Vorig jaar las ik in de zomer drie boeken van Goliarda Sapienza. Het is een schrijfster die populair is bij een bepaald type lezers. Zo ook bij mijn docent dictie en fonetica, die ook actrice is. Zo kwam ik te weten over haar bestaan en was mijn nieuwsgierigheid gewekt.
Biografie Goliarda Sapienza
Ze werd geboren in 1924 en groeide op in een heel typisch gezin. Een anarchistische vader die ook advocaat was en een feministische moeder met een steekje los. In mijn vorige boekbespreking schreef ik over het anarchisme in Zuid – Italie. Het is iets wat me fascineert. Het kwam ook naar voren in De geschiedenis van Elsa Morante. Op haar 18e circa besluit Sapienza uit huis te gaan en dan gaat ze naar Rome waar ze naar een theaterschool gaat. Ze vertelt over haar jeugd in het boek ‘Lettera aperta’.
Karakter Goliarda Sapienza
Ik vind haar karakter heel bijzonder. Ze is heel open en direct, op on-Italiaanse wijze, maar ook non-conformistisch. Het zijn eigenschappen die ik wel waardeer. In de autobiografie ‘L’università di Rebibbia‘ vertelt ze over haar periode in de gevangenis in Rome, waar ze het zo fijn vond. Het leek dat ze dat ook zelf heeft opgezocht, door in een periode van financiele problemen iets op opzichtige wijze te stelen, alsof ze opgepakt wilde worden. Dat hele leven in de gevangenis is doet wellicht een beetje denken aan ‘orange is the new black’. In Italie is er een project inmiddels gestart voor gedetineerden met literaire ambities, dat naar haar is vernoemd. Het lijkt alsof Sapienza zich in de gevangenis meer thuis voelde dan in de maatschappij, ze schrijft erover alsof daar de relaties ‘echter’ zijn. Authentieker.
Fictie
Ze schreef ook een roman die niet autobiografisch is maar waarin de hoofdpersoon toch ook de kenmerken draagt van het onconventionele karakter van de schrijfster. Er zat een hele lange tijd tussen het schrijven van ‘L’arte della gioia‘ en de publicatie ervan. Ik denk dat veel uitgevers hebben gedacht: Ma, che cosa è questo? Het boek is in het Nederlands vertaald als De kunst van het genot. Maar ik denk dat het niks zou zijn om het in het Nederlands te lezen. Bij sommige boeken is een vertaling prima, maar bij dit boek zou ik het denk ik alleen in het Italiaans kunnen waarderen.
Het gaat over een meisje, Modesta, dat haar eerste levensjaren doorbrengt in een verpauperde plattelandsomgeving en daarna wordt geadopteerd door een religieus weeshuis. Het meisje is van een dubieuze moraal, heel berekenend. Zo papt ze met mensen aan alleen om hen te gebruiken om haar eigen zin door te drijven. Het blijft een beetje in het midden of ze ook mensen uit de weg ruimt. Het boek volgt de hoofdpersoon haar hele leven, tot ze oud is. Het verhaal speelt zich af in Sicilie en heeft helemaal die sfeer, ook door veelvuldig gebruik van de Siciliaanse taal. Daarnaast zitten er allerlei seksuele elementen in het boek. Het ademt amoraliteit, maar ik vond het niet aanstootgevend. Toch houden veel mensen daar niet van denk ik. Maar het juist dat denk ik wat me zo aansprak in haar boeken.
Bij Uitgeverij De Bezige Bij verscheen dit boek dat bijna drie milennia aan geschiedenis van Italie omvat.
De geschiedenis van Italie begint bij het Romeinse Rijk
Dat gedeelte vond ik denk ik het minst interessant omdat het in de behandeling over de Romeinse keizers zich vooral richt op de bizarre persoonlijke anekdotes over de keizers van geschiedschrijvers als Svetonius. Stijn Vennik heeft dat in Nederland ook een keer gedaan voor het Late Keizerrijk. Je zou je hier ook kunnen richten op de vorming van het burgerschap, het ontstaan van het rechtssysteem, de cultuur.
Vroege middeleeuwen
Veel waardevoller vond ik het gedeelte over de Vroege Middeleeuwen. Dat is een chaotische periode en Ross King lukt het daar helder over te schrijven. Ostrogothen, Visigothen en later de Lombarden en Normandiers. Waar kwamen ze vandaan? Hoe kwamen ze in Italie terecht? Wat waren de geografische politieke ontwikkelingen? Bij het vertellen kreeg ik (eindelijk) een soort historische kaart voor ogen. Ook wordt duidelijk hoe de ‘barbaren’ zich verhielden tot de keizer uit Byzantium en de paus in Rome.
De investituurstrijd (1076-1124)
Dit weet King in één zin treffend te karakteriseren. Ik had daar al wel eens over gelezen, maar had er nooit een helder beeld bij waar dat nou precies over ging. Waarom is ‘De gang naar Canossa’ een gezegde geworden? Het had te maken met een geschil tussen paus en keizer over wie de priesters mocht benoemen. (Investire betekent in het Italiaans ‘bekleden’ met bijvoorbeeld een ambt). De keizer probeerde dat buiten de paus om te regelen waarop de paus de keizer excommuniceerde. Dat bleek imagotechnisch zo onhandig voor de keizer dat hij naar het kasteel moest gaan waar de paus verbleef (het kasteel in Canossa). Aldaar zou hij (blootsvoets, op zijn knieeen?) buiten de poort moeten wachten en hopen dat hij weer tot de kerk zou worden toegelaten. Het gezegde slaat dus op de noodzakelijke nederigheid betonen in een meningsverschil.
Het feodale zuiden en het stedelijke noorden
Ook werd mij het verschil duidelijk tussen Frederick van Hohenstaufen (Barbarossa) en Federico II (Stupor Mundi) (1194-1250). Ik heb van die laatste ooit een boek op de kop getikt, maar ik kon hem nooit echt in een politiek-historische context zetten. In het zuiden hebben allerlei heersers elkaar vlot opgevolgd in de vroege middeleeuwen, wat wellicht een reden is voor het ontstaan van wantrouwen naar de macht. Typerend is bijvoorbeeld ook dat de Normandiers de macht grepen nadat ze als huurlingen uit Frankrijk waren gehaald. Ik kan me voorstellen dat dat iets doet met je vertrouwen in het gezag.
King beschrijft dat in deze tijd in Noord-Italie de stadsteden zich ontwikkelden met soms een eigen burgerlijk bestuur (consorterie), soms onder leiding stonden van aristocratische families/ feodale heersers en soms onder het gezag stonden van het Heilige Roomse Rijk. De historicus vertelt over het bouwen van hoge torens (zoals we in Bologna of San Gimignano nog kunnen zien) en het verhaal van de familieruzies in Romeo en Julia van Shakespeare om deze stedelijke fenomenen te illustreren. De Gonzaga’s van Mantova, de Visconti’s van Milaan, d’Estes van Ferrara, de Medici van Florence etc.
Ook schetst King het verhaal van het ontstaan van kritiek op de kerk in Italie. Dit begon met de veroordeling van de Arnaldisti. Wat later werden andere theologische stromingen toch geincorporeerd in de kerk. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de orde van de armoedebroeders der franciscanen.
Renaissance
Super waardevol in dit boek vond ik de aandacht voor vrouwen in de Renaissance en in de verlichting en de aandacht voor bekende Italiaanse culturele fenomenen. Zoals het onstaan van de opera en de commedia dell’arte en de rol van courtisanes daarin. Ook worden dan namen genoemd waarvan je denkt: daar kan ik nog eens over doorlezen. Zoals misschien eens een biografie van Isabella Andreini. Dat is een ander verhaal dan de standaard ‘vrouwenverhalen’ van de rijke dochters uit welgestelde families met een culturele hobby. Het is toch interessant om over een ander soort vrouwen te lezen. Ross King heeft daarmee de tijdsgeest goed te pakken en snapt dat mensen dit soort dingen willen lezen.
Verlichting
Leuk vond ik het verhaal over koffiehuizen en de politieke rol daarvan. Die caffè al banco is natuurlijk een echt Italiaans fenomeen en sommige Italiaanse café’s gaan way back. Ik wist niet van de politieke betekenis van deze koffiehuizen, vond ik toch wel heel veelzeggend over de Italiaanse cultuur. Ook vond ik het verhelderend hoe King vertelde over nieuwe idealen van de Franse Verlichting en hoe die langzaam een weg vonden in de Italiaanse politieke en culturele ontwikkelingen. Figuren als Beccaria (van de Accademia dei Pugni), De Accademia degli Oziosi en Genovesi en de invloed daarvan op de geestelijke en intellectuele ontwikkelingen in Napels. Prachtige namen van deze verenigingen, een pugno is een vuist (stomp), ozioso betekent lui of zinloos. Only in Italy.
Anarchisme
Ook wordt duidelijk dat in Zuid-Italie zo’n verenigingen altijd een grote rol hebben gespeeld. Ik was verrast om te lezen dat de anarchist Bakunin (1814-1876) ook een tijd in Zuid-Italie verbleef. Het anarchisme heeft echt in dat verarmde Zuid-Italie geleefd. Het ontstaan van maffia is ook in die context te bezien als een opstand tegen feodale en aristocratische heerschappij, het begon met de zogenaamde ‘brigantaggio’. Ook daarover zou ik nog wel eens door willen lezen, ik heb onlangs een biografie van Bakunin gekocht in de kringloopwinkel om die reden. Ik houd ook erg van de boeken van Goliarda Sapienza, die zijn ook doordrenkt met dat Zuid-Italiaanse anarchisme. Ook zit het in de figuur van Carlo uit ‘De geschiedenis‘ van Elsa Morante.
Risorgimento
Ondertussen begon in Noord-Italie de Risorgimento. Figuren als Manzoni, Cavour en Garibaldi worden allemaal kleurrijk omschreven. Leuk vond ik ook om te lezen hoe de feuilleton van Collodi (het verhaal van Pinocchio) een rol heeft gespeeld in het taalonderwijs en het uniformeren van het Italiaans. Bij de figuur Garibaldi snapte ik met terugwerkende kracht waarom hij zo charismatisch was en zo’n aantrekkingskracht heeft op veel Italianen. Ik vind het heerlijk als zo’n kwartjes vallen.
Wereldoorlogen
Die periode van de wereldoorlogen was mij bekender. Afgezien van de oorzaken van dat irredentismo, dat wordt ook goed uitgelegd. Het is de aanspraak op gebieden (onder andere in Istrie) door Italie in die tijd vanwege wrok over miskenning door grote mogendheden in eerdere historische periodes.
Ook blijft het futurisme voor mij fascinerend. Laatst was ook Arthur Weststeijn weer op de radio, de Nederlandse expert van de recente Italiaanse geschiedenis. Hij vertelde daarin over Marinetti en Matteotti bij het radioprogramma OVT. Ik heb wel eens stukjes getikt over het futurisme, vroeger voor Italieplein en later voor DitisItalie en werd ooit uitgenodigd door een Amsterdams gezelschap om bij een banket te vertellen over het futurisme. Ik was toen een beetje bang dat ik bij een sinister gezelschap terecht zou komen dus dat heb ik geweigerd. Het futurisme dweepte met geweld om politieke verandering teweeg te brengen.
Ik vond het geniaal hoe d’Annunzio werd getypeerd: D’Annunzio’s mannelijke ideaal, dat hij ook in zijn eigen leven nastreefde, was een merkwaardige combinatie van een drieste actieheld en een delicaat naar orchideeën ruikende aristocratische dandy‘. Voor Italie Uitgelicht schreef ik eens een stukje over d’Annunzio’s boek ‘De schoonheid van de Nacht‘. Mooie woorden als ‘spavalderia’ en ‘smania‘ zijn op figuren als d’Annunzio en Garibaldi van kracht. Driest, zouden we zeggen in het Nederlands.
Ook bij de uitleg over de Republiek van Salò, het marionettenregime van de nazi’s in Italie, geleid door Mussolini op het einde van de Tweede Wereldoorlog, vielen er bij mij dingen op hun plek. De Gustav linie en de Slag om Montecassino spelen ook in ‘De geschiedenis‘ van Elsa Morante een rol.
Naoorlogse tijd
Uitermate verhelderend was ook King zijn typering van de Jaren van Lood (Gli anni di piombo). ‘Leden (van de P2, een geheime vereniging met vooral mensen uit de politiek en geheimde dienst) hadden zich voorgenomen een communistische machtsovername te voorkomen door het in het ongerede brengen van de Italiaanse democratie. Dat diende te gebeuren door op strategische wijze spanningen te veroorzaken en zo nodig een politieke coup te plegen en een autoritair bewind aan de macht te brengen. Die Jaren van Lood waren voor mij tot nu toe een onontwarbare en bloeddorstige kluwen van geruchten, suggesties en complottheorieeen. Ross King weet ook hier helder tot de kern door te dringen.
Verder ook heel belangrijk voor de Italiaanse recente geschiedenis: de politieke ontwikkelingen met het maxiprocesso tegen maffiosi tussen ’86 en ’92. Dit leidde tot de dood van Borsellino en Falcone (waar ik eens een Italiaanse miniserie over heb gezien). Ook leidde dit tot de aanhouding van politici die de zogenaamde ‘appalti’ (overheidsaanbestedingen) bedeelden door steekpenningen aan te nemen. Dat begon in Palermo, maar eindigde in Milaan (Tangentopoli genoemd, ‘Tangente’ betekent ‘smeergeld’).
Als je de hele Italiaanse geschiedenis in ogenschouw neemt kun je ook veel beter begrijpen waarom een figuur als Berlusconi zo groot werd. Het boek eindigt met Giorgia Meloni, die nu enorm populair is.
Minpuntjes van deze ‘kortste’ geschiedenis van Italie
Soms heb je voor diepere historische kennis het eerst nodig om de grote lijnen helder te krijgen. Daar is dit boek uitstekend voor geschikt. King is wellicht soms een beetje selectief in zijn bronnenmateriaal denk ik, maar goed, alle populaire historici zijn mensen die er goed in zijn hun eigen visie op de geschiedenis te vertellen door middel van een mooi verhaal en niet om de wetenschappelijke nuance op tafel te leggen. Soms is het daardoor een beetje zwart – wit gesteld. Zo is een terugkerend thema voor Ross King dat een leider bij aantreden heel goed doorpakt en effectief leiderschap betoond. Terwijl dat dan na enkele jaren weer verslapt. Tja. Dat levert een eenduidige visie op, maar daar word je niet zoveel wijzer van.
Ook beklijft het verhaal daardoor soms niet echt. De personages en de ontwikkelingen. Wil de geschiedenis meer beklijven dan heeft het wellicht toch meer zin historische fictie zoals Elsa Morante’s De geschiedenis te lezen, omdat dit (op mij) meer indruk maakt. Wat ook wel jammer was is dat er weinig historische quotes of getuigenverslagen in zitten. Hierdoor is het boek soms een beetje een opsomming van ‘die heeft ruzie met die’ en ‘die volgt die andere op’. Maar als verhelderende achtergrond bij die romans, bij de levende geschiedenis van historische fictie, is het fantastisch en een absolute must-have voor de boekenkast van de Italofiel.
Toen ik ‘La storia’ van Elsa Morante aan het lezen was, kwam ik zoveel mooie woorden tegen dat ik dacht: ik moet een blog maken over de mooiste Italiaanse woorden. Ik schreef al eens een blog over de redenen waarom het Italiaans zo’n mooie taal is, maar dat ging meer over het geheel.
Nou kunnen individuele woorden om verschillende woorden mooi zijn en ik maakte 8 categorieen:
De mooiste Italiaanse woorden qua klank en spelling
associazione (vereniging): vanwege de drie verschillende s/c/z klanken in één woord verenigd.
pozzanghera (vieze regenplas). De ò, de dubbele z en de gh.
singhiozzare (snikken), ook weer die ò en de gh
zoppicare (mank lopen), weer di ò, in combinatie met die dubbele p en de z.
chiacchierare (kletsen), een dubbele chi, waar vind je dat nou nog?
anneffiare (bewateren), effia, dat klinkt net als de uitroep ‘uffa’, die ook gewoon sympathiek is. Als mensen ‘uffa’ zeggen, vind ik ze altijd sympathiek. Het is een beetje de uitroep van naieve jonge meisjes die geen zin hebben om te doen wat hun moeder zegt. Of van Antonella Clerici die Mike Buongiorno van het lijf probeert te houden. Antonella Clerici en opstandige meisjes hebben allebei mijn sympathie.
atroce (; omdat het zo mooi klinkt uit de mond van een Siciliaan, met die sj klank.
violacei (paarsachtig), prachtig vanwege de vele klinkers. Only in Italy.
guinzaglio (riem, van huisdier). Guinzaglio. Wat een woord. Etymologisch komt dat woord dus uit het Middeleeuws Duits, en die klank waarschijnlijk dus ook.
Dan zijn er ook mooie Italiaanse woorden in betekenis:
addirittura (zelfs, beslist), mooi omdat het vaak als uitroep wordt gebruikt in Italie die geen Nederlands equivalent heeft. Er zit ook het woord ‘dritto’ in, rechtdoor. Er zit iets rechtlijnigs in het geheel.
disinvoltura (nonchalant / ongedwongen) Hier schuilt de kunst van de meester.
spavalderia (driestheid / aanmatiging). Hybris. De klassieke zonde. De betekenis van het woord is mooi. In het Nederlands ook, maar in het Italiaans nog meer.
medesimo (dezelfde / hetzelfde), omdat je het alleen maar vóór het zelfstandig naamwoord kunt zetten als bijvoeglijk naamwoord. Of je gebruikt het zelfstandig. Het is een eigenaardig woord.
palpebre (oogleden) Het woord ziet er niet echt Italiaans uit, naar mijn idee. Het komt uit het latijn. Ik kan niet goed uitleggen waarom, maar in het Italiaans klink het poetisch, terwijl het in het Nederlands meer biologisch/anatomisch klinkt.
rimbambita (kinds persoon). Er zit het woord bambino in. In het Italiaans heeft het iets teders, wat ook een kind heeft. Of sommige mensen met dementie. Het heeft niet de negative klank voor mij van ‘achterlijk’.
inghiottire (doorslikken). Tja, net als Ghiotto, de schilder, een mooie klank en letter combinatie
crepuscolo (schemering) Bij een Italiaanse schemering heb ik een heel ander gevoel dan bij een Nederlandse schemering.
confabulazione (gesmoes), ik houd sowieso van lange woorden in het Italiaans. Dit is ook in het Nederlands een mooi woord.
rincoglionita (afgestompt/imbeciel/seniel), er zit het woord ‘coglione in’ (kloot/klootzak), daar is een werkwoord van gemaakt. De toestand van iemand wordt gereduceerd tot één kenmerk en ook die -ita maakt het een soort toestand. Eigenlijk is het een participio passato, een voltooid deelwoord, bijvoeglijk gebruikt. Het is een voltooide toestand.
Mooie Italiaanse woorden in een uitdrukking
cotta (gekookt). Avere una cotta per qualcuno betekent ‘een bevlieging hebben voor iemand, een korte hevige verliefdheid, een crush. Ook wordt het als slang bij jongeren gebruikt in de zin van ‘gaar’, zoals je ‘gaar’ kunt zijn na een hele dag monotoon werk te hebben verricht.
addosso (op iemands lichaam / op zich / tot last / in zich) Ik vind ‘dosso’ een heel curieus woord en het woord ‘addosso’ komt voor in allerlei verschillende uitdrukkingen. Het heeft iets te maken met ‘dosso’, met dragen, op je rug of schouders en hoewel het ook wordt gebruikt in psychische zinnen heeft het altijd een fysieke weerklank. Buscarsi addosso (zich iets op de hals halen), addossarsi una responsabilità (een verantwoordelijkheid op je nemen) buscarsi addosso qualcosa (zich iets op de hals halen) hai troppa ciccia addosso (je zit te goed in het vlees), dare adosso a qualcuno (iemand te lijf gaan), lanciare qualcosa addosso a qualcuno (iemand iets naar het hoofd slingeren, de rij is eindeloos.
Mooie Italiaanse woorden die klinken zoals ze zijn:
Ik begrijp dat deze categorie nogal ambigue is of persoonlijk zou kunnen zijn. Ik denk echter wel dat veel mensen begrijpen wat ik bedoel, hoewel je misschien andere woorden zou kiezen. Mijn man (leraar engels) heeft het met het woord awkward. Omdat je het woord zo raar schrijft, klinkt het woord ook raar en die betekenis heeft het ook. Ook hebben Yentl en De Boer het in hun liedje ‘Ik heb een man gekend’ het over het woord ‘bed’ dat ook de vorm heeft van het woord bed. Triviaal, maar als leuk voor taalfetisjisten.
chiasso (lawaai / herrie). Klinkt ook zoals de betekenis.
smarrito (zoek geraakt, verloren, in de war). Nel mezzo del cammin di nostra vita / mi ritrovai per una selva oscura / ché la diritta via era smarrita. De eerste drie regels van Dantes Inferno. Smarrito. Klinkt ook als de betekenis die het woord heeft. De sm op het begin. Prachtig. Een voltooid deelwoord dat bijvoeglijk wordt gebruikt.
bisbigliare (fluisteren) vanwege die dubbele b, als je het woord hoort dan kan het alleen maar fluisterend gezegd worden.
spaventare (bang maken). In het Italiaans word ik vaak bang als ik dit woord zie, dat heb ik bij het Nederlandse woord ‘bang’ dus niet.
smorfia (grijns) de klank drukt ook gewoon het woord uit. Als ik het woord lees in een roman, visualiseer ik altijd meteen het personage met een grijns op zijn smoel. Een reden waarom lezen leuker is dan een film kijken.
Mooie Italiaanse woorden met suffixen
svogliatezza (lusteloosheid) er zit het woord voglia in, lust of verlangen, die s maakt het ontkennend en dan ook nog die suffix – ezza die er weer een toestand van maakt.
ebbrezza (roes/ dronkenschap). Ook hier zit een – heid in, in die -ezza. Ook hier geldt dat het woord klinkt zoals de betekenis.
sdrucciolevole (glibberig), de combinatie van sd, de u die oe is en de dubbele ccio en dan ook nog het ‘evole, een prachtige suffix die er een toestand van maakt. Ik vind sowieso die suffixen – ezzo / – ezza / – evole die er een – heid van maken mooi. Dat doet mij denken aan Plato en zijn ideeenwereld: niet een paard uit de echte wereld, maar het idee van een paard uit de ideeeenwereld. Paardachtigheid. Glibberigheid, lusteloosheid. Het verwijst naar een toestand van ‘zijn’, een idee. Een abstract idee aan de hand van een bijvoeglijk naamwoord.
vestituccio (lelijk jurkje) het suffix – uccio maakt iets lelijk, aftands.
Woorden om jezelf te leren kennen
Het leuke van een nieuwe taal is dat je nieuwe woorden leert om de wereld te leren kennen. Die je de wereld in een ander daglicht laten zien of die je jezelf beter doen kennen. Er zijn een aantal woorden die bij mij passen, die bij mij horen, in het Italiaans, op een manier waarop een Nederlands woord dat niet zou kunnen:
smania (rusteloosheid, begeerte, eerzucht) Dat het woord die drie verschillende betekenissen in één woord vat, dat is goddelijk.
spensieratezza (zorgeloosheid, lichtzinnigheid, gedachteloosheid). Een pensiero is een gedachte, door die s ervoor wordt het ontkennend (zonder gedachten) en door die – ezza wordt het een toestand. Ik denk dat dat ook mijn favoriete staat van zijn is. Gedachtenloos. Zorgeloos en lichtzinnig. Heerlijk.
ruminare (herkauwen) Mooi omdat het vaak over een gedachte gaat die terugkomt in je hoofd, waar je dan op ‘kauwt’. In het Nederlands wordt het woord ‘rumineren minder gebruikt dan in het Italiaans, misschien omdat het in het Nederlands alleen die omschrijving kent als: herhaardelijk nadenken over de betekenis en oorzaken van problemen, gevoels en symptomen, vaak gericht op nare gebeurtenissen die je hebt meegemaakt. Veel mensen herkennen dit als ‘in het verleden blijven hangen’. In het Nederlands denk je niet aan een herkauwende koe.
irrequietezza (gewoel / onrust) Misschien roept de spelling van dat woord bij mij al die onrust op.
Mooie Italiaanse woorden die mij als Nederlander heel paradoxaal overkomen:
balla (leugen) Het woord wordt in veel uitdrukkingen gebruikt waardoor het ineens een andere betekenis krijgt: raccontare un sacco di balle (onzin)
noia (verveling / ergernis) Geniaal dat dat in het Italiaans hetzelfde woord is.
Mooie Italiaanse woorden uit het dialect
In het boek van Goliarda Sapienza, L’arte della gioia, wordt veel siciliaans gesproken. een mooi woord daar vind ik picciridda (klein meisje) of picciriddo (jongetje) Het napolitaanse equivalent is piccirillo / piccirella. Ook wordt er vaak naar baby’s verwezen met het woord ‘creatura‘ wat denk ik uit de bijbel komt en wat ik naar het nederlands zou vertalen met het woord ‘schepseltje’.
Voor DitisItalie schreef ik voor wereldvrouwendag een artikel over bekende Italiaanse schrijfsters om je boekenkast mee te feminiseren. Daarin stond Elsa Morante als tip.
Ik ben een veellezer en meestal lees ik niet twee boeken van dezelfde schrijfster, omdat ik nieuwsgierig ben naar de werken van andere schrijfsters. Ik lees voornamelijk vrouwelijke schrijfsters, omdat ik geloof dat die zijn achtergesteld en het verdienen meer gelezen te worden. Je vindt hier overingens al mijn blogjes van boeken en filmreviews.
Er zijn echter enkele schrijfsters die ik zo goed vond dat ik er meer van wilde lezen. Elsa Morante is een voorbeeld. Zij schrijft echt dikke pillen. Maar haar boeken zijn geweldig, er is zo prachtig gedetailleerd geschreven zonder dat het triviaal wordt! Al die details geven het verhaal juist diepte. Psychologisch zijn de romans ijzersterk.
Ik ben vorig jaar begonnen met Leugens en Tovenarij van Elsa Morante
‘Menzogna e sortilegio’ in het Italiaans. De beschrijving op de achterflap:
In deze drie generaties omspannende familieroman doet Elisa, een jonge, Zuid-Italiaanse vrouw, haar afkomst uit de doeken aan de hand van de sprookjes en leugens die haar verwanten zichzelf en elkaar vertelden. Op basis van nagelaten brieven reconstrueert ze hoe haar grootouders elkaar leerden kennen en hoe haar ouders na moeizame amoureuze verwikkelingen uiteindelijk tot elkaar kwamen. Een verhaal van gefnuikte dromen en bedrogen liefdes – van familieliefde en familiehaat.
Leugens en tovenarij (1948), de ambitieuze, met de prestigieuze Premio Viareggio bekroonde eerste roman van Elsa Morante, is een familiekroniek op negentiende-eeuwse leest die alle tradities van de oude liefdesroman op losse schroeven zet. Een verhaal over ambitie en verval, verteld met verve en verfijnde ironie. Over teleurgestelde mensen in een benauwende maatschappij, die de bittere realiteit van hun eigen onvermogen ontvluchten in een zelf opgetrokken bouwsel van waan en fantasie.
Het boek werd gepubliceerd in 1948 en telt 800 bladzijdes, maar geloof me, het is het waard.
Ik schreef een review op Goodreads van Leugens en Tovenarij:
Echt wel heel goed geschreven, deze Italiaanse klassieker. Eigenlijk is het een eigentijdse psychologische thriller. Er wordt de hele tijd gespeeld met de fantasie van mensen, die mettertijd wanen worden. Mensen die arm zijn, die fantaseren over leven in weelde en zich zo gedragen, terwijl de realiteit bitter hard is.
De oorzaken van waanzin
Het is een beetje freudiaans gedacht dat aan waanzin een overdaad aan fantasie schuil ging. Naast middelengebruik of medicatiebijwerkingen zijn trauma en stress denk ik meer gangbaar nu als wetenschappelijk verklaarbare oorzaak. Het boek is daarmee ook wel een kind van zijn tijd, het is geschreven in de jaren ’50. Er wordt de suggestie gewekt van een correlatie tussen fantasie en waanzin. In dat boek is dat progressief uitgelegd: het begint met de grootouders van Elisa, het versterkte bij de ouders van onder invloed van sociaal economische deprivatie, de maatschappelijke factor die bijdraagt aan de ontsporing. Waanzin is een samenspel van psyche en maatschappij, zo laat Elsa Morante ons weten. De waanzin lijkt daarnaast ook nog eens een interpersoonlijk spel van een folie a deux, waarbij waanideeën door verschillende personen worden gedeeld en de jonge Elise het idee geven van ‘Leugens en Tovenarij’.
Ingenieus psychologisch spel
Elisa houdt zich staande en doet als volwassene verslag van wat haar als kind is overkomen. Maar door de perspectiefwisselingen zie je naast de belevenissen van haar voorouders, ook de wereld van haar als kind waarin zij werd geconfronteerd met ingewikkeld gedrag. Daardoor ontstaat een heel bijzonder verhaal dat heel ingenieus in elkaar zit. Het maakte het boek op driekwart van het verhaal wel zwaar om uit te lezen, vanwege de psychologische diepte van het verhaal. De sociaal economische teloorgang van de familie en het verlies van familieleden wordt minder uitgediept in sociale zin, wat dat betekent voor het psychisch welzijn. Doordat gedachten, leed, verlangens en dromen allemaal in eenzaamheid worden beleden, de ouders van Elisa spreken allebei niet over hun verleden in hun huwelijk, wordt de waanzin natuurlijk des te groter en het literaire psychologische effect sterker.
Charme, gekscherendheid, impulsiviteit en berekening
Verder geeft het boek een mooi beeld van de Zuid-Italiaanse armoede en cultuur. Het katholicisme, de mooie sier, de gekscherende drang naar lichtzinnige frivoliteit. Het buitenleven, de luiken om de hitte buiten te houden. De emotionele overgave, je zou het passie kunnen noemen en de kwetsbaarheid die dat met zich meebrengt. Een sleutelfiguur in het verhaal is Edoardo, die mij erg deed denken aan Mozart in de film Amadeus van 1984. Een combinatie van charme, gekscherendheid, impulsiviteit en berekening. Een lichte vorm daarvan hoort bij het Italiaanse dolce vita, waarin je van het leven geniet en waarbij die emoties in kleine hoeveelheden worden aangetroffen. Als het echter een voltreffer is leidt het al snel tot emotionele mishandeling. Maar de personages in deze roman leven hun emoties niet met mate. Zoals jaloezie, toch ook een bekende emotie onder Italiaanse mannen, een tornado die in het verhaal ook een rol speelt. Goed geschreven psychologische roman, met veel diepte en literair ingenieus. Geen makkelijk boek, maar wel één die je uit moet lezen en het einde maakt alles de moeite waard.
Na Leugens en tovenarij las ik L’isola di Arturo van Elsa Morante
(echt prachtig ook, vertaald als Het eiland van Arturo). Ook echt een boek dat je raakt. Zo mooi, het opgroeien van die jongen, zijn vertwijfeling. Ik voel heel veel tederheid voor de personages van Elsa Morante. Het boek kreeg de Premio Strega in 1957, Italie’s belangrijkste literaire prijs. Dit boek op de achterflap:
In een oude villa op het Italiaanse eiland Procida woont een jongen met zijn vader. Arturo gaat niet naar school en brengt zijn dagen door in de wilde, weelderige natuur van het eiland. ’s Avonds leest hij boeken over grote ontdekkingsreizen en het mysterieuze Oosten uit de bibliotheek van zijn vader Gerace. Die is zijn grote voorbeeld: groot, blond, onverschrokken – zoals de helden uit Arturo’s boeken, die geheel hun eigen weg gaan.
De grote afwezige in huis is de moeder van Arturo, die in het kraambed overleed en nu als een heilige wordt vereerd door haar zoon. Er is geen vrouw ter wereld die bij haar in de buurt kan komen en zowel Arturo als zijn vader ontbreekt het aan enige interesse in en respect voor vrouwen.
Maar dan op een dag keert zijn vader terug op het eiland met een jonge vrouw, met wie hij net blijkt te zijn getrouwd. Ze is maar twee jaar ouder dan Arturo en staat als brave gelovige uit de grote stad voor alles wat hij verafschuwt. Langzaam maar zeker wordt de paradijselijke microkosmos waarin Arturo leeft doorgeprikt.
Mijn laatste was La storia, ook van Elsa Morante
vertaald als De geschiedenis, die ook onlangs in het Nederlands is uitgegeven door uitgeverij Wereldbibliotheek. Ook dit is weer een vuistdikke roman. Dit boek gaat over een jonge moeder met twee kinderen, een verhaal dat zich afspeelt tijdens WO II. Op de achterflap:
De geschiedenis werd geschreven bijna dertig jaar nadat Elsa Morante en Alberto Moravia zich een jaar lang verborgen hielden in de afgelegen dorpen in de bergen ten zuiden van Rome. Daar was ze getuige van de impact van de oorlog en vormde zich het idee om een verslag te schrijven over de grote politieke gebeurtenissen, in beweging gezet door mannen van de macht, rijkdom en ambitie – en wat ze de gewone mensen aandoen.
Het centrale personage in deze krachtige en meedogenloze roman is Ida Mancuso, een lerares wiens man is overleden en wiens tienerzoon de oorlog ziet als zijn speeltuin. Een Duitse soldaat op weg naar Noord-Afrika verkracht haar, wordt verliefd op haar, en verlaat haar terwijl ze zwanger is van een jongen wiens overleven Ida’s passie wordt.
Rond deze twee komen en gaan andere personages. We vangen een glimp van bombardementen, straatgeweld, een Italiaanse soldaat die bezwijkt aan bevriezing aan het Russische front, het uithoudingsvermogen van boeren die hun hele leven met niets moeten doen en nu moeten overleven met nog minder.
Ook hier is het beeldend: je ziet dat jonge knulletje tussen de ruines lopen, je vangt af en toe iets op van zijn belevingswereld. Tussen alle beschrijvingen van de grote oorlog door. Het grote verhaal van de oorlog wordt verweven met het kleine verhaal van Ida, de beminnelijke Useppe en Nino. Van het verhaal is onlangs een miniserie gemaakt door de bekende Italiaanse regisseuse Francesca Archibugi, die is uitgezonden op de RaiUno. Ja, er zit veel pathos in, en daar is het verhaal in het verleden op afgerekend (een vrouw die een zielig verhaaltje schrijft over persoonlijke belevenissen), maar de tijd heeft die eerste afkeuring in de kritieken goed gemaakt en het boek erkent als een capolavoro.
Ik schreef een kort stukje op Goodreads:
Ik heb geschiedenis gestudeerd maar dit boek ‘La storia’ zou iedere geschiedenisstudent moeten lezen. Het verenigt het grote verhaal van politieke ontwikkelingen met dat van een individu.
Iduzza is een eenvoudige Italiaanse vrouw. Haar man is op jonge leeftijd overleden en ze leeft met een zoon uit dat eerste huwelijk (Nino) en een bastaard (Useppe) die is geboren uit een verkrachting door een Duitse soldaat op het begin van de eerste wereldoorlog. Daar begint het boek.
Het perspectief wisselt: soms volgen we Iduzza, soms Nino en soms Useppe. Altijd de alwetende verteller die ook pagina’s lang kan uitweiden over bijpersonages. Heel aandoenlijk vind ik dat ook het karakter van dieren uitgebreid wordt besproken. Er zijn opvolgend twee honden (Blitz en Bella) in het huishouden van Iduzza, hun karakter wordt uitgebreid beschreven en hun rol in het gezin is groot. Ook gaat het pagina’s lang over een kat, Rosella, in een schuur waarnaar Iduzza en Useppe zijn uitgeweken als hun huis in Rome is gebombardeerd.
Die gedachtengang van een kleuter is enorm fascinerend en aandoenlijk, zonder ooit sentimenteel te worden. Ook dromen van personages worden uitgebreid beschreven en de kleuren en indrukken van het weer, de dag op onnavolgbare wijze.
Prachtig en indrukwekkend vond ik ook de uitweiding over de belevenissen van Davide in de laatste 100 bladzijden van het boek en de gesprekken die Useppe heeft met zijn hond Bella.
Echt een aanrader! Zoals ook haar andere boeken L’isola di Arturo (Het eiland van Arthur) en Menzogna en Sortilegio (Leugens en Tovenarij)
Ik heb deze gekocht als Italiaans e-book, gewoon bij bol.com. Bol heeft best veel Italiaanse titels ter beschikking als ebook. Daarmee steun je niet de lokale boekhandels, maar die hebben geen Italiaanse boeken en een e-book is weer wat goedkoper dan de papieren versie uit Italie laten komen. Italiaanse boeken lezen kan een vrij dure hobby zijn op die manier. Bovendien heb je met een e-book direct beschikking tot je roman.
Heb jij nog een Italiaanse boekentip voor mij? Laat je tip achter in een reactie.
De voormalige pizzaiolo staat te wachten voor het café waar we hebben afgesproken. Lang zwart haar in een knotje, een getrimde goed verzorgde zwarte baard en geheel in het zwart gekleed. Lange zwarte wollen jassen doen het stilistisch gezien beter dan zwarte metal shirtjes in een korte broek en slippers in de brandende zon aan de Amalfitaanse kust. Een paar jaar geleden oogde hij me nog wat verlegen, maar nu bedenk ik dat het gewoon een evenwichtige en introverte persoonlijkheid is. Francesco (1985) is onlangs eigenaar geworden van restaurant Forchetta in Schoonhoven. Ik sprak hem over de Italiaanse keuken, pizza’s en pannetto’s.
Alles begon voor de pizzaiolo met een goede pizza Margherita
Het is een tijdje geleden dat we elkaar spraken. Onlangs had ik nog gegeten in zijn restaurant met mijn collega Annemart Pilon, vertaler van de boeken van de Napoletaanse Erri de Luca en Nicola Pugliese. Het restaurant heeft een mooie uitgebreide Italiaanse kaart, een forno a legno en er werkt zo’n 20 man personeel. Francesco vertelt me dat hij zo’n 10 jaar geleden naar Nederland kwam als pizzaiolo, pizzabakker. Daarmee was hij al begonnen aan de Amalfitaanse kust en vervolgens werkte hij bij Italiaanse restaurants in Leiden, Rotterdam en Den Haag. “Er gaat niks boven een goed gemaakte pizza margherita, die wilde ik gewoon altijd kunnen eten. Daarom werd ik pizzaiolo”. Weinig ingrediënten, maar producten en bereidingswijze van hoge kwaliteit.
Even aan mijn moeder vragen
Een tijdlang werkte hij voor verschillende Italiaanse restaurants in Nederland. En hij lijkt de persoonlijkheid te hebben om het hoofd koel te houden in een horeca keuken. Het menu van Forchetta maakt hij zelf, in overleg met zijn moeder die hij twee keer per week aan de telefoon heeft. Soms leest hij over een ingrediënt dat hij interessant vindt en dan belt hij zijn moeder om te vragen: wat zou jij ermee doen? De keuken van zijn moeder en zijn oma zijn voor hem een onuitputtelijke inspiratiebron. Echt Italiaans eten dus in Schoonhoven, voor mensen die niet weten waar ze terecht kunnen.
‘L’arte di arrangiarsi’
Het is niet voor iedereen weggelegd, aarden in een ander land. Sommigen keren terug na twee maanden, anderen na een jaar. Maar ‘l’arte di arrangiarsi’, de kunst om zichzelf te redden zit in Francesco. Hij doet zijn best, zeurt niet, steekt de handen uit de mouwen en hij redt het. Met zijn Nederlandse vrouw spreekt hij Engels, dat doet hij ook met zijn personeel. Met de gasten spreekt hij Nederlands, hoewel hij soms commentaar krijgt op zijn accent. Niet echt tof als je al zo lang in Nederland bent. Die mensen met commentaar nodig ik trouwens uit om bij mij op les te komen, dan leer je dat een taal leren niet over één nacht ijs gaat, maar te maken heeft met hard werk, discipline en doorzettingsvermogen. En dat je ook tijd moet hebben, veel tijd. Tijd die Francesco steekt in zijn restaurant.
Scotta en al dente
Ik vertel over mijn dochter van 9, die houdt van processed food en over het café waar ik Italiaanse taarten voor bakte. De favoriet was altijd de super simpele Italiaans crostata alla marmellata. Niet de verfijnde smaken van de pastiera uit Napels. Hij snapt wat ik wil zeggen. Zijn vrouw houdt niet van spaghetti ‘al dente’. Smaken verschillen. Thuis giet hij de pasta in twee porties af, één al dente voor hemzelf en een pasta scotta voor zijn vrouw. Maar in zijn restaurant sluit hij geen compromissen naar de Nederlandse smaak. Het pizzadeeg rijst 24 uur in de koeling, the italian way, en de ingrediënten komen van de beste producenten uit Italië. Ook kon ik hem op de valreep nog vragen hoe je nou het beste verse pasta bewaard. “Bestrooien met semolina, niet met bloem, voordat je het in de koeling legt. Semolina is grover van structuur”. Smaak heeft vaak te maken met herinneringen voor Francesco. Hij houdt van comfort food. Voedsel dat je ziel verwarmt.
Lezen over andere Italiaanse restaurants in de regio?
Ik was wel benieuwd naar de films van Alice Rohrwachter. Een vrouwelijke scenarioschrijfster en regisseur uit Italie. Haar films zijn in het Italiaans en best wel arthouse en sprookjesachtig. Ze zijn niet naar of gewelddadig, wat ik wel een verademing vind, na de kaskraker successen van Matteo Garrone, die echt super heftig zijn en waar ik onlangs Io Capitano niet af kon kijken. Er blijft nog heel veel te zien voor mij op filmgebied. Ik heb in mijn studententijd best wel wat Italiaanse klassiekers gezien, maar er verschijnt best veel, dus om het bij te houden is een opgave.
Alice Rohrwachter is van mijn jaar, 1981 en werkt veel samen met haar zus, de actrice Alba Rohrwachter een actrice die opvalt door een combinatie van een doorschijnendheid a la Tilda Swinton en het realisme van een Frances McDormand. Bijzondere verschijning dus . De twee films die ik zag waren Lazarro Felice en Le meraviglie. Dat zijn echt vertellingen over ja waarover eigenlijk? Dat is natuurlijk altijd de vraag, wat wil de regisseur of scenarioschrijver hiermee zeggen?
Lazarro Felice
In Lazarro Felice gaat het over een eenvoudige goede jongen, Lazarro (een bijbelse naam/figuur, dat ga je dan toch ook even googlen) die met een aantal boeren door een markies voor de gek wordt gehouden dat feodale werkrelaties nog bestaan. In werkelijkheid leven ze in de moderne tijd. Dus die arme mensen werken zich te pletter voor een zelfbenoemde markiezin, met een gecompliceerde puberzoon, Tancredi. Uiteindelijk wordt het bedrog ontmaskert, maar Tancredi en Lazarro hebben dan toch al een vreemde band opgebouwd.
Lazarro lijkt ook in de film een wederopstanding mee te maken, net als zijn bijbelse naamgenoot. Hij komt terecht bij een groep arme oplichters in de periferie van Rome, waar hij uiteindelijk weer Tancredi terugziet, bij toeval. Wat het verhaal wil zeggen? Volgens IMDB gaat het over het verleden dat voortleeft in het heden. Ik vind het hele verhaal nogal cryptisch, maar dat betekent niet dat ik het niet met plezier heb gekeken. Voor mijn gevoel ging de film meer over het thema schuld en onschuld ofzo.
Le meraviglie
Ook dit is een nogal sprookjesachtige raadselachtige film over een arm gezin in de regio Lazio/ Umbrie, een familie van bijenhouders die wordt aangevoerd door vader Wolfgang. De hoofdpersoon van het verhaal is eigenlijk Gelsomina, de oudste dochter. Wolfgang bestuurt het gezin vanuit een dictatoriaal idealisme, maar de familie zit financieel aan de grond. Op een dag hoort Gelsomina over een tv wedstrijd waarbij locals hun ‘authentieke’ producten moeten verkopen in een wedstrijd in de hoop op prijzengeld. Ze schrijft hun familie in en vervolgens gaan ze meedoen aan zo’n reality show. Dat contrasteert nogal met hun leven als arme boeren.
En tja, wat dit verhaal wil zeggen? Dat echte authenticiteit mooi klote is, en die authenticiteit van de tv fake? Ik weet het niet. Vast nog wel iets anders. Ik keek de film met mijn dochter van 9, de film is 6+. Het is mooi verbeeld, de personages zijn interessant, maar dit is net als Lazarro felice een film die niet helemaal te doorgronden is.
Cinemember.nl
Die cinemember is best een interessante streamingsdienst, er staan veel hoogwaardige Italiaanse arthouse films op, die je lekker achter elkaar kunt bingen. Je kunt een proefabonnement nemen van twee weken en daarna kost het 10 euro per maand.
Sinds ik kind ben ga ik op vakantie naar Italie, ik heb er twee jaar gewoond en ik spreek de taal. Niet al mijn vakanties waren geweldig in 40 jaar, ik heb ook vervelende dingen meegemaakt, maar de mooie herinneringen overheersen. Veel van die foto’s die ik daar heb gemaakt, kun je zien op mijn website. De meeste foto’s zijn van de digitale periode sinds circa 2010. De periode die daaraan voorafgaat zit vooral in het geheugen opgeslagen en in de ouderwetse fotoboeken. Hier is het verhaal achter een paar van die mentale en digitale foto’s. Mijn 12 mooiste herinneringen:
Als kind ben ik met mijn ouders in de jaren ’80 en ’90 naar het Gardameer geweest. Verschillende keren. Soms zaten we op een camping, soms in een huisje. Éen van de mooie herinneringen die me bijstaan is het wandelen naar het dichtsbijzijnde dorpje om daar verse broodjes te halen. Ik heb nog een foto waarop je me met mijn vader ziet op de weg naar het dorp in het dal. Mooi om terug te zien, ook omdat mijn vader in 2018 is overleden.
2. Een tweede mooie herinnering was de uitwisseling die ik op de middelbare school had met een klas uit Falconara, vlakbij Ancona. Ik heb toen een hele mooie vriendschap gesloten met Lucia, met wie ik nog steeds sporadisch contact heb. Ik mocht bij haar thuis logeren en dan krijg je toch echt een andere cultuur heel anders mee, dan wanneer je in een hotel zit. De verse pasta van oma zal ik nooit vergeten!
3. Een derde mooie herinnering was een treinreis die ik met mijn twee nichten heb gemaakt in 1997 naar Genua. We namen daar de boot naar Corsica en moesten overstappen in Milaan. Die treinreis was ontzettend gezellig, echt een avontuur als je 17 bent, zo’n nachttrein en dan in de ochtend aankomen in Milaan. Daar zijn geen foto’s van, maar in mijn hoofd zitten heel veel beelden van die reis!
4. Een vierde herinnering is ook bij het Gardameer. Een vriendin van mij werkte de zomer van 2000 op een camping daar. Ik was ook al klaar met mijn studiejaar en ik had gewoon de tijd om daar twee weken te logeren. Die tijd lijkt nu achteraf zo zorgeloos. Wat deden we? Cocktails drinken, struinen over de camping, liggen aan het Gardameer en Italiaanse jongens gek maken in de lokale discotheek. Het album van Lunapop blijft voor altijd verbonden aan die periode.
5. Het doen van een taaltraining in Bologna bij het CILTA in 2001, zo heette de taalschool destijds. Het was de zomer voordat mijn schooljaar begon en het was gewoon heerlijk om die door te kunnen brengen met mensen met hele diverse nationaliteiten en ondertussen me onder te dompelen in de Italiaanse cultuur. De studietijd heb ik ook als een heel relaxte periode ervaren zonder veel verplichtingen die horen bij het volwassen leven.
6. Een zesde mooie herinnering was een bezoek aan de Dolomieten in 2002. Een Italiaanse huisgenoot van me woonde daar en zij woonde in zo’n typisch huis, un Maso. Zij sprak thuis dat Swissdeutch achtige dialect en de cultuur daar is echt anders dan in de rest van Italie. Ook vond ik de regio prachtig. Die bergen en de uitgestrektheid van de natuur. Ook is het een stuk schoner en opgeruimder dan de regio’s die wat zuidelijker liggen.
7. Een bezoek vanuit Rome aan de villa van Hadrianus in Tivoli in 2005. Ik ging met de bus en heb in mijn eentje ruim de tijd genomen om daar rustig in mijn eigen tempo dingen te bekijken. Ik had toen nog geen kinderen en die herinnering aan de vrijheid die ik toen had vind ik ook mooi. De villa is een prachtig archeologisch park, een must see voor iedereen die houdt van antieke culturen.
8. Op mijn huwelijksreis in 2010 ben ik met mijn man naar het Scala theater in Milaan geweest voor een opera voorstelling. Een prachtig historisch theater en heel bijzonder om daar eens jezelf voor uit te dossen en in zo’n loge te zitten. Ook een hotel-restaurant nabij Lugano zal ik nooit vergeten. Wat hebben we daar lekker gegeten!
9. In 2011 ben ik met mijn ouders en mijn man naar Rome geweest voor een paar dagen. Ik heb hen toen ook meegenomen naar het archeologisch park in Ostia en vond het super leuk dat ik hen zoveel kon vertellen over de Romeinse periode, ik was toen net 3 jaar afgestudeerd als historica . We logeerden op een super mooie A locatie, vlakbij de Lateraanse kerk, in een oud omgebouwd klooster.
10. In 2014 ben ik met mijn man naar Florence geweest. Ik was toen 5 maanden zwanger en kon al niet meer eindeloos wandelen, maar toch hebben we aardig wat van de stad gezien en ook bezochten we humoristische Italiaanse vriendinnen van mij in Montaione, op een paar kilometer van Florence. We konden daar ook logeren en mee-eten, ook dat was super leuk.
11. Hardlopen in het Giardino Margherita met mijn schoonzus in Bologna in 2018. Het Giardino is een mooi park, midden in Bologna dat net groot genoeg is om de 5 km te doen in een paar rondjes. Ik heb ook mooie herinnneringen aan dat park omdat ik er een tijd vlakbij heb gewoond in een zijstraat van de Via Santo Stefano. Het was heel leuk om dat met mijn schoonzus te kunnen delen. Ook bezocht ik met haar deze historische kookwinkel en heb ik toen de tijd genomen voor fotografie. Een leuke hobby, waar je ook alleen tijd en rust voor hebt als er geen kleine kinderen mee zijn 🙂
12. Caffè Forian in Martina Franca. Ik was in 2023 met mijn gezin in Puglia. Caffè Florian was een uitstekende bar / pasticceria in het kleine dorpje waar we graag kwamen. Ik kan gewoon heel erg genieten van een kopje koffie op een terras. Dat voelt voor mij echt als thuiskomen. Deze foto is niet genomen op het terras, want ik bescherm de privacy van mijn kinderen, maar in een park in de buurt van Martina Franca, waar die prachtige pijnbomen zo hoog groeiden.
Ben jij klaar voor je volgende mooie vakantieherinnering? Neem nu contact met me op voor Italiaanse les.
Met deze film geeft de prijswinnende Italiaanse regisseur Matteo Garrone (Gomorra, Dogman) gezichten aan het verhaal van de bootvluchtelingen die in Italie aankomen. En die zo onderdeel zijn van een maar al te bekend politiek debat waarbij we al snel vergeten dat het om mensenlevens gaat. Io capitano Italiaanse film met een boodschap
Migratiedeals
Italie wil dat we samen zorgen voor het tegenhouden van deze groep afrikanen. In Juni 2023, het jaar waarin deze film uitkwam is er een grote deal gesloten tussen Tunesie, de rechtse premier Giorgia Meloni en Mark Rutte over de opvang van de ‘gelukszoekers’. Zij geven de Tunesische dictator geld, veel geld voor het tegenhouden van de Afrikaanse vluchtelingen die naar Europa willen. In de praktijk zien we dat in de omgang met vluchtelingen in Libië en Tunesië de mensenrechten met voeten worden getreden. Deze film vertelt dat verhaal.
Onvoorstelbaar
je weet dat dit gebeurt, maar je denkt niet na over de details, over de mensen, over gezichten. Deze film geeft gezichten aan een situatie van onrecht waar het moeilijk tegen strijden is. Het zijn de levens van Seydou en Moussa, twee Senegalese jongens die Dakar willen verlaten omdat ze dromen van een betere toekomst. Hun tocht door de woestijn, Libische detentiecentra en op de Middellandse Zee. De film is mooi, de beelden prachtig en de personages laten je het verhaal voelen. Io capitano betekent: ik, kapitein. Want Seydou wordt kapitein van het bootje dat de overtocht maakt naar Sicilie.
Io capitano Italiaanse film gaat over de reis naar Europa
Het is geen vrolijk verhaal maar wel een noodzakelijk verhaal. Voor de casting zijn jongens uit Senegal gekozen. Opmerkelijk is dat degene verantwoordelijk voor de casting de toegang tot de ambassade in Marokko werd ontzegd ter gelegenheid van het uitkomen van de film, omdat men bang was dat hij de mogelijkheid zo aangrijpen om zelf vluchteling/migrant te worden, mocht hij eenmaal in de ambassade zijn. De film is voor een groot deel in Marokko opgenomen.
We kunnen niet alle mensen opnemen in Nederland
maar ondertussen halen Europese vissersboten de wateren voor de Senegalese kust leeg en laten ze weinig werk over voor de Senegalese vissers. Iets van dat onrecht zou toch ook mogen doorsijpelen bij de Nederlandse politici. Maar onze politici liegen liever de kiezers voor en wakkeren de angst bij Nederlanders aan voor niet bestaande nareizen, waardoor in Nederland de woningnood verder opgedreven zou worden. Het is verdrietig dat we met zijn allen niet in staat zijn om beter voor deze mensen te zorgen. Dat is ook de politieke boodschap die deze film wil uitdragen.
Verder kijken / lezen:
Wil je meer weten over het vluchtelingendebat in Italie, kijk dan ook de documentaire Fuocoammare uit 2016, over de crisis in Lampedusa. Verdiep je in het radicale pacifisme van Gino Strada, medicus bij conflicten die zich uitsprak tegen de migratiepolitiek van Italie’s rechtse regeringen. Of lees het werk van de nederlandse Italianist Rosetta Steenbeek (boek: Wie is mijn naaste & documentaire serie: Viva l’umanità)
Ik heb wel eens mensen in de les die beginnen met Italiaans en dan vertellen dat ze graag een gesprekje met de makelaar willen voeren van het huis dat ze in Italie willen kopen. Leuk, denk ik dan, maar dat is een C1 nivo. Dit gaat even duren. Voor DitisItalie.nl schreef ik een blogserie hoe ik er 20 jaar over deed om Italiaans te leren. Ik had na twee jaar een A2/B1 nivo, maar B2, C1 en C2 hebben me 15 jaar gekost. Omdat ik ook andere dingen deed dan bezig zijn met de Italiaanse taal.
Stel realistische doelen
Veel mensen bedenken zich niet dat een taal studeren aan de universiteit een 3 jarige voltijd opleiding is en denken dat ze met 2 uurtjes in de week een heel eind komen.
Dat is ook zo, maar toch moet je als je een taal leert eerst denken aan een gesprekje in de supermarkt of in het café over eenvoudige alledaagse dingen.
Sinds een aantal jaren zijn er de referentienivo’s: A1, A2, B1, B2, C1 en C2. Het is waar dat je met een standaard avondstudie na een jaar een A1 nivo kunt bereiken, maar het is niet zo dat je dan met 6 jaar het C2 nivo bereikt. Eigenlijk verdubbelt elke keer de tijd die je ervoor nodig hebt om het volgende nivo te bereiken. Hoe lang duur het om Italiaans te leren?
Na twee jaar een A2 nivo
Als je twee jaar intensief studeert, circa 4 a 5 uur in de week oefeningen maakt, woordjes leert, video’s kijkt enzovoort en groepslessen volgt, heb je na 2 jaar ongeveer een A2 nivo. Dat is het nivo van een 7 jarig kind in Italie en het nivo dat je voor schrijven en spreken nodig hebt om aan een MBO opleiding in Nederland te beginnen. Sommige mensen gaan sneller, sommige mensen zullen nooit het A2 nivo halen.
Verdubbeling van het aantal studieuren
Heb je voor het bereiken van het A1 nivo 60 tot 90 uur studie nodig, om van A1 naar A2 te komen heb je doorgaans het dubbele aantal uren nodig. Dat geld ook weer van A2 naar B1. En ga zo maar door. Dit gaat ook op voor de woordenschat. Heb je voor nivo A1 1000 woorden ongeveer nodig, voor A2 is dit 2000 en voor B1 is dit 5000. Natuurlijk verschillen leerlingen en zullen het aantal uren per leerling ook verschillen. Ook maakt het uit of je bekend bent met het studeren van een taal en of je al andere (romaanse) talen spreekt en hoeveel je met het Italiaans in aanraking komt.
Vanaf nivo B1 wordt het ook steeds belangrijker dat je in contact komt met native speakers en dat je zelf veel Italiaans hoort en spreekt.
Ik wil mensen geenszins ontmoedigen, maar een realistisch beeld is wel de sleutel tot succes!
Ik ging op bezoek naar Italiaans eten bij Sophie in Schoonhoven, een mooie delicatessenwinkel waar ze ook veel Italiaanse producten hebben. Ik nam wat kiekjes.
Ik zag verschillende heerlijke Italiaanse producten: nduja- saus. Een rode saus op basis van pikante worst uit Calabrie, de heerlijke brutti ma buoni koekjes (lelijk maar lekker), balsamico azijnen, pastasauzen en Italiaanse kaasjes.
De Italiaanse eetcultuur is echt wel anders dan de Nederlandse. Groenten komen vaak vers van de markt, uit de regio in plaats van uit de supermarkt. Regioproducten en seizoensproducten worden ook iets hoger aangeslagen. Als een Italiaan een product wil dan is het etiket ‘geitenkaas’ niet genoeg. Waar komt die geitenkaas vandaan? Wie was de geit zijn moeder? Wat heeft de geit gegeten? Daar kunnen mensen hele gesprekken over voeren.
Die super lekkere brutti ma buoni koekjes komen uit Toscane. Toscane staat bekend om zijn lelijke maar lekkere eten. Zo is er onlangs ook een kookboek ‘brutto’ uitgebracht, vol met lelijke gerechten uit Toscane met daarin weinig pasta en risotto of pizza. Van Italiaanse vriendinnen uit Toscane kreeg ik ook ooit een Toscaans kookboek, van Paolo Petroni. Ook leuk.
De koekjes zijn gemaakt van amandelmeel en zijn droog maar smelten op je tong. Ik deelde deze week mijn recept voor Nederlandse appeltaart met Italiaanse vrienden. Ik heb een recept waar ik ook amandelmeel in heb gedaan. Dat heb ik van de Italianen. Daardoor ben ik amandelmeel gaan waarderen. De nootjes worden ook geteeld in Italie, dus het is ook een Italiaans product. Amandelboomgaarden zijn ook mooi om te zien, zeker als ze bloesemen.
Foto: Eva Bronzini op Pexels
Tegenwoordig zijn er heel veel webwinkels waar je Italiaanse delicatessen/ Italiaans eten kun bestellen, maar het is toch leuker om je lokale winkel te steunen. De producten zijn niet goedkoop, maar af en toe un piatto squisito, dat moet je jezelf gunnen.
Ik ben op het moment erg fan van de kok David Rocco. Hij maakt echt hele lekkere dingen. Check zijn YouTube kanaal of zijn socials voor recepten.