. De kok deelt zijn passie op een Facebookpagina. Ik vind het altijd leuk als iemand zó gepassioneerd is over zijn vak dat hij het wil delen met anderen. Ook hebben ze een houtoven en die heeft een naam: Filomena! “Filomena heeft goed gewerkt” zullen ze wel zeggen op het eind van de dag.

De vriendin van Francesco doet de bediening en is ook Italiaanse. Heel vriendelijk en open, sympathiek en dus gastvrij: allemaal. Ze hebben het gezellig samen. Het is alsof je binnenkomt bij een Italiaans familie restaurant. Zij wonen samen ook in Moerkapelle en zijn blij met dat Nederlandse huis in dit Nederlandse dorp. Mooi. Klein geluk gevonden!

De avond dat ik er was kreeg ik baccalà, gezouten kabeljouw. Dat is moeilijk te krijgen (vaak is het andersoortige witte vis) en ik vind ook: moeilijk te bereiden. Het is dus fijn als iemand anders goed de Italiaanse klassiekers voor je kan maken.

We hadden het ook over Napolitaanse pizza’s en dat Nederlanders niet zo houden van die Napolitaanse stijl. Dat snap ik niet. Ga jij daar eens om een Napolitaanse pizza vragen!

Semplicità e bontà

Buon Gusto is eenvoudig ingericht, het eten en de gezelligheid zijn belangrijk. Ze doen niet mee aan interieur trends of met de Tu-vuò-far-l’americano-spaghetti-eet-poster die je tegenwoordig overal in Italiaanse restaurants ziet opduiken en waar ik al een beetje moe van word. Ze hebben buiten een terras, waar volgens mij ook de moestuin is waar ze verse kruiden en groenten vandaan halen. Ook kun je er overnachten, het is tevens een B&B.

Als ik in Moerkapelle zou wonen zou ik hier zeker vaker komen, maar ook als je een stukje om wilt rijden is het eten en de sfeer de moeite waard. Eenvoud, kwaliteit en liefde voor het samenzijn en het eten. Wat wil je nog meer in een restaurant?

Buon Gusto Trattoria

Dorpsstraat 38

2751 EN Moerkapelle

Tel: 079 7370105

Italiaans in Lopik: IJssalon Scoop

Italiaans in Lopik

Ik was met mijn gezin aan het fietsen door de regio, toen we in die immense heten dagen belandden in Lopik op zoek naar een IJsje. We stuitten op ijssalon Scoop. Eigenares Lucienne runt hier een ijssalon die dit jaar een goede omzet moet hebben, want wát is het heet geweest. Het was echter niet heel erg druk en de kinderen zochten een ijsje uit terwijl ik een praatje maakte met Lucienne. Ik kwam er achter dat Scoop en IJsboerderij Luciano aan de dijk tussen Lopik en Schoonhoven dezelfde mensen zijn. Grappig, want daar was ik al vaak langs gekomen; ik loop graag hard en fiets graag over de dijk.  De ijs wordt verkocht ook aan horeca in de omgeving, dus ik vraag me nu af of het IJs bij de Veerpoort of bij Proef ook van Scoop/ De IJsboerderij is. Je kunt bij Scoop ook een ijskar huren of een kinderfeestje geven, kijk daarvoor op de website van de IJsboerderij.

Italiaans in Lopik
Wilt u leren om een ijsje te bestellen in het Italiaans? Kom dan naar taalschool Di’ la tua in Schoonhoven. Foto : Lotje Lomme

Booming business

Met de klimaatverwarming lijken de ijssalons als paddestoelen uit de grond te schieten. Ik schreef laatst al een bespreking over IJssalon Roberto in Oudewater, in IJsselstein heb je Luigi en in Schoonhoven kun je schepijs kopen bij bijvoorbeeld Proef of de Veerpoort. Nou zijn Schoonhoven en Oudewater mooie historische stadjes, dus daarin heb je in Lopik, eerlijk gezegd, het nakijken. Scoop lijkt in een omgebouwde garage te zitten die overigens heel schoon en netjes in ingericht in een stijl die vergelijkbaar is met Proef in Schoonhoven. In de winter is het er dus ook leuk om binnen te zitten: ze hebben ook warme dranken en chocolaatjes en verkopen verschillende smaken thee. Die locatie aan de dijk is wat mij betreft mooier, maar ik snap dat mensen daar niet zo snel binnen lopen voor een ijsje. Mijn kinderen genoten van de ijsjes.

Chocolade kopen bij Scoop
IJssalon Scoop in Lopik. Hier kun je ook bonbons kopen. Foto: Lotje Lomme

Echt Italiaans?

Wat is nou ambachtelijk ijs? Hier verkopen ze in ieder geval ijs dat is gemaakt van melk die zo bij de boer vandaan komt. De verschillende smaken komen tot stand door het toevoegen van een Italiaanse smaakpasta in de bereiding. Zo krijg je pistachesmaak, vanille, citroen etc. Lucienne onthulde me dat de stroopwafelsmaak gewoon Italiaans karamel ijs is met Nederlandse stukjes stroopwafel erdoorheen. Weer een geheim ontrafeld. Ik weet dat IJssalon Roberto in Utrecht écht zelf de smaken produceert. Ze maken daar ook wel eens haring of bier smaak, voor de nieuwsgierige klanten. Zo is er altijd baas boven baas. Ik ken ook mijn meerderen in het vak. Dat neemt niet weg dat de ijs bij Scoop gewoon erg lekker is en dat ook niet alle gelaterie in Italie zelf hun smaken produceren. Als je dus écht Italiaans ijs wilt met een ambachtelijk Hollands randje, kun je goed bij Scoop terecht!

Scoop

Rolafweg 42 C

3411 BK Lopik.

Je kunt Scoop ook volgen op Facebook.